Vijf jaar Hockey Foundation: ‘Langzaam veranderde het straatbeeld’

Vijf jaar geleden konden weinig mensen het zich voorstellen: hockey in buurten waar nog nooit een stick was gesignaleerd. Totdat de Hockey Foundation van start ging. In deze serie kijken we naar wat er sindsdien allemaal in gang is gezet. In de eerste aflevering: Gabriëlle van Doorn, één van de drijvende krachten achter de Hockey Foundation.

Tijdens haar PowerPoint-presentatie blijft Van Doorn hangen bij één specifieke foto. Twee gezichten vullen het scherm: dat van Isata Allouti en van haar dochtertje Marwa. Twee gezichten die je niet snel ziet in de overwegend witte, traditionele hockeywereld, maar die inmiddels een vertrouwd onderdeel vormen binnen de community van de Hockey Foundation.

‘Dit maakt me zó blij’, zegt Van Doorn, terwijl haar gezicht oplicht van trots. ‘Marwa hockeyt bij UNO in Utrecht Overvecht, een wijk waar we één van de allereerste Hockey Foundation schooltrajecten hebben opgestart. Niet alleen Marwa, maar ook haar moeder Isata is helemaal ingeburgerd in de club. Isata zit in het verbindingsteam van UNO en bouwt zo een brug met de wijk Overvecht. Dat soort betrokkenheid raakt me diep. Ik vind dat echt geweldig om te zien.’

Marwa en haar moeder Isata zijn helemaal ingeburgerd bij UNO in Utrecht.

Van Doorn plaveide de weg voor de Hockey Foundation

Het is één van de vele persoonlijke verhalen die de vijfjarige geschiedenis van de Hockey Foundation rijk is. Al duizenden kinderen hebben sinds de oprichting in 2020 de wereld van hockey ontdekt. Kinderen uit aandachtswijken, bij wie hockey anders waarschijnlijk nooit op hun pad zou zijn gekomen, simpelweg omdat de meeste hockeyverenigingen niet in deze wijken liggen en de sport daar onbekend is. Toch staan die kinderen na de trajecten van de Hockey Foundation opeens op het hockeyveld, vaak met sprankelende ogen. ‘Daar doen we het voor’, zegt Van Doorn stralend.

Van Doorn, manager van de Hockey Foundation, werkt al meer dan dertig jaar voor de KNHB. Ze vervulde uiteenlopende functies, maar nooit eerder hadden haar inspanningen zó’n grote maatschappelijke impact als in de afgelopen vijf jaar. Via diversiteitsprojecten als Street Hockey, Urban Hockey en Funkey (hockey voor vier- en vijfjarigen) plaveide ze het pad voor de Hockey Foundation.

‘In die jaren onderzochten we hoe we kinderen die geen lid zijn van een vereniging tóch aan het hockeyen konden krijgen. Street Hockey, Urban Hockey en Funkey werden ontzettend goed ontvangen. Maar op een gegeven moment wilden we méér. Natuurlijk, het is geweldig om met een vrachtwagen vol materialen een wijk in te rijden, een pannakooi neer te zetten en die kinderen lekker los te laten met een bal. Maar aan het eind van de dag laad je alles weer in en rijd je de wijk weer uit. De vraag luidde: hoe maken we de impact blijvend?’

Zo ontstond het idee voor de Hockey Foundation. In samenwerking met Rabobank lanceerde de KNHB het initiatief, met een helder doel voor ogen: binnen tien jaar dertig nieuwe hockeyverenigingen opzetten in lage inkomenswijken. Minstens tienduizend kinderen uit die wijken moeten in die periode kennismaken met hockey en in hun kracht worden gezet via het verenigingsleven. Een ambitie waarmee de KNHB het lef toonde om buiten de gebaande paden te treden.

Twee jongens die mede dankzij de Hockey Foundation op een hockeyveld staan. Foto: Willem Vernes

 ‘Ik dacht: misschien is het iets typisch Rotterdams’

Hockeyclub Feijenoord – de eerste club die hockey toegankelijk maakte voor kinderen uit aandachtswijken – diende als voorbeeld voor het concept van de Hockey Foundation. ‘In het begin vond ik het spannend of hun aanpak wel in heel Nederland zou aanslaan’, vertelt Van Doorn. ‘Ik dacht: misschien is het iets typisch Rotterdams, met hun mentaliteit van de mouwen opstropen.’

Maar al snel bleek: die mentaliteit beperkte zich allerminst tot Rotterdam. Ook op andere plekken binnen de hockeygemeenschap stonden mensen op, klaar om hun hun handen uit de mouwen te steken. De aftrap van de Hockey Foundation ging gepaard met de oprichting van twee nieuwe clubs: Noorderlicht in Amsterdam-Noord en Amsterdam Dynamics in Zuidoost. Ook werd UNO ondersteund, dat net verhuisd was naar de Utrechtse wijk Overvecht.

Een vliegende start werd het allerminst, maar de handdoek werd door Van Doorn en haar kernteam – bestaande uit collega’s Paul Veldhuijzen en Marianne Dekker – zeker niet in de ring gegooid. Met vallen en opstaan kwamen de eerste resultaten. Tegen het eind van 2021 kon Van Doorn zeggen: de aanpak werkt. En niet alleen in Rotterdam.

Het team van de Hockey Foundation. Foto: Willem Vernes

Soms delen we teams puur in op basis van het aantal kinderen van ouders mét en zonder auto, zodat elk team elke week verzekerd is van vervoer Gabriëlle van Doorn, manager van de Hockey Foundation

‘Het duurde echt wel een poos voordat we de boel op de rit hadden. Het vraagt geduld, doorzettingsvermogen, maar vooral ook passie en liefde om mensen die nooit met het verenigingsleven zijn opgegroeid, succesvol in een club te laten integreren. Ouders die wél uit zo’n verenigingscultuur komen, weten precies wat er moet gebeuren, wat er van hen wordt verwacht en wat ze moeten betalen. Wij werken met een doelgroep voor wie dat voor de meesten allemaal nieuw is. Ons team van lokale pedagogische verenigingsmanagers begrijpt dit en weet hoe het de doelgroep niet alleen introduceert in een nieuwe sport, maar hen ook welkom laat voelen in het verenigingsleven’.

‘Zo sturen onze verenigingsmanagers – als kinderen nét wedstrijdlid zijn – op zaterdagochtend appjes. Zo van: We gaan zometeen weer hockeyen, zorg dat je erbij bent! Niet alleen om kinderen te motiveren te blijven komen, maar ook om te laten zien hoe het er binnen een teamsport en in een vereniging aan toegaat. We zijn gesprekken met ouders gaan voeren met de vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat jouw kind lid kan worden van de vereniging? Welke drempels moeten we wegnemen om dat mogelijk te maken? Denk aan een betaalbare contributie, maar ook aan vervoer. Soms delen we teams puur in op basis van het aantal kinderen van ouders mét en zonder auto, zodat elk team elke week verzekerd is van vervoer. Dit is echt nodig om ervoor te zorgen dat niemand wordt buitengesloten.’

Vijf jaar na de oprichting is de Hockey Foundation uitgegroeid tot een volwassen organisatie. Het concept is inmiddels door het hele land uitgerold, met onder andere de komst van Martinus in Groningen, Polaris in Tilburg-Noord en Den Haag en Ridderkerk. Gaandeweg werd de aanpak steeds verder bijgeschaafd. Naast de komst van nieuwe clubs toonden bijvoorbeeld ook steeds meer bestaande verenigingen interesse, soms gedreven door teruglopende ledenaantallen, maar meestal uit maatschappelijke betrokkenheid.

Twee spelers van Noorderlicht. Foto: Willem Vernes

Hockey tijdens de gymles

Zo opende bijvoorbeeld Arnhem onder de vleugels van de Hockey Foundation een satellietclub in een aandachtswijk. Binnenkort start Den Bosch een Hockey Foundation school-naar-club-traject met oud-international Jacques Brinkman. Wat ooit begon als een initiatief om nieuwe hockeygemeenschappen op te bouwen, krijgt nu dus ook steeds meer voet aan de grond binnen het reguliere hockeylandschap.

Samen met reguliere clubs gaat de Hockey Foundation bovendien de wijk in en verzorgt het schooltrajecten die leiden tot een vorm van lidmaatschap. Het afgelopen seizoen zijn EHV, Westerpark, Leerdam, Hudito, Hoorn, Zwaluwen en QZ hiermee gestart. Voor kinderen die enthousiast raken van hockey tijdens de gymles, ligt er een uitgestippeld traject klaar. Eerst doen ze mee aan naschoolse hockeyactiviteiten, daarna kunnen ze lid worden van de buurtsportvereniging op school en uiteindelijk kunnen ze doorstromen naar een reguliere hockeyclub. Zo verankert de Hockey Foundation zich steeds meer in de wijken, dieper dan ooit tevoren. ‘Hierbij wordt hockey continu ingezet als middel, dat bijdraagt aan de ontwikkeling van een kind.’

De lancering van de Hockey Foundation in 2020 met Eva Drummond-De Goede. Foto: Willem Vernes

Meisjes met een niet-Westerse achtergrond die in hun hockeytenue op de fiets stapten, op weg naar de training. Fantastisch om te zien Gabriëlle van Doorn, manager van de Hockey Foundation

Terugkijkend is het bijna niet te bevatten hoeveel er in vijf jaar tijd in beweging is gebracht. Als Van Doorn terugdenkt aan die eerste jaren, komt er één herinnering direct naar boven. Een voorbeeld dat haar nog altijd persoonlijk raakt.

‘Ik weet nog goed hoe we vijf jaar geleden begonnen bij Noorderlicht. We zeiden tegen de gemeente: we gaan kinderen uit de buurt laten hockeyen. Niemand geloofde ons. Toch is het één van onze mooiste initiatieven geworden. Langzaam zagen we het straatbeeld veranderen. Meisjes met een niet-Westerse achtergrond die in hun hockeytenue op de fiets stapten, op weg naar de training. Fantastisch om te zien. Het maakt me trots dat we dat samen voor elkaar hebben gekregen.’

Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan lanceert de Hockey Foundation een speciale videoserie. Hierin staan de persoonlijke verhalen van kinderen, ouders en verenigingsmanagers centraal. De video’s zijn te zien op www.hockeyfoundation.nl.


Wat vind jij? Praat mee...