Bondscoach Hoeben: ‘Hockey5s uitstekend opleidingsmiddel’
In de derde aflevering van de serie ‘Hockey5s’ een interview met Gerold Hoeben, bondscoach van het Nederlands team dat afgelopen juli op het eerste EK meteen goud won. Welke lessen heeft hij uit dat toernooi getrokken? En welke ambities heeft de KNHB eigenlijk met het Nederlandse Hockey5s-team?
Lange tijd worstelde de KNHB met de vraag hoe de Nederlandse afvaardiging er precies uit moest zien op het eerste EuroHockey5s in Polen. Twee jaar geleden was het idee nog om voornamelijk spelers uit de Jong Oranje-leeftijdscategorie te sturen. Maar uiteindelijk werd toch gekozen voor een andere samenstelling van het team.
Spelers die door Hoeben werden geselecteerd, zijn vooral hockeyers die te oud zijn om voor Jong Oranje uit te komen, maar die nog wel in beeld zijn bij het Nederlands elftal. Jeroen Delmée, bondscoach van de Oranje Heren, gaf Hoeben een lijst van vijftig spelers uit de Hoofdklasse die hij in het vizier heeft. Aan de hand daarvan begon Hoeben rond te bellen en zijn selectie samen te stellen.
‘Voor een 21-jarige is de stap naar het Nederlands elftal groot. Wanneer hij of zij te oud is geworden voor Jong Oranje en dus alleen nog maar Hoofdklassewedstrijden en geen internationale wedstrijden meer speelt, wordt dat gat alleen maar groter’, vertelt Hoeben. ‘Zaalhockey zagen we voor dit soort spelers al als geschikt middel om toch nog internationale ervaring op te doen en zinvol beter te worden. Hockey5s hebben we nu aan dat palet toegevoegd.’
Afgevallen voor Oranje? Mogelijk naar het WK Hockey5s
Blikvanger in de selectie was natuurlijk 161-voudig international Sander de Wijn (Kampong), wiens interlandcarrière sinds de Olympische Spelen in Tokio on hold staat, maar die nog altijd de ambitie heeft om terug in Oranje te keren. Andere spelers waren bijvoorbeeld Jamie van Aert (Oranje-Rood) en Alexander Schop (Rotterdam), die afgelopen jaar de leeftijdsgrens voor Jong Oranje hebben bereikt. Enkele weken voor het begin van de EuroHockey5s in Polen kregen zij het telefoontje van Hoeben met de vraag of ze aan de selectietrainingen mee wilden doen. Bedoeling is dat dit soort spelers voortaan veel eerder weten dat ze voor dit soort toernooien in beeld zijn, zegt Hoeben.
‘Spelers van nationale (jeugd)teams willen wij voortaan een soort reisschema schetsen. Als wij van hen verwachten dat ze hun studie en hun werk opzij kunnen zetten voor het hockey, dan moeten wij aan de voorkant heel duidelijk zijn in welke routes ze kunnen doorlopen. Stel, je speelt het WK onder 21, maar je valt vervolgens af voor het Nederlands elftal, dan is ons ideaalbeeld dat je in een poule terecht komt met spelers waaruit de teams voor het WK Zaal en het WK Hockey5s worden geselecteerd en dat je met je studie of werk hebt geregeld dat je daarvoor beschikbaar bent. Als je afvalt voor Oranje, weet je dus meteen welke alternatieve routes er zijn.’
De essentie van internationaal veldhockey zit in Hockey5s, veel meer dan in zaalhockey Bondscoach Gerold Hoeben
Over Hockey5s wordt soms gezegd dat het te veel op zaalhockey lijkt. Maar als opleidingsmiddel vindt Hoeben Hockey5s veel geschikter dan zaalhockey. ‘Technisch mag je bij Hockey5s alles doen wat op het veld ook mag. Zoals slaan, liften en hoge ballen spelen. Dat vind ik een nadeel van zaalhockey, dat dat daar niet mag. Een goede zaalhockeyer hoeft nog geen goede veldhockeyer te zijn. Zaalhockey is wat meer een schaakspel’, vertelt Hoeben, die ook talentcoördinator van de KNHB is. Hij wil Hockey5s gaan inzetten als spelvorm op trainingen van Nederlands U15 en Nederlands U16.
‘Bij elf-tegen-elf-hockey is het op internationaal niveau vereist dat je duels wint. Anders creëert de tegenstander een overtal en ben je gezien. Bij Hockey5s leer je automatisch om duels te spelen. Eén tegen één, twee tegen één, twee tegen twee. De essentie van internationaal veldhockey zit in Hockey5s, veel meer dan in zaalhockey.’
Het eerste EK Hockey5s was min of meer een testtoernooi. Hoewel de sport nog in de kinderschoenen staat, vindt Hoeben dat aan de regels weinig veranderd hoeft te worden. Wel heeft hij enkele kleine aanbevelingen om Hockey5s op detailniveau te verbeteren. Uit het EK heeft hij in ieder geval de volgende lessen getrokken.
1. Met het gevaar valt het reuze mee.
Hoeben: ‘Vooraf was ik bang dat Hockey5s een gevaarlijk spel zou zijn. Met name omdat je vanaf eigen helft op doel mag schieten. Maar het gevaar bleek ontzettend mee te vallen. Het hele toernooi is er niet één noemenswaardig voorval geweest. Spelers voelen dat ze een bepaalde verantwoordelijkheid hebben en houden echt wel rekening met elkaar. Wanneer je ervoor zorgt dat ze niet te vermoeid raken, gebeuren er geen ongelukken. Het wordt pas gevaarlijk wanneer de niveauverschillen te groot zijn. Armenië verloor op het EK met 34-0 en 41-0. In dat soort wedstrijden houd je je hart vast aan. Bij de ene partij heb je te maken met onkunde en schieten de ballen alle kanten op, bij de andere partij weten ze niet wat ze niet wat ze kunnen verwachten en ook dat levert gevaar op.’
2. Dat je tegenwoordig pas vanaf de middenlijn op doel mag schieten en niet meer vanaf alle afstanden, is een goede regelwijziging geweest.
‘Hockey5s werd internationaal voor het eerst gespeeld tijdens de Jeugd Olympische Spelen in China in 2014. Toen mocht je nog van alle afstanden schieten. Doordat dat nu pas vanaf de middenlijn mag, kun je verdedigend veel beter een tactiek neerzetten. Je kunt inzakken, maar je kunt ook hoge press spelen. Ten opzichte van dat toernooi is ook het veld verkleind. De afmetingen (40m bij 23,7m) kloppen nu voor mij. Er zijn mensen die zeggen: zet een extra man in het veld, maar daar ben ik op tegen. Dan wordt het weer schaken.’
3. De challenge (een soort shoot-out) duurt met acht seconden te lang.
‘De strafcorner kennen we niet in Hockey5s. In plaats daarvan wordt er een challenge genomen, een soort shoot-out. Je begint op de kwartlijn en alle andere spelers rennen achter je aan. Hartstikke leuk. Maar als de wedstrijd in een gelijkspel eindigt, worden er óók challenges genomen, maar dan één-tegen-één. Zo’n challenge duurt acht seconden. Dat is echt te lang. In die tijd kan de keeper soms wel drie reddingen verrichten en toch nog een tegengoal krijgen. Dat wil je liever niet. Mijn voorstel is om de tijd te verminderen naar zes seconden. Of de acht seconden in stand te houden, maar in plaats van op de kwartlijn te beginnen op de middenlijn.’
4. Geef de mogelijkheid om een reservespeler aan te wijzen.
‘Op het EK mochten we een team van tien spelers samenstellen. Je hebt sowieso twee keepers nodig, want als er maar één hebt en die raakt geblesseerd, schiet de tegenstander alles binnen en is het afgelopen. Daardoor blijft er ruimte voor acht veldspelers over. Maar raakt één van hen geblesseerd, dan is het eigenlijk ook klaar. Zelfs met twee wissels kun je het dan niet meer belopen, zó intensief is het. Bovendien ga je dan fouten maken en daar komen weer blessures van. Daarom pleit ik voor een reserve, die je mag inzetten in het geval van een blessure. Net als bij de grote toernooien in het veldhockey. In dat geval behoud je een wedstrijdselectie van twee keepers en acht veldspelers.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.