Het is vandaag een bijzondere dag op weg naar het WK van volgend jaar (15 tot 30 augustus). Hockeyverenigingen kunnen – als allereerste – kaarten aanschaffen voor het toernooi in Amsterdam en Brussel. Een goed moment om even bij te praten over het toernooi met KNHB-directeur Erik Gerritsen.
Erik, je kinderen hockeyen bij AthenA. Heeft die club al kaarten gekocht?
‘Ik hoop van wel. Daar ben ik zelf nog niet mee bezig geweest. Ik weet wel dat de club benaderd is om een aparte WK-ambassadeur aan te stellen, zoals veel clubs dat inmiddels hebben. Daar zijn er inmiddels honderd van. Zij zijn de schakel tussen de bond en hun vereniging, als het gaat om WK-acties. Ik vind het vooral mooi dat op zo’n dag als vandaag het toernooi steeds tastbaarder wordt. Net als bij het WK van 2014 betrekken we daar vanaf het begin de clubs bij. Het hart van hockeyend Nederland, waar de grootste liefhebbers rondlopen én de plek waar onze internationals zijn begonnen. Niet om nu een marketingpraatje te houden, maar via clubs is het ook goedkoper om een kaartje te kopen dan als individu.’
De laatste keer dat we je spraken over het WK, ging het vooral over het veld dat nog niet waterloos is. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden?
‘Hoe dichterbij het WK komt, hoe intensiever we ermee bezig zijn. We hebben de laatste maanden op de achtergrond een plan geschetst hoe we willen dat het toernooi eruit komt te zien. We organiseren het natuurlijk samen met België en de FIH, maar over wat er gebeurt in Amsterdam nemen wij het voortouw. Een van de belangrijkste beslissingen in de afgelopen periode was de achterliggende boodschap van dit WK. Wat moet het gevoel zijn dat we eraan over houden en hoe brengen we dat naar buiten?’
Vertel.
‘Dit wordt het derde dubbel-WK dat in Nederland wordt gehouden. De eerste, in 1998, voelde – heel kort door de bocht – als de coming-out van het hockey in ons land. Het grote publiek zag toen dat de sport niet alleen voor kakkers was. Een toernooi in een voetbalstadion, dat was uniek. Het was ook het moment dat de sport flink ging groeien. In 2014 waren we een stap verder. Dat WK was echt een evenement waar je in het land niet omheen kon. Veel media-aandacht, veel bezoekers die normaal niet naar hockeywedstrijden kwamen. We hebben ons daar ook gericht op de maatschappelijke impact, zoals de gezondere sportcultuur en -voeding, wat goed paste bij de kassen van het Westland. Die waren ook zichtbaar op het terrein.’
Een blije Erik Gerritsen (rechts) na de gewonnen olympische damesfinale. Foto: Willem Vernes
En hoe moet 2026 dan de boeken ingaan?
‘Precies daar zijn we dus druk mee geweest. Dit WK willen we uitstralen dat hockey overal in het land leeft, en dat het voor iedereen is. Dat beeld brengen we nu al naar buiten. Een inclusief imago, waar behoud én werving van leden centraal staat. Met aandacht voor verschillende doelgroepen.Dat gaan we ook terug laten komen op het WK, de fanzone en de programmering van de side-events. We willen zorgen dat het toernooi bijvoorbeeld ook aantrekkelijk wordt voor de doelgroep van 16 tot 24 jaar, wat voor ons en de clubs een moeilijke leeftijdscategorie is. Dan kan je denken aan een festivalachtige-sfeer, of optredens van artiesten op het terrein. We hebben grootse plannen.’
Roxy Dekker in het Wagener?
‘Haha, ik weet zo niet wie we op het oog hebben. Nog niet alles is rond. Maar we willen meer bieden dan het vermaak op het veld. Meer dan voorheen willen we entertainment koppelen aan het toernooi van twee olympische kampioensteams. We willen innoveren, een stap naar voren zetten. Op het WK willen we onszelf als sport opnieuw uitvinden. Zoals we ook in 1998 en 2014 deden. Dat is ook nodig om doelgroepen naar het WK te krijgen, die ‘alleen voor het hockey’ niet zouden komen. Uiteindelijk gaat het om de promotie van de sport en draagt dit er allemaal aan bij om meer hockeyers te krijgen. Dat is spannend en leuk.’
Even als advocaat van de duivel: dat is ook nog betaalbaar?
‘Ook daar doen we heel hard ons best voor. Hockey voor iedereen betekent ook dat het financieel toegankelijk moet zijn. We zijn – vergeleken met andere evenementen – niet de duurste tak. Al snap ik dat een hele dag op een toernooi, met eten en drinken erbij, niet goedkoop is. We willen het acceptabel houden.’
Tijmen Reyenga voor de microfoon van de NOS. Foto: Willem Vernes
Het aan de man brengen van de sport gaat natuurlijk ook via de media. Heb je al enig idee hoe het WK in beeld wordt gebracht?
‘Ja en daar ben ik heel blij mee. Het is inmiddels zeker dat alle WK-wedstrijden van de Oranje-teams live worden uitgezonden door de NOS op NPO1. Daar zijn we heel trots op. Die waarde daarvan merkte ik nu al. Voor het eerst werden dit jaar alle Pro League-wedstrijden die in Nederland werden gespeeld live op de NOS-kanalen uitgezonden. Daardoor leefden die duels veel meer, dat is heel goed voor de uitstraling van de sport. Een WK waarin alle Nederlandse wedstrijden rechtstreeks te zien is, levert veel promotionele waarde op.’
Hoe ziet het Wagener Stadion er rond die tijd uit? Er waren immers plannen voor een renovatie.
‘Die plannen zijn er nog steeds. Alleen gaat het niet lukken om de totale renovatie af te krijgen voor het toernooi. De drie oude tribunes worden deze maand gesloopt. Daarvoor in de plaats komen drie grote tijdelijke tribunes, die vlak voor het toernooi worden opgebouwd. Geloof me: het plaatje wordt mooi. We komen dan uit op een kleine 11.000 toeschouwers. Voor de capaciteit maakt het trouwens niet uit, een vernieuwd stadion zou ongeveer evenveel zitplekken bieden.’
Het Wagener Stadion uitverkocht voor de interland tussen de Oranje Dames en China, afgelopen zomer in de Pro League. Foto: Willem Vernes
Hoe kijk je tegen die oplossing aan?
‘In alle eerlijkheid: we hadden het allerliefst het WK gespeeld in een gloednieuw Wagener, met alle moderne faciliteiten. Maar om die financiering rond te krijgen, zijn we ook afhankelijk van de lokale en landelijke overheden. De plannen lagen in Den Haag op tafel, maar toen viel het laatste kabinet Rutte en kwam alles tot stilstand. Inmiddels hebben we te veel tijd verloren, dus schakelen we door naar een heel erg mooi alternatief.’
Wanneer is het toernooi een succes?
‘Als de tribunes twee weken achter elkaar gevuld zijn. Als iedereen praat over het WK. Dat het een feest wordt voor heel hockeyend Nederland en dat de doelgroepen waarop we inzetten, ook langskomen. Los van de prestaties van onze ploegen, hoop ik ook dat het toernooi onze sport een impuls geeft.’
Vanaf vandaag kunnen clubs dus hun tickets inslaan. Wanneer start de losse verkoop?
‘Op 30 september, tegelijk met de bekendmaking van het speelschema en de verdeling van de finales. We proberen de Oranjeteams zo veel mogelijk in Amsterdam te laten spelen. Op dit moment weten we al dat we de bezoekers tien dagen met Nederlands hockey kunnen aanbieden. Het laatste deel van de tickets gaat in maart in de verkoop, na de loting. Dan is precies duidelijk wie waar en wanneer speelt. Ik vind het prachtig, al die momenten die eraan komen. Het toeleven naar het WK is nu echt begonnen.’
2 Reacties
w-j-arriens
in het kader van het promoten van de sport, is het WK een ideale gelegenheid om (nu eindelijk) het kommentaar op tv principieel te verbeteren. De KNHB moet hier samen met de NOS streven om kommentators (verslaggevers) te krijgen die een wedstrijd spannend kunnen maken voor de kijker, maar vooral met verstand van hockeytechniek en -taktiek kunnen uitleggen wat er gebeurt. Wat absoluut moet stoppen is het houden van eindeloze verhalen over alles behalve de wedstrijd, terwijl de volksliederen spelen of wanneer de wedstrijd op punt van beginnen (de afslag) staat. Ook alle oude geschiedenisfeiten van spelers, voormalige wedstrijden, uitslagen etc dienen achterwege gelaten te worden. Als ik nu zit te kijken en mijzelf in de plaats zet van iemand die hockey niet kent, zou ik denken "man, vertel nou eens iets over de spelregels en waar de scheids wel/niet voor fluit, en bv wat is en wanneer een sc etc etc. Het lijkt alsof de huidige "verslag"gever(s) er per definitie vanuit gaat dat alle kijkers helemaal vertrouwd zijn met wat er in het hockey gebeurt. Dat lijkt me van niet.
robbertsmit
@arriens: volledig mee eens ! De huidige 'vaste' commentator (Kooke) moet zo snel mogelijk vervangen worden; uiterst futloos en saai commentaar zonder enige spanningsopbouw. Daarnaast zit hij vrijwel altijd fout bij het duiden van scheidsrechterlijke beslissingen. De arbitrale nuances bij hockey zijn talrijk, en dan is het belangrijk dat goed te duiden omdat juist dan het begrip en ook aantrekkelijkheid wordt vergroot. De man mist helaas het gevoel, zelfs nadat herhalingen worden getoond. NOS lijkt het allemaal geen zak te schelen en zet soms zelfs het 'duizend dingen doekje' Schuitemaker in die weliswaar vlijtig alle resumé's van de spelers uit zijn hoofd heeft geleerd maar bij een hoog ingeslagen corner gewoon denkt dat het een doelpunt is. Merkwaardig dat in al die jaren het commentaar maar niet op peil kan worden gebracht (prestaties van Tim Steens (notabene oud-hockeyer) leden aan hetzelfde euvel). Prettige uitzondering is Van der Kun (op ieder genoemd vlak echt vele malen beter). Alternatief: zoek nu eens in de hockeygelederen. Die broer van Koen Bijen heb ik eens gehoord (clubstream) en dat was prima balans tussen algemeen en insider commentaar. En waarom geen duo-commentaar met bijv. ex-international. Daarnaast: cameravoering. Kunnen grote stappen worden gemaakt. Live strafcorner moet consequent vanachter de goal worden gefilmd, meer spektakel en beter overzicht, ref cam moet komen, camera moet altijd op een volle tribune staan etc. Als ik mij goed herinner waren er bij de OS al een paar aanzetjes, maar het kan meer. Hoe dan ook, de key ligt in de tv-beleving, en in mindere mate bij de mensen die naar het stadion komen.