Ze hadden vorig seizoen al de vice-topscorer van de Promotieklasse in huis. Pim Haring maakte er toen maar liefst 32 voor Tilburg, vooral uit de strafcorner. Maar dat vonden ze niet genoeg bij de Brabanders. Ze haalden in de zomer ook de beste competitieschutter, Noud Borsten, naar de Oude Warande. Ook hij is een cornerman. Die twee goalgetters moesten even op elkaar worden afgestemd. Zondag tegen Voordaan (4-2 winst) bleek dat de cornermachine steeds beter draait bij de play-offkandidaat.
In het kille Groenekan bleef het een lange tijd een spannende wedstrijd, totdat Haring in de 62ste minuut de beslissing bracht. Uiteraard uit een strafcorner, uiteraard snoeihard. Een doffe knal van de bal op de plank, gevolgd door een stilte op de tribune en luid gejuich op de Tilburgse bank. Haring vierde zijn goal op zijn inmiddels kenmerkende manier: met zijn vingers in zijn oren, à la Memphis Depay.
Het was zijn tweede goal van de wedstrijd, waarin de Brabanders grote delen van de wedstrijd sterker waren. Dankzij een sterk keepende Steven Verhoogt en twee treffers van Ties Koopmans bleef Voordaan lange tijd uitzicht houden op een resultaat. Aan Tilburgse kant zorgde Wouter Bornebroek voor de andere twee doelpunten, waardoor de bezoekers uiteindelijk met drie punten huiswaarts keerden.
Haring juicht nadat hij de beslissende 4-2 binnenschiet. Foto: Ewout Pahud
Waarom er nog een scherpschutter kwam
Het was voor Haring, Borsten en heel Tilburg dus een zondag waarop de corner wel veel resultaat opleverde. En dat was geen vanzelfsprekendheid dit seizoen. Voor dit weekend stond Haring pas op twee treffers, Borsten maakte er vooralsnog drie. For the record: ook talent Storm Popelier was trefzeker uit de corner. In drie van de zeven wedstrijden scoorde Tilburg geen enkele keer via zijn belangrijkste wapen. En dat terwijl Borsten en Haring vorig seizoen het bizarre totaal van 65 goals haalden. Een gemiddelde van bijna drie cornersgoals per speelronde.
Waarom Tilburg Borsten heeft gehaald, terwijl Haring al op de kop stond, is volgens coach Dennis Dijkshoorn heel logisch. ‘Wij willen te allen tijde een eerste cornerman in het veld hebben staan. Nu hebben we dat met hen beiden.’ Bovendien had Borsten al een verleden bij Tilburg.
Hij speelde er in de jeugd en debuteerde in het eerste op zeventienjarige leeftijd. Een blessure remde zijn ontwikkeling en daarna was er geen plek meer voor hem in de selectie. Via een omweg via Were Di en Push keert hij nu terug, met een duidelijke reden: hij denkt bij Tilburg meer kans te hebben op promotie naar de Hoofdklasse.
Steven Verhoogt keepte een dijk van een wedstrijd. Foto: Ewout Pahud
Het heilige woord ritme
Maar dan helpt het natuurlijk wel als die cornertrein ook begint te lopen. Nadat-ie zondag samen met zijn teamgenoten het publiek had bedankt, zocht Haring naar een verklaring voor het feit dat de Tilburgse corner nog geen moordwapen is. ‘Het is zoeken naar ritme,’ zegt de sleper.
‘We missen onze vaste aangever: Tom Beddows is nog altijd geblesseerd en we proberen nu wat andere opties uit. Ook bij het stoppen moeten we nieuwe mensen uittesten. Daardoor is het ritme soms weg. En bij slepen draait alles om ritme, ritme, ritme,’ benadrukt de verdediger, die tijdens de wedstrijd vaak rechtstreeks wisselde met Borsten, zodat Tilburg altijd over een sterke corneropstelling beschikte.
‘Wij zijn er elke training hard mee bezig om dat ritme te vinden. Na afloop blijven de jongens die er nu staan nog twintig minuten ballen stoppen en aangeven. Dat is echt niet het leukste wat er is, maar ze doen het wel. Daar wil ik ze dan ook een groot compliment voor geven.’
Tilburg-coach Dennis Dijkshoorn. Foto: Ewout Pahud
In de kleedkamer naast elkaar
Dijkshoorn was na de wedstrijd wat kritischer dan zijn verdediger. ‘De corner moet wel echt beter, we moeten daar meer goals uit halen,’ zegt de oefenmeester. ‘Maar we moeten verbeteren op meerdere aspecten. We hadden vandaag ook meer veldgoals moeten maken. Het gaat de goede kant op, maar we zijn er nog niet.’
Op de vraag of het vervelend is dat hij zijn corners nu moet delen met Borsten, moet Haring lachen, hij snapt waar de vraag vandaan komt maar antwoord stellig. ‘Nee, Noud en ik zijn vrienden, we zitten in de kleedkamer naast elkaar en gunnen het elkaar. Wij zijn vooral bezig met beter worden en helpen elkaar zoveel mogelijk.’
Dijkshoorn benadrukt dat de keuze voor wie sleept vooral afhankelijk is van de tegenstander. ‘We kijken naar de cornerverdediging en naar de keeper, en dan bepalen we welke corner daar het beste bij past. De één heeft een betere push tegen bepaalde keepers, de ander juist tegen andere.’ Wie waar beter in is, dat laat de coach bewust in het midden.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.