‘De hockeysport heeft helden in een Oranje-shirt nodig’

Rabobank, al twintig jaar verbonden aan de hockeybond, is ook de komende vier jaar partner van de KNHB. Behalve de sponsoring van de Oranje Heren en Dames gaat de Rabobank zich de komende jaren meer richten op de verenigingen. Tom van Kuyk, Sponsor Strategist van de Rabobank, geeft uitleg.

De Rabobank is vorig jaar gestopt met de sponsoring van wielrennen en de paardensport, maar blijft de hockeysport trouw. Wat hebben jullie met hockey?
Tom van Kuyk: ‘De Rabobank is een hockeybank. Veel van onze medewerkers hockeyen. En van al die mensen bij ons die vrijwilligerswerk doen, gebeurt dat veel op een hockeyclub. Ook kijken we allemaal met trots naar de Rabo Super Serie en zijn we massaal aanwezig bij het komende EK.

Maar het is niet zo zeer de sport zelf die ervoor zorgt dat wij al zo lang sponsor zijn en ook nu weer voor vier jaar hebben verlengd. Die beslissing is gebaseerd op de mogelijkheden en de prestaties van de bond. Wij vinden dat de hockeybond veel kwaliteit en uitstraling heeft. Als ik zie hoe professioneel zij de organisatie voor de verenigingen op orde hebben, hoe goed zij vooruitkijken, de voortrekkersrol die ze vervullen. Dat zijn voor ons grote pluspunten om graag met de hockeybond samen te werken.’

De Rabobank is al twintig jaar verbonden aan de hockeysport. Wat is het geheim van jullie lange relatie?
‘We geloven in de eerste plaats heilig in langdurige partnerships. Die zijn belangrijk als je samen echt iets wil realiseren. Wij hebben de afgelopen decennia gezamenlijk gebouwd aan de groei van de hockeysport in Nederland. In die periode hebben we ontzettend veel bereikt. De hockeysport groeit, staat er goed op en we hebben gezamenlijk fantastische evenementen in Nederland neergezet: EK’s, WK’s, Champion Trophy’s.

Ondanks de lange periode is onze relatie nog steeds fris en fruitig. Daar hebben we hard aan gewerkt en dat doen we nog steeds. We blijven elkaar uitdagen en bedenken steeds nieuwe vormen om samen te werken. Dat doen we dit jaar weer met het EK in Amsterdam, maar bijvoorbeeld ook met OranjeHockey. Wij vinden dat we na al die jaren nog steeds heel goed bij elkaar passen. We houden elkaar scherp. Tijdens het Hockeycongres in januari hield Erik Gerritsen (directeur van de KNHB, red.) de clubs voor dat ze een visie moeten ontwikkelen voor de komende jaren. Het gaat nu goed – er zijn zelfs wachtlijsten – maar waar wil je over vier jaar staan? In zo’n visie vinden wij elkaar. Wij weten ook hoe belangrijk ontwikkeling is. Dat je moet blijven vernieuwen.’

Robbert Kemperman (c) ANP/Koen Suyk

Jullie sponsoren de Oranje-elftallen. Waarom is dat interessant voor jullie?
‘Wij steunen de hockeysport in volle breedte. Dat willen we graag zichtbaar maken. Dat doen we door het komende EK helemaal aan te kleden, maar ook door de naam op het shirt. Wij willen uitstralen waarvoor we staan.

Daarnaast zijn top en breedte volgens ons onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een sport heeft helden in een Oranje-shirt nodig. Kinderen moeten die idolen in hun hoofd hebben als ze beginnen met hockeyen. Het moet een stimulans voor ze zijn om ook het Oranje-shirt te willen dragen. Om dat te stimuleren, zetten wij de hockeyhelden actief in voor oefenwedstrijden en clinics bij de lokale verenigingen.’

In jullie nieuwe sponsorstrategie richten jullie je meer op de hockeyverenigingen. Wat merkt de gemiddelde hockeyer daarvan?
‘Wij zijn als Rabobank een coöperatie, dat onderscheidt ons ten opzichte van alle andere grote banken in Nederland. Wij zijn sterk verankerd in de lokale samenleving. Als het goed gaat met die lokale samenleving is dat goed voor onze bank. Clubs en verenigingen vormen een belangrijke pijler. Elk dorp heeft zijn vereniging, zijn cluppie. Wij willen als Rabobank de verenigingen helpen met het waarmaken van hun ambities.’

Dat klinkt mooi. Maar hoe gaan jullie dat vormgeven?
‘Elke hockeyclub heeft in de basis als ambitie om te blijven bestaan. Hockey is daarbij de kernactiviteit, maar we zien dat clubs meer willen bieden dan hockey. Een gezonde kantine bijvoorbeeld. Maar ook duurzaamheid is een belangrijk thema. Clubs willen G-hockey introduceren, sporten met asielzoekers, een BSO faciliteren of activiteiten bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Door dergelijke initiatieven staan nieuwe vrijwilligers op, ontstaan nieuwe inkomstenbronnen. Heel interessant dus.

Voor het opzetten van dergelijke trajecten is echter geld en kennis nodig. Daarmee gaan wij als Rabobank de clubs ondersteunen. De lokale Rabobanken gaan de hockeyclubs oproepen hun ambities te pitchen bij de bank. Als de bank het idee ziet zitten, maken we een sponsorcontract en krijgt die club een procesbegeleider die de club gaat helpen om die ambitie ook daadwerkelijk te verwezenlijken.’

NOORDWIJK - Interland Nederland - Nieuw Zeeland Dames, RaboSuperSerie, Seizoen 2014-2015, 11-06-2015, Nederland - Nieuw Zeeland 3-1, reclamebord rabobank.

Rabobank op de boarding bij Noordwijk

Wanneer kunnen clubs hun plannen bij de Rabobank indienen en moet je daarvoor nu bankieren bij de Rabobank?
‘Op enkele plekken in het land zijn we hiermee al begonnen en zijn al trajecten gestart. Op veel plekken in Nederland gaan de lokale banken dit jaar van start. Tweederde van de hockeyclubs bankiert al bij de Rabo. We respecteren die bestaande contracten, maar hopen met ambitieuze clubs nieuwe sponsorcontracten te sluiten. Ook hockeyclubs die nu niet bij ons bankieren kunnen hun plannen indienen. We gaan geen bestaande afkopen, maar kunnen wel nieuwe contracten sluiten.’

De Rabobank is naamgever van het Rabo Eurohockey Championships 2017? Is het EK voor jullie mislukt als er geen goud wordt gehaald?
‘Natuurlijk gaat ons hart sneller kloppen als goud wordt gehaald. Wij geloven ook heilig in de kwaliteiten van de spelers én coaches. Wij vinden dat de teams het goud meer dan ooit verdienen als we zien hoe hard en goed ze werken. Maar het blijft sport. Pech of een offday kunnen de route naar succes afsnijden. Ook zonder goud zijn we ervan overtuigd dat de KNHB een fantastisch toernooi gaat neerzetten. Maar met goud krijgt het toernooi net een beetje meer glans.’

Mink van der Weerden juicht na een rake strafcorner (c) KNHB/Willem Vernes


Wat vind jij? Praat mee...