Voor het eerst in acht jaar is het aantal hockeyers in Nederland weer gestegen. De KNHB heeft bekendgemaakt dat er afgelopen seizoen 252.601 spelers stonden ingeschreven. Dat zijn er ruim vierduizend meer dan in het seizoen daarvoor (2023-2024).
De hockeybond blijft daarmee de op vier na grootste sportfederatie van ons land, als we de laatste cijfers van sportkoepel NOC*NSF erbij pakken. Alleen de voetbal- , tennis-, sportvisserij- en golfbond tellen meer leden. Voor het eerst sinds zeker tien jaar – tot die tijd werden de cijfers anders bijgehouden, hockeyen in Nederland meer volwassenen dan jeugdspelers (van elf tot achttien jaar). Liefst 99.717 seniorleden stonden afgelopen seizoen op het veld. Dat zijn er ruim 2.000 meer dan in 2023-2024.
Het aantal jeugdleden liep iets terug, naar 96.963 hockeyers. Sinds 2017-2018 verminderde het aantal hockeyers tussen de elf en achttien. Positief punt: afgelopen seizoen was de daling veel minder scherp dan in de zes jaar daarvoor.
Foto: Ardon Photoraphy
De grootste toename, zowel absoluut als procentueel, vond plaats bij de jongste jeugd. Die categorie steeg met bijna vierduizend hockeyers, naar een totaal aantal van 55.921. Het is de eerste stijging bij de jongste jeugd na drie jaren waarin het ledental terugliep.
De leeftijdsgroep 18-25 jaar levert het grootste aantal hockeyers op: 38.716. In de Onder7 en Onder8 categorieën kwamen er procentueel de meeste leden bij. In die categorieën samen tellen we nu bijna 22.000 hockeyers, dankzij een toename van 7,9 procent.
‘Meer dan ooit initiatieven om te werven’
‘We zijn natuurlijk heel blij met het feit dat het aantal hockeyers is toegenomen’, reageert Rolf Martens, manager verenigingen en hockeyers van de KNHB. ‘En dat is een heel groot compliment naar de verenigingen. Zij zijn in actie gekomen. Meer dan ooit zijn er de laatste jaren initiatieven ontstaan om nieuwe leden te werven. Clubs hielden extra proeftrainingen, meer vriendjes- en vriendinnetjesdagen en lieten zich vaker zien op scholen. Die aanpak werpt nu zijn vruchten af. Het is gelukkig voor iedereen duidelijk dat we niet meer die sport zijn met veel wachtlijsten. Verenigingen weten dat leden niet meer uit zichzelf komen aanwaaien en hebben daarnaar gehandeld.’
Sevens-hockey op Zandvoort
Martens noemt die ondernemende houding van clubs als een belangrijke factor voor de groei en behoud van hockeyers. ‘Maar ook het hockeyaanbod, dat steeds passender wordt bij de huidige tijdsgeest. We zien veel volwassenen weer instromen. Hockeyers die het spelletje vaak nog heel leuk vonden, maar het niet meer konden combineren met hun leven. Door flexibele hockeyvormen zoals Hockey Sevens en 5s, waar de doelgroep nog net wat jonger is, kunnen we hen beter op maat bedienen.’
De stam van de sport
Procentueel boekte onze sport de grootste winst in de allerjongste jeugd. ‘En dat is heel belangrijk. De jonge hockeyers zijn de stam van onze sport. Die aanwas is goud waard voor iedere club. Ik vind het fantastisch dat we over zulke mooie cijfers kunnen spreken, ben trots dat er massaal is ingehaakt op onze campagne ‘Lekker buiten spelen’. Maar laat dit alsjeblieft geen reden zijn om weer achterover te gaan leunen. De vaart zit er goed in. Het aanbod is leuk genoeg, aan inzet is geen gebrek. Dus ik hoop vooral dat we met hetzelfde enthousiasme door kunnen gaan en meerdere jaren op rij groeien in het aantal hockeyers.’
Bekijk hier de complete rapportage. Hierin is iedereen die minimaal twee weken lid is geweest van een hockeyclub meegeteld als geregistreerde speler. Dat geldt ook voor spelers die alleen zaalhockeyen of alleen zijn het zomerblok meedoen aan de Sevens-competitie.
2 Reacties
JacquesBrinkman
Mooi nieuws! En kunnen jullie ook de verdeling jongens-meisjes communiceren, want daar zit de grootste uitdaging.
Reinout van Leeuwen
Positief geschreven stuk. Maar in de cijfers staat dat de jeugd tussen tussen seizoen 15-16 & nu een afname kende van zo' n 17%. Dat er nu in absolute aantallen meer senioren hockeyen dan junioren is natuurlijk niet positief te noemen. Fijn dat er een grote aanwas is van jongste jeugd, de uitdaging is blijkbaar om de jeugd op latere leeftijd betrokken en enthousiast te houden.