Aanvoerders over EHL-regelwijziging: ‘Het moet geen denksport worden’

De Euro Hockey League probeert dit seizoen een nieuw puntensysteem uit. In de jaargang 2017/2018 krijgen ploegen voor een velddoelpunt 2 punten en voor strafcorners 1 punt, naar het Hockey India League-model. De aanvoerders van de drie Nederlandse clubs die dit jaar in de EHL uitkomen, Glenn Schuurman (Bloemendaal), Jeroen Hertzberger (Rotterdam) en Sander de Wijn (Kampong) geven hun mening over deze regelwijziging.

Glenn Schuurman, aanvoerder Bloemendaal

‘Ik denk dat deze regelwijziging attractief hockey bevordert. Ik heb in de Hockey India League gezien dat veel spelers die de cirkel in komen toch voor een veldgoal gaan, in plaats van op zoek gaan naar een voetje. Dat leverde meer veldgoals en mooier spel op. Als speler moest je al op je hoede zijn, maar met deze regel kan je in één klap van een voorsprong naar een achterstand gaan. Wat dat betreft lijkt deze regel een aanwinst voor de neutrale kijker. Veel regelwijzigingen die ik fantastisch vind, zoals de self-pass en de videoscheidsrechter, komen uit de EHL. Het is een mooi platform om te experimenteren. Alleen ik vraag me wel eens af of als je zoveel regels jaarlijks wijzigt of het allemaal nog wel duidelijk is voor de kijkers op televisie. Er wordt ongetwijfeld goed nagedacht over dit soort wijzigingen, maar ik denk dat we altijd extra moeten overwegen of een wijziging het hockey nog wel duidelijk houdt voor de mensen buiten het hockey.

Ik vind het wel een leuke regel die de spanning bevordert. Al kan ik me voorstellen dat deze regel voor de échte stafcornerspecialisten jammer is, omdat een strafcornerdoelpunt minder waard wordt. Wat betreft onszelf is de regel redelijk bevorderlijk voor ons spel: wij maken met Bloemendaal relatief veel veldgoals.’

Jeroen Hertzberger, aanvoerder Rotterdam

‘Of we door deze regel andere resultaten gaan zien, weet ik niet. Uiteindelijk zal de betere ploeg gemiddeld gezien gewoon blijven winnen. We moeten het afwachten. Voor Rotterdam maakt het niet zoveel uit: wij maken zowel strafcornerdoelpunten als velddoelpunten. Wat wij gaan doen met deze regel moeten we nog bespreken. Ik ben altijd voor het impulsieve in sport en het lijkt me niet de bedoeling dat je als je de cirkel in loopt in een split second moet gaan afwegen of het beter is om een corner te halen of om op het goal te schieten, gezien de stand en de tijd die er nog te spelen is. Hockey doe je op intuïtie en niet op ratio. Het moet geen denksport worden.

De strafcorner hoort nou eenmaal bij het hockey, hoe je het ook wendt of keert. Waarom zou je dat willen benadelen door minder score te te kennen? Aan de andere kant denk ik dat het meer spektakel oplevert voor het publiek. Een achterstand kan in de laatste minuut nog worden omgebogen naar winst en dat is wel sensationeel. Uiteindelijk doen we het allemaal voor de toeschouwers – als die er niet zouden zijn, stonden we elkaar een beetje aan te kijken.

Wat betreft wéér een nieuwe regelwijziging, ben ik daar eigenlijk altijd wel voor. Er gaan nu geluiden op dat het wat veel is binnen het hockey met de aanpassingen van de spelregels. Maar tegelijk hoor ik niemand klagen over de self-pass. Of de videoscheidsrechter. Of shoot-outs. Die zijn allemaal uit de EHL voortgekomen, hebben het spel beter gemaakt en we zijn er allemaal blij mee. Ik denk dat we juist trots moeten zijn dat we een sport zijn die durft te veranderen in plaats van een dichtgetimmerde, conservatieve sport als voetbal.’

Sander de Wijn, aanvoerder Kampong

‘Dat deze regel bij de EHL wordt ingevoerd is niet verrassend. De hockeyfederatie speelt al langer met dit idee, omdat het in HIL goed werkt. Ik heb in de HIL gespeeld en daar beviel het goed. In de praktijk verandert er niet veel aan het spel, behalve dat er iets vaker uit moeilijke hoeken op het goal geschoten wordt. Dat komt de attractiviteit van het spel ten goede. Ook kan je in het laatste deel van de wedstrijd andere keuzes maken, bijvoorbeeld door een strafcorner buiten de stippellijn te brengen. De strafcorner is dan voorbij en dan kan je door een veldgoal opeens twee keer scoren. Met Dabang Mumbai is het ons twee keer gelukt om op die manier een wedstrijd op het laatste moment om te draaien. Maar het is moeilijker dan het lijkt.

De strafcorner blijft een kunststukje. Met Floris-Jan Bovelander, Taeke Taekema en nu Mink van der Weerden hebben we een rijke cornertraditie. Door deze nieuwe regel wordt strafcorners spelen misschien minder aantrekkelijk, maar ook in de HIL bleek dat de rechtstreekse corner nog altijd het meeste resultaat oplevert. Bij Kampong hebben met Martijn Havenga en Jip Janssen twee goede corners. Maar we hebben ook een aantal jongens in de selectie die flink kunnen knallen als ze mogen uithalen voor een tweepunter, dus we zullen die extra mogelijkheden goed onderzoeken. Bij een corner terugsjokken vanaf de middenlijn is er in ieder geval niet meer bij. Dat worden sprintduels om als eerste terug te zijn om je team te assisteren. Als corneruitloper vergt de regelwijziging ook iets meer aanpassend vermogen, omdat je rekening moet houden met de kans dat de aanval voor een veldkans gaat.

Ik denk dus dat deze nieuwe regel een goede ontwikkeling kan zijn, al moeten we oppassen dat met al die wijzigingen niet het gros van de mensen afhaakt. Ik zal de eerste ronde van de EHL in ieder geval met nog meer belangstelling volgen. Ben benieuwd met wat voor ideeën andere ploegen komen.’

 


Wat vind jij? Praat mee...