Beljaars wint eindelijk van Den Bosch: ‘Elke statistiek was voor hen’

Als je twee minuten voor tijd de winnende maakt voor je nieuwe club, kun je gerust spreken van een warm welkom. Helemaal wanneer dat gebeurt in het shirt van Amsterdam, aan de Oosterplas tegen landskampioen Den Bosch (1-2). Trijntje Beljaars (21) had dan ook alle reden tot glimlachen. ‘Ik wilde eigenlijk heel hard schieten.’

Met nog twee minuten op de klok lijkt er niets aan de hand voor Den Bosch. Rosa Fernig heeft alle tijd om vanuit de achterhoede de bal naar voren te spelen. Maar haar scoop mislukt volledig en belandt recht in de stick van Fay van der Elst. De Amsterdamse spits aarzelt geen moment, zet meteen de versnelling in en speelt Trijntje Beljaars diep. Sanne Koolen lijkt de pass nog te onderscheppen, maar timet verkeerd. Daardoor kan Beljaars alleen op Josine Koning afgaan. De jonge spits houdt het hoofd koel en schuift de bal beheerst in de benedenhoek: 2-1 voor Amsterdam.

‘Ik weet niet zo goed wat er precies gebeurde’, reageert Trijntje Beljaars na afloop. De matchwinner probeert de situatie te herhalen. ‘Het ging een beetje vanzelf. Heel veel dacht ik niet na’, vertelt ze over de aanloop naar haar doelpunt. ‘Ik wilde ‘m eigenlijk heel hard schieten. Maar deed op het laatst toch wat anders’, lacht ze. ‘Dat is maar goed ook.’

Van matchwinner naar zondebok

‘Ik wilde het toen absoluut niet meer weggeven’, gaat Beljaars verder. Maar ze had haar armen nog maar net uit de lucht, toen ze op de strafbank kon gaan zitten. Niet omdat ze zelf iets fout deed, maar omdat haar coach Jesse Mahieu geel kreeg wegens commentaar. ‘Toen was ik even de zondebok’, grijnst ze. ‘Het was balen, want ik stond het dichtst in de buurt van de zijlijn.’ Zo maakte ze in dezelfde minuut de winnende en moest ze daarna brommen voor haar coach. ‘Hij heeft na de wedstrijd sorry gezegd. Zoiets kan natuurlijk gebeuren.’

Foto: Bart Scheulderman

Dat Amsterdam de topper aan de Oosterplas uiteindelijk won, mag je wel een klein wonder noemen. De ploeg uit de hoofdstad stond met de rug tegen de muur en het was aan Anne Veenendaal te danken dat de uitdager in de wedstrijd bleef. Den Bosch kreeg in totaal elf (!) strafcorners, maar allemaal zonder resultaat. En Amsterdam? Dat moest het sporadisch hebben van een counter. Ook strafcorners haalden ze niet. Maar ze maakten wel twee doelpunten. 

Ik denk dat iedere statistiek vandaag in het voordeel was van Den Bosch. Trijntje Beljaars

‘Ik denk dat iedere statistiek vandaag in het voordeel was van Den Bosch’, gaat Beljaars verder. ‘Dan is het heel lekker dat het zo valt’, vertelt Beljaars. ‘Ik heb vaak genoeg tegen Den Bosch gespeeld waarin we eigenlijk beter waren, maar niet wonnen’, vertelt ze. ‘Dan voelt dit gewoon heel goed.’ Ze doelt natuurlijk op haar tijd bij SCHC, de ploeg waar ze de afgelopen drie seizoenen voor uitkwam. ‘Maar ook daarvoor hoor, bij Oranje-Rood. Het lukt niemand om vaak van Den Bosch te winnen. Ja, in de jeugd van Oranje-Rood lukte het nog wel eens’, lacht ze. 

‘Niet mooi spelen, maar wel winnen’

Natuurlijk is ze blij met haar overstap naar Amsterdam, de wedstrijdadrenaline giert nog door haar lijf. ‘Deze wedstrijd was niet mooi, maar we hebben gevochten. Ik kan er wel aan wennen. Niet mooi spelen, maar wel winnen.’ Ze is langzaam steeds beter op haar plek in Amsterdam. ‘Het is wennen, maar vind het heel leuk. We zijn met veel jong talent aan het bouwen. De wedstrijd van vandaag kwam eigenlijk maar gewoon op ons pad. We zijn stappen aan het zetten. Willen die typische Amsterdamse uitstraling laten zien.’

Foto: Bart Scheulderman

Bovendien woont Beljaars in Amsterdam en studeert ze er sinds dit jaar ook. En heeft ze bij haar nieuwe club wat meer ruimte voor haar strafcorner. Een wapen dat bij SCHC – met de corner van  Yibbi Jansen – maar weinig gebuikt werd. ‘Ik zit natuurlijk dichter in de buurt bij de corner van Imke (Verstraeten) dan dat ik bij Yibbi zat. Haar corner is van wereldklasse. Ik vind het leuk dat ik wat meer kans krijg.’

Kansen krijgt ze ook in de opstelling. Zo stond ze tegen Den Bosch veel op het middenveld. Dat had ook alles te maken met de blessures. Sabine Plönissen en Stella van Gils zijn nog niet fit en Marijn Veen was zaterdagmiddag ziek. ‘Ik vond het wel leuk om wat te schuiven’, vertelt ze. Zo stond ze zelfs zo nu en dan vlak voor haar verdedigers. ‘Dat komt niet vaak meer voor denk ik. Ik vind voorin en aanvallend middenveld allebei superleuke posities.’ 

Twee minuten voor tijd stond ze weer vertrouwd in de aanval – en dat pakte perfect uit. Maar matchwinner of niet: praten met de pers doet ze al sjouwend met de krat bidons. ‘Dat heb je als je nieuw bent,’ lacht ze. ‘Ik ben ze al drie keer bijna vergeten. Of ik ze na de winnende niet meer hoef te tillen? Ha, dat zou mooi zijn. Ach, het hoort erbij. Zo erg is het niet, toch?’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door Tulp Hoofdklasse (@tulphoofdklasse)


1 Reactie

  1. dewi@harten.nu

    Ik vind het zo jammer dat we deze wedstrijden niet helemaal op tv kunnen zien


Wat vind jij? Praat mee...