Robbert Kemperman: in India kennen ze die naam na gisterenmiddag maar al te goed. Hij scoorde in de Hockey India League in de laatste seconden van de wedstrijd tegen Uttar Pradesh Wizzards en hielp zijn ploeg Dabang Mumbai daarmee aan hun eerste winst. Mumbai stond 2-3 achter, maar won door de veldgoal van Kemperman met 4-3. De HIL-regel dat veldgoals dubbel tellen en strafcorners 1 punt opleveren bevalt Kemperman wel. ‘Daardoor moet je de hele wedstrijd scherp blijven.’
‘We kwamen door een veldgoal van hen op 0-2 achterstand en daarna maakten wij gelijk door twee strafcorners te scoren’, beschrijft Kemperman de wedstrijd. ‘Anderhalve minuut voor tijd scoorden zij uit een strafcorner. Wij konden vervolgens nog één aanval opzetten en daaruit tikte ik binnen.’
Op de livestream van de wedstrijd was de ontlading van die goal te zien. Kemperman juichte, viel op zijn knieën en werd bedolven onder zijn dolblije teamgenoten. En dat alles onder het oorverdovende gejuich van de Indiase fans op de tribune. ‘Dat was wel een euforisch moment’, lacht de Kampong-speler. ‘Ik vierde hem uitbundig en het stadion was, ondanks dat het niet eens helemaal vol zat, een gekkenhuis.’
Veldgoal telt dubbel
In de Hockey India League werd vorig jaar de regel ingevoerd dat strafcorners in de stand 1 punt opleveren en veldgoals 2. Dit om te voorkomen dat er teveel op de strafcorner wordt gespeeld. Een mooie regel, ondervindt Kemperman nu op zijn eerste HIL-avontuur. Dabang Mumbai profiteerde er in de eerste twee wedstrijden van. En natuurlijk worden ook op deze regel weer slimmigheidjes bedacht. ‘Onze eerste wedstrijd tegen de Ranchi Rays eindigde in een gelijkspel. We stonden 2-4 achter en op het eind kregen we nog een strafcorner. Toen spraken we af dat we hem eerst buiten de stippenlijn zouden passen en vervolgens weer terug de cirkel in zouden brengen.’ Dabang Mumbai maakte dus een ‘veldgoal’: 4-4.
‘Aan de ene kant is het een geruststellende regel’, stelt Kemperman. ‘Wij zijn nu twee keer teruggekomen van een achterstand. Aan de andere kant kan het ook andersom zijn: als je 4-0 voor staat hoeft de tegenstander maar twee keer te scoren en het staat weer gelijk. Dat maakt het interessant en zorgt ervoor dat je de hele wedstrijd scherp moet blijven.’ Toch is Kemperman voorzichtig: de regel invoeren in de Nederlandse Hoofdklasse, dat gaat hem te ver. Lachend: ‘Hier is het in ieder geval van toegevoegde waarde.’
Handjes schudden, trainingsuren maken en dan de remmen los
Kemperman kwam tien dagen voor de start van de competitie aan en maakte kennis met zijn teamgenoten. ‘Dat is een kwestie van handjes schudden en dan trainingsuren met elkaar maken. Elkaar in die paar dagen zo goed mogelijk leren kennen, ook op het veld. En dan gewoon de remmen los.’ Na twee wedstrijden begint het team op elkaar ingespeeld te raken, merkt hij. ‘Je probeert zo min mogelijk chaos te hebben op het veld en dat gaat steeds beter. De systemen zijn vrij basic, maar dat kan ook niet anders.’ Lachend: ‘Sommigen van de Indiërs spreken geen Engels, dus dan sta je soms druk gebarend op het veld.’
Nederlanders in de HIL
Bij Dabang Mumbai speelt Kemperman samen met Kampong-teamgenoten Sander de Wijn en David Harte. ‘Af en toe Nederlands kunnen praten is wel fijn. Het team is een mooie mengelmoes van internationals: onder anderen twee Australiërs, een Duitser, een Zweed en natuurlijk de Indiërs.’
In de wedstrijd tegen Uttar Pradesh Wizzards kwamen Kemperman en De Wijn al flink wat bekenden tegen: Sander Baart, Seve van Ass en Wouter Jolie spelen voor die club. In de eerstvolgende wedstrijd van Dabang Mumbai, tegen de Punjab Warriors, is dat niet anders. ‘Ik heb nog nooit tegen die club gespeeld, dus ik weet er weinig van. Behalve dat Robert van der Horst en Mink van der Weerden er dit jaar spelen. Leuk om hen ook weer te zien. En we gaan vol voor de winst natuurlijk!’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.