Data-analist Ronald Brouwer nam verlof op om Oranje te versterken

Honderden, misschien wel duizenden keren tikte data-analist Ronald Brouwer (38) tijdens de HWL in Londen per wedstrijd op de tablet. Na zijn promotie en carrière in de civiele techniek wilde de rappe aanvaller van weleer zijn hockeykennis inzetten voor Oranje.

‘Tik, tik, tik, tik, tik’. Als de twee verdedigers Sander Baart en Sander de Wijn de bal een paar keer naar elkaar toe spelen in de opbouw van een aanval, is Brouwer vanaf de tribune zo tientallen vingerbewegingen verder. Elke actie van elke speler van Oranje krijgt van hem aandacht. ‘Op de iPad staan alle namen van de spelers. Dus als Baart naar de Wijn passt klik ik de naam van beide spelers en geef ik de actie een ‘tag’ mee. Ook als iemand balverlies leidt of een goede actie maakt. Ik weet blind waar alle namen van de spelers zitten. Misschien klik ik per wedstrijd wel vijfhonderd keer. In ieder geval heel vaak’, vertelt Brouwer, die elke wedstrijd op de Hockey World League in Londen naast assistent-coach Graham Reid vanaf de tribune bekeek.

Elke keer als een actie extra aandacht nodig heeft, roept bondscoach Max Caldas ‘special’, zodat Brouwer een bepaalde spelsituatie zo kan coderen dat er dieper geanalyseerd kan worden. Caldas doet dat zo’n dertig keer per wedstrijd, schat Brouwer in.

Ronald Brouwer in actie op de Olympische Spelen in Athene.

220 interlands en 80 doelpunten

Brouwer stond jarenlang bekend als die slimme oud-international die zich doctor mag noemen in de civiele techniek. Maar het bleef bij hem kriebelen, om zijn hockeykennis te delen. Sinds vorige maand is hij een nieuw gezicht in het begeleidingsteam van Oranje. De voormalig spits van HGC en Bloemendaal en goalgetter speelde 220 interlands en maakte tachtig doelpunten. Hij won zilver op de Olympische Spelen in Athene in 2004.

‘Ik werk op maandag voor de universiteit en van dinsdag tot donderdag voor de Vlaamse overheid’, vertelt Brouwer over hoe hij uiteindelijk in de begeleiding van zijn oude team is terecht gekomen. ‘Ik hockey ook nog bij Braxgata HC, waar Sander Baart volgend jaar speelt. Ik kan het hockey gewoon niet loslaten. Het feit dat ik zelf nog hockey, zegt genoeg. Ik ben in januari gevraagd om assistent-coach te worden bij de mannen van Australië. Daar heb ik het mijn vrouw over gehad. Dat leek me een mooi avontuur, maar na wat onderzoek bleek dat toch lastiger. Naar aanleiding van deze aanbieding heb ik Max gebeld om te praten over het coachvak en hoe hij dat ervaren heeft tot nu toe. Ik ken hem goed van zijn periode bij Bloemendaal en heb vroeger nog tegen hem gespeeld, toen hij voor Argentinië hockeyde.’

Met Mirco Pruyser op de HWL. Foto: Frank Uijlenbroek

Balwinst, balverlies en rendement in de cirkel zijn in een oogopslag te vinden

Omdat Steijn Spreij – een van de vorige video-analisten – tegenwoordig vooral veel voor het Nederlands voetbalteam doet, kwam er een plek vrij voor Brouwer. Hij heeft nu verlof genomen van zijn baan in België om deze functie te vervullen bij Oranje. Brouwer specialiseert zich op de individuele spelers en de analyse van de tegenstanders.

Achter de laptop en het programma ‘Sportscode’ laat Brouwer zien hoe inzichtelijk de wedstrijden tegenwoordig voor de spelers en de begeleiding kunnen worden gemaakt. Brouwer toont de statistieken van de poulewedstrijd tegen Schotland (3-0). Strafcorners: 5-1. Cirkelpenetraties: 42-6. Allemaal in Nederlands voordeel. Brouwer laat zien hoe het per speler werkt. Hij opent op de laptop ‘het dossier’ van Valentin Verga, de middenvelder.

Balwinst, balverlies en rendement in de cirkel zijn in een oogopslag te vinden. ‘Twee kansen, één doelpunt’, staat er. De kille cijfers bij de acties van de middenvelder. De termen ‘kansen’ en ‘balverlies’ aanklikken leveren de bijbehorende video en actie op. Zo kunnen spelers na de wedstrijd feilloos zelf zien wat ze goed doen en wat beter kan. Hoewel het begrip ‘onnodig balverlies’ en het coderen hiervan niet honderd procent waterdicht is, vertelt Brouwer. Het is als een ‘unforced error’, een ‘onnodige fout’ bij tennis. In hoeverre is dit onnodig of afgedwongen door de tegenstander? Dat bepaalt oud-tophockeyer Brouwer.

Bij zijn afscheid als speler van Bloemendaal, met uiterst rechts Joof Verhees, nu manager van de Oranje Heren. Foto: Koen Suyk

‘De analyses zijn veel geavanceerder’

De techniek van het coderen van de videobeelden is niet heel anders dan vroeger. ‘Ik keek als international naar dezelfde beelden. Alleen de analyses zijn veel geavanceerder’, vertelt Brouwer. ‘Je hebt tegenwoordig een hele database die je opbouwt met analyses van wedstrijden. Daaruit kun je zelfs een benchmark (referentiepunt) bepalen over wat het niveau moet zijn van de spelers of het hele elftal. Het bijzondere is: je kunt nu live tijdens de wedstrijd zien hoe goed je team of je individuele spelers hockeyen in vergelijking met je benchmark. Die technieken zijn tegenwoordig een stuk uitgebreider dan toen ik nog in Oranje hockeyde.’

Hij doet de analyses, maar is ook blij dat hij mee kan praten binnen de begeleiding over het team en de tactiek, vertelt hij. Daarbij beweegt Brouwer zich tussen de internationals alsof hij nooit is weggeweest. ‘Dat komt omdat ik mezelf nog als hockeyer zie misschien. Ik heb met Kempie (Robbert Kemperman, red.) een kamer gedeeld op het EK in 2009 en met Billy Bakker en Valentin Verga het WK in Delhi in 2010 gehockeyd. Weet je, in deze omgeving voel ik me als een vis in het water. Ik heb jaren zo geleefd als die gasten nu doen.’


Wat vind jij? Praat mee...