Het is een fysiek zwaar seizoen voor Amsterdam. Coach Rick Mathijssen zag zijn spits Kelly Jonker, stofzuiger Leiah Brigitha, verdediger Judith Zeevenhooven en middenvelder Ilse Kappelle in de afgelopen maanden afhaken met ernstige blessures. Gelukkig heeft de oefenmeester de mogelijkheid een beroep te doen op een zeer talentvolle A-jeugd. Sinds de winterstop is de pas zestienjarige Noor de Baat een vaste waarde in de selectie. In de zenuwachtige wedstrijden die play-offs zijn, valt de tiener juist op door haar rustige, volwassen spel.
Ze was net landskampioen met de MA1 én met Dames 1 in de zaal toen De Baat definitief werd doorgeschoven naar de veldselectie van Dames 1. ‘Aan de ene kant jammer’, vertelt De Baat over het moment dat ze hoorde dat ze niet meer in met de jeugd zou meedoen. ‘Maar aan de andere kant: als je met Dames 1 mag meedoen is dat vet. Daar werk ik al jaren naar toe.’
De middenvelder is ondanks haar jonge leeftijd al duidelijk over doelen. In een eerder interview liet ze weten te dromen van de Olympische Spelen in Tokio 2020. Gezien de ontwikkeling die ze nu doormaakt – De Baat startte donderdag tegen Den Bosch in de basis en werd relatief weinig gewisseld – zou die droom zomaar eens werkelijkheid kunnen worden.
‘Elk passje is goed’
Naast De Baat speelde ook de tieners Felice Albers, Hannah Bergkamp en Yasmin Geerlings mee in de finale om het landskampioenschap. Coach Mathijssen is tevreden over het spel van de jonge meiden. ‘Dat de selectie flink is uitgedund, moge duidelijk zijn. Maar een paar van die meiden zaten vorig jaar nog in Meisjes B1. Dat zij het zo oppakken is heel knap. Ook dat ze zo rustig blijven in de finale. Dat vind ik mooi hoor.’ Specifiek over De Baat: ‘Elke aanname is goed, elk passje is goed.’
Opvallende kwaliteiten voor een jonge speelster. De Baat blinkt niet uit in indrukwekkende loopacties of spectaculaire passeerbewegingen. Ze wordt niet slechts binnen de lijnen gezet om zich vijf minuten lang het schompes te lopen zodat een meer ervaren teamgenoot even kan uitpuffen op de bank. De middenvelder heeft haar plek afgedwongen door hockey simpel te houden. Een onderschepping met een daarna een pass op teamgenoten als Kitty van Male, Ellen Hoog of Maria Verschoor die wel graag met de bal aan de stick aan de wandel gaan. Een balletje achteruit als dat nodig is. Misschien niet de kwaliteiten waarvoor het publiek op de banken gaat staan, maar ontzettend noodzakelijk in dit soort cruciale duels.
De Baat blijft er rustig onder. Ze voelde de spanning wel, toen ze het stadion in kwam lopen, maar heeft ook trucjes om dat onder controle te houden. ‘Mezelf niet te veel druk opleggen’, legt vwo-scholiere uit. ‘Ik hoef geen heel veld over te steken of moeilijke ballen te geven. Als ik maar hard werk.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.