‘Jonger beginnen met fluiten, als we internationaal willen blijven meedoen’

Oudste bondsscheidsrechter in de Hoofd- en Overgangsklasse Juus de Kempenaer (54) maakt zich net voor zijn scheidsrechterspensioen hard voor méér jonge scheidsrechters. Dat is voor Nederland broodnodig, maar ook als we internationaal nog willen meefluiten. ‘Als je op je 30ste bondsscheidsrechter wordt, dan wordt je al geen international meer.’ 

De Kempenaer las een tijd geleden op onze site over jong fluittalent Jip Dijksman. Hij besloot Jip uit te nodigen bij een wedstrijd. Dat werd KZ – Qui Vive, waarin Jip in de line-up stond, het begin signaal floot, tijdens de wedstrijd via een oortje mee kon luisteren en de nabespreking meemaakte. ‘Ik vond het wel leuk als één van de jongste met één van de oudste scheidsrechters mee zou lopen’, vertelt De Kempenaer. Voor Jip was het een dag om niet te vergeten.

Orange Pictures / WJ Dijkdrent

De Kempenaer is zelf de oudste bondsscheidsrechter actief in de Hoofdklasse en Overgangsklasse. Hij begon pas op 38-jarige leeftijd. ‘Ik had altijd een grote mond naar de scheidsrechters, dus toen dacht ik: nu moet ik ook maar laten zien dat ik het beter kan.’

Zelf het slechte voorbeeld

Hij is zelf dus het ‘slechte voorbeeld’, zegt hij lachend. ‘Dat ik de Hoofdklasse heb gehaald is nog een wonder.’ Voor internationaal fluiten was hij sowieso te laat. ‘Stel dat je op je 30ste bondsscheidsrechter wordt, dan kun je al geen internationale scheidsrechter meer worden. Daar moet je eerst nog een aantal stappen voor zetten, en de leeftijdsgrens is 47: dan moet je internationaal stoppen.’ In de Nederlandse competitie is geen leeftijdsgrens, al moeten de bondsscheidsrechters wel steeds opnieuw de fitheidstest halen.

Bij de BIO’s (Bondsscheidsrechter In Opleiding) ziet De Kempenaer vooral 30 en 40-plussers, en de laatste tijd al iets meer 20 tot 25-jarigen. ‘Daar willen we er graag nog meer van.’ En dat is niet alleen nodig als Nederland scheidsrechters internationaal wil laten fluiten, ook voor de eigen hockeycompetities is het noodzakelijk.

Promotieklasse

‘Er is nu een zogenaamde HOK-poule: zo’n zeventig scheidsrechters die samen de Hoofdklasse Heren, Dames en Overgangsklasse Heren fluiten. Vanaf Overgangsklasse Dames worden de bondsscheidsrechters door de districten ingedeeld. Dat model gaat nu op de schop.’ De Kempenaer doelt op de promotieklasse die vanaf volgend seizoen geïntroduceerd wordt tussen de Overgangsklasse en Hoofdklasse in. ‘We redden het nu, maar het is soms wel puzzelen. Er zijn meer goede scheidsrechters nodig.’

Orange Pictures / WJ Dijkdrent

Daar is voor nodig dat er al jong begonnen wordt met fluiten. De Kempenaer prijst initiatieven als de Young Umpire Challenge. ‘Daar zie je veel enthousiaste jongens en meiden.’ En als die enthousiastelingen een Hoofdklasse-wedstrijd kijken, en zien dat er veel op de scheidsen wordt gezeurd? De Kempenaer kan het relativeren. ‘Coaches hebben altijd wat te zeuren. In the heat of the moment wordt er heel wat geroepen. Maar ze weten heus wel dat ze zonder ons de wedstrijd niet hadden kunnen spelen. Als de spanning van de wedstrijd voorbij is, dan is er zeker respect, ook van de spelers.’

‘Kortste weg naar de Olympische Spelen’

‘Je moet als scheidsrechter, ook als jonge scheidsrechter, sterk in je schoenen staan’, stelt De Kempenaer. ‘Maar bijvoorbeeld een Jip bewijst dat als je dat staat, dat je dan ook prima wedstrijden kan fluiten van een hogere leeftijdscategorie.’ En dan is fluiten heel leuk, weet hij. Alleen hoe breng je dat nu over?

‘Wat ik altijd zeg: het is de kortste weg naar de Olympische Spelen. Er zijn in Nederland nu bijvoorbeeld weinig vrouwelijke topscheidsrechters. Fanneke (Alkemade, red.) en Claire (Druijts, red.) zijn de enige die echt bij de top horen. Dus ben je 17, 18 of 19 en vind je het leuk om te fluiten. Doen! Ga ermee verder. The sky is the limit.’

Bekijk ook

• De loopbaan van een scheidsrechter