Veen scoort met duimbrace: ‘Had vier weken geleden nog geen kracht’

Het EK-duel met Frankrijk (6-0) was nog geen vijf minuten oud toen Marijn Veen haar armen de lucht in gooide. De spits van Oranje had haar ploeg op 1-0 gezet. Wie goed keek, zag iets opvallends: om haar linkerhand zat een brace.

Marijn Veen speelt het toernooi namelijk met een blessure aan haar duim. Een kwetsuur die ze eind juni opliep, tijdens een training met Oranje. Ze wilde een bal afpakken en zat daarom met haar linkerhand op de grond, maar haar duim zat in de weg. Haar vinger draaide naar achteren en het bandje van haar duim scheurde door. Een ongelukkig moment, dat haar meteen aan het tellen zette.  

‘In principe is het na zes weken genezen en dan ga je opbouwen. Maar wij hebben het net wat sneller gedaan’, vertelt Veen met een grote glimlach. ‘Ik ben al snel begonnen met oefeningen en nu voelt het gewoon goed. Ik heb alleen mijn brace nodig om te zorgen dat als ik val, mijn duim niet overstrekt.’

De route van Marijn Veen 

Sommige spelers hobbelen zonder al te veel problemen van toernooi naar toernooi. Voor Veen gaat die vlieger niet helemaal op. Ze is absoluut een vaste waarde in Oranje, maar haar route is af en toe anders. Blessures zijn voor Veen geen onbekend terrein. Een mankement aan haar voet, knie of een slepende hersenschudding. 

‘Ik ben vooral gewoon blij dat ik het weer gehaald heb. En keurig op tijd’, lacht ze. ‘Misschien is het grote voordeel van af en toe geblesseerd zijn, wel dat je ook goed kunt genezen.’ Natuurlijk kan ze er nu om lachen, maar dat is die ene kant. Want natuurlijk had ze de afgelopen jaren met ups en downs te maken. ‘Ik heb altijd gewoon het vertrouwen gehouden in mijn eigen kwaliteiten en talent. Zorgen dat ik fit zou zijn. Iedereen was ook lief voor me. Je hebt niet lang nodig, je hebt nooit lang nodig gehad, zeiden ze.’ Ze kennen de aanvaller. ‘Ik ben een soort expert met revalideren. Want ik heb zoveel toffe toernooien mogen spelen, ondanks mijn mankementjes. Het hoort er blijkbaar bij. Door mijn eerdere blessures weet ik hoe het is en wat ik moet doen om terug te komen.’

Foto: Willem Vernes

Ze dacht dat het ongelukkige momentje op de training van Oranje wel mee zou vallen. Toen ze later hoorde hoe serieus het eigenlijk was, schrok ze. Het was duidelijk niet zomaar iets. ‘Ik heb gewoon geluk gehad dat mijn bandje nog goed lag.’ Twee weken lang rende ze zich een ongeluk, terwijl de rest druk bezig was met trainen. ‘Dat was echt vreselijk, maar we hebben er het beste van gemaakt. Als dit met mijn voet was gebeurd, dan was het EK sowieso klaar geweest.’

Vier weken na al haar kilometers hardlopen, mocht haar brace eindelijk af. Althans, tijdens het dagelijkse gebeuren. Met slapen, hockeyen en andere zware activiteiten moet ze ‘m nog steeds dragen. ‘Toen ik mijn duim weer voor het eerst zag, dacht ik echt: oh my god. Hij was stijf, ik kon ‘m niet bewegen en hij was heel dun. Mijn hele pees was opeens zichtbaar en er zat nul kracht in mijn duim’, beschrijft ze de fase, 3,5 week voor de start van het EK.

Toen ze weer kon kleien, wist ze dat het goed kwam

‘Toen heb ik me wel even afgevraagd of het wel zou gaan lukken. Ik ben thuis alleen maar aan het oefenen geweest. Bewegen, van vinger naar vinger, in dingen knijpen, aan elastiekjes trekken. Toen ik op een gegeven moment mocht kleien, voelde het goed.’ En de brace ondersteunde haar handelingen. ‘Daardoor had ik weer wat kracht.’

Foto: Willem Vernes

De eerste keer dat ze haar stick weer vasthield, was op z’n zachtst gezegd onwennig. ‘Wat ben ik aan het doen, dacht ik’, vertelt ze. ‘Hoe ga ik dit nou weer flikken?’ Maar Veen vond weer eens haar weg en eigen manier. Het gevoel kwam terug, net als de kracht. Toen het met bal en stick lukte, wist ze het zeker. Dit toernooi kwam niet in gevaar. Want na twee trainingen en drie oefenwedstrijden stond ze in Mönchengladbach. 

En daarom gingen de armen woensdag aan het einde van de middag torenhoog de lucht in. In een soort shoot-out werkte ze de 1-0 tegen de plank. Of ze nooit anders doet. Bovendien was het alweer haar tweede van het toernooi. En dat is voor een spits natuurlijk heel fijn. 

De brace mag in september eindelijk af 

De lach op haar gezicht wordt nog groter als de denkt aan de halve finale. Ze heeft zoveel zin in een wedstrijd, om alles of niks. ‘Spanje is technisch en behendig in de kleine ruimte’, beschrijft ze haar tegenstander van vrijdag. Eigenlijk precies de kwaliteiten die zij ook beschikt. ‘Dat wordt een leuke uitdaging’, grijnst ze. 

‘Na het EK mag mijn brace weer af. Dan is het helemaal klaar’, is ze opgelucht. Geen brace meer, maar wel een gouden medaille? Ze lacht. ‘Daar gaan we voor. Met zo’n mooie witte hand, want die heeft al een tijdje geen zon meer gezien.’

Foto: Willem Vernes


Wat vind jij? Praat mee...