Constantijn Jonker: ‘Zondag was altijd inspanning, nu ontspanning’
Na de Olympische Spelen in Rio de Janeiro zetten veel Oranje-speelsters en -spelers een punt achter hun interlandcarrière. Inmiddels zijn we meer dan een jaar verder. Hoe is het nu met hen? Waar zijn ze mee bezig in hun leven na Oranje? Hockey.nl zocht ze op voor de serie ‘Na Oranje’.’ We trappen af met spits Constantijn Jonker.
De overgang kon bijna niet groter zijn voor Constantijn Jonker (30). Een week nadat de ex-international (93 interlands, 39 doelpunten) terugkwam uit Rio, waar hij als reserve Oranje als vierde zag eindigen, zat hij in hotel Woudschoten in Zeist bij het openingsweekend van de Beroepsopleiding van de Orde van Advocaten. Met de Braziliaanse zon nog op zijn lichaam gebrand begon hij aan het volgende hoofdstuk in zijn leven: het werk als advocaat.
‘Voor mij was al lang duidelijk dat ik na Rio 2016 zou stoppen met Oranje’, vertelt Jonker. ‘Ik was toen 28 jaar en dat vond ik nog een acceptabele leeftijd om in te stromen op de arbeidsmarkt. De advocatenopleiding begon in september, een week nadat we geland waren in Nederland. Dat was inderdaad wel snel, maar anders had ik een half jaar moeten wachten tot het volgende cluster zou starten.’
En hij was al zo ongeduldig. Wie de Kampong-spits langer kent, zal het niet verbazen dat hij zich zo snel committeerde aan zijn nieuwe, post-Oranje, leven. Al tijdens zijn periode bij het Nederlands elftal hunkerde Jonker soms naar wat meer uitdaging op ander gebied dan het sportieve. ‘Dan lag ik na een training op bed te rusten en dacht ik na over mijn leeftijdsgenoten, die zich allemaal op maatschappelijk vlak aan het ontwikkelen waren en dan hadden wij een hele dag alleen gefitnesst en een bespreking gehad. Ik realiseer me dat je voor die ultieme topsport soms juist die oogkleppen op moet kunnen houden, maar ik ben daar niet altijd even goed in geweest. Ik keek veel om me heen. Ik heb altijd veel respect gehad voor de mensen die zich goed konden focussen op één ding.’
Bedanken voor Oranje
Reeds op zijn achttiende sloot Jonker aan bij Oranje en debuteerde hij onder bondscoach Roelant Oltmans tegen Engeland. Op zijn 22ste bedankte de jonge spits al voor Oranje. Liever wilde hij zich richten op zijn studie rechten, zijn studentenleven en stage gaan lopen. Toen hij twee jaar later in 2012 vanaf de tribune de Olympische halve finale van Nederland in Londen zag, wist hij dat hij weer voor Oranje wilde spelen. Hij belde bondscoach Paul van Ass, verdiende zijn plek in de selectie en speelde daarna tot aan de Olympische spelen elk toernooi, waaronder het WK van 2014 in Den Haag.
Door die bewuste keuze afstand te nemen van het Nederlands elftal lukte het Jonker om tijdens zijn carrière een studie af te ronden en werkervaring op te doen als paralegal, waardoor hij nu inmiddels alweer ruim een jaar fulltime aan het werk is als advocaat op het gebied van fusies en overnames. ‘Het risico van te lang blijven hangen bij Oranje is dat je je te weinig ontwikkelt op andere vlakken. Er gaat zo veel tijd in zitten. Al tijdens Oranje werkte ik voor De Breij Evers Boon Advocaten als paralegal. Toen had ik een nulurencontract en mocht ik mijn tijd zelf indelen. Dat was ideaal in de combinatie met topsport, maar kwam gemiddeld neer op één of twee dagen per maand. Heel weinig.’
Van nog geen halve dag per week werkt Jonker inmiddels lange dagen. ‘Het werk bevalt me enorm, al is het ook intensief. Ik had me gerealiseerd dat het hard werken zou worden in de combinatie met hoofdklassehockey, maar met die Beroepsopleiding erbij is het nog meer dan ik had verwacht. Ik doe het met veel plezier en het geeft me ook veel energie, maar je moet er natuurlijk voor waken dat je meerdere dingen half gaat doen. Ik heb daarom ook wel vóór dit seizoen bepaald dat dit mijn laatste jaar bij Kampong Heren 1 gaat zijn. Ik vind het hockey zelf en het team nog steeds geweldig, maar ik kan door tijdgebrek en andere verplichtingen niet altijd leveren wat ik zou willen voor de topsport. Bij Kampong komen er met onder anderen Boet Phijffer, Jasper Luijkx en Koen Visser enorm talentvolle aanvallers aan en ook in dat opzicht is het een goed moment om plaats te maken. Het is overdag in Amsterdam hard doorwerken om op tijd weg te kunnen naar een training in Utrecht, in de weekenden en in de vrije avonduren vaak nog studeren of werk inhalen dat ik door hockey niet kon doen.’ Illustratief hiervoor is ook het tijdstip van het interview. Na twee weken puzzelen voor een half uurtje bellen, kwamen we pas uit op een vrijdagmiddag om 17.30 uur, als hij op de A2 rijdt onderweg naar Kampong.
Papendal ingeruild voor kantoortuin
De wekelijkse nachten op Papendal en de wekenlange toernooien in het buitenland zijn voorgoed voorbij. Maar nog altijd is de advocaat in opleiding vaak van huis. ‘Ik voel me vaak schuldig tegenover mijn vrienden en vooral mijn vriendin. Als ik zeg dat ik thuis mee eet, maar pas midden in de nacht thuis kom door overwerk bijvoorbeeld.’
‘Als topsporter ben je eigenlijk best wel asociaal. Linksom of rechtsom, dingen werden op mij afgesteld. Als ik drie weken vrij had in de zomer na een toernooi, moesten we dan wel op vakantie, ook al was dat net een drukke periode voor mijn vriendin op haar werk.’ Na een stilte, lachend: ‘Eigenlijk knap hoe ze het volhoudt met mij. Het goede is dat mijn vriendin zelf ook heel erg haar eigen ambities, verplichtingen en vriendinnen enzo heeft en dus zeker niet alleen maar thuis op mij wacht.’
‘Toen ik in Oranje speelde wist ik het al wel, maar ik besef nu des te meer dat je als international een bevoorrecht leven leidt. Lekker trainen, hockeyen met je vrienden en de hele wereld overvliegen om je hobby uit te oefenen; alles wordt voor je betaald en je bent topfit. Bij dat leven komt natuurlijk ook een nog grotere verantwoordelijkheid: als international lette ik op wat ik at: genoeg eiwitten, niet te veel alcohol, dat ik genoeg rustte en dat ik drie à vier keer per week naar de fitness ging. Nu probeer ik dat laatste ook, maar zijn er maar weinig momenten dat ik die tijd heb. Ik probeer te genieten in het weekend, maar soms moet ik dan de uren inhalen die ik ’s avonds niet heb kunnen maken door training.’
Blessures
Dat de totale toewijding aan de topsport voorbij is, merkt Jonker ook aan blessures. ‘Sinds een jaar heb ik opeens weer last van mijn hamstring, waar ik tijdens mijn tweede periode bij Oranje nooit mee kampte. Het is ook wel te verklaren, waar je vroeger nonstop bezig was met core stability, rusten en behandelen, zit ik nu twaalf uur per dag op een bureaustoel, wat uitstraalt naar je rug en je hamstrings. Uiteraard probeer ik zondags super te zijn, maar ik leef niet langer als een monnik en ga nu misschien iets sneller op een vrijdagavond nog even de stad in.’
Topsporters werken continu toe naar nieuwe piekmomenten. De wedstrijddagen zijn het moment van de waarheid voor de hockeyinternationals. Waar die zondagen vroeger nog wel een voor spanning kon zorgen bij Jonker, is het nu juist een moment van ontspanning. ‘De zondag is veranderd. Het was altijd het moment waarop ik als international moest laten zien wat ik kon. Daar trainde ik de hele week voor en dan beoordeelde je eigenlijk je week op je presteren op zondag. Verlies op zondag nam ik mee naar de trainingsweek op Papendal. Nu is de wedstrijddag gewoon weer een uitlaatklep. Lekker hockeyen, een beetje klieren en genieten. Verlies kan ik makkelijker loslaten. Nu zit ik op dinsdag soms in de auto onderweg naar de videoanalyse van het weekend en moet ik echt even nadenken wat we zondag gedaan hebben zodat ik weet wat voor soort video-bespreking we krijgen.’
‘Hockey is niet meer mijn leven of het belangrijkste in mijn leven. Het is iets waar ik nog steeds enorm veel plezier, energie en vriendschap uit haal. Ik prijs mezelf erg gelukkig met een werkgever die mijn sport accepteert en zelfs stimuleert en met collega’s die daar op een onwijs leuke manier mee omgaan. Alles overziend merk ik wel dat het goed is om na dit seizoen te stoppen. Ik geniet nog elke zondag van de Hoofdklasse, maar ik kijk sinds kort voor het eerst in mijn leven stiekem ook uit naar de tijd dat ik niet meer afhankelijk ben van bepaalde data. Maar eerst wil ik dit jaar na de titel en de EHL winst van de afgelopen twee jaren minstens net zo mooi afsluiten.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.