FIH-CEO Weil: ‘Hockey5s heeft potentie om olympisch te worden’

In de vierde aflevering van de serie ‘Hockey5s’ een interview met Thierry Weil, de CEO van de internationale hockeybond FIH. Hoe ziet de FIH de toekomst van Hockey5s voor zich? En verwacht Weil dat Hockey5s op termijn elf-tegen-elf gaat verdrijven?

Om meteen met de deur in huis te vallen. Veel grote hockeylanden vrezen dat Hockey5s elf-tegen-elf gaat vervangen op de Olympische Spelen. Is die vrees terecht?
Thierry Weil: ‘Nee. Daar is absoluut geen sprake van. Ik snap best dat grote hockeylanden daar bang voor zijn, maar daar is geen enkele reden voor. Wij zien Hockey5s als iets dat naast elf-tegen-elf bestaat. Niet in plaats daarvan.’

Is het wel een doel om van Hockey5s een olympische sport te maken?
‘Een doel is misschien te zwaar aangezet, maar het zou wel het resultaat kunnen zijn. Hockey5s is meer urban dan veldhockey. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) geeft steeds meer urbansporten een kans. Skateboarden en breakdancen zijn al olympische sporten geworden. Er is sowieso een trend gaande dat alles sneller, spannender en spectaculairder moet. Kijk naar Rugby Sevens en 3×3 basketbal. Mocht Hockey5s dus aanslaan, dan verwacht ik dat het IOC het met veel belangstelling zal volgen.’

Hockey5s werd gespeeld tijdens de Jeugd Olympische Spelen van 2014 en 2018, maar lijkt nu pas langzaamaan van de grond te komen. Afgelopen zomer organiseerde de FIH een officieel oefentoernooi in Zwitserland, Lausanne. In 2024 staat het eerste WK gepland, in Oman. Wat wil de FIH bereiken met Hockey5s?
‘Dat zijn eigenlijk twee dingen. Ten eerste meer mensen over de hele wereld bekend met hockey laten worden. Ik kom uit Frankrijk, uit een deel van het land waar hockey totaal niet bekend is. Stel dat je daar een club wil oprichten, dan zou dat heel moeilijk zijn. Hoe kom je aan genoeg spelers? En aan een veld? Hockey5s introduceren is een stuk makkelijker. Daar heb je geen permanent veld voor nodig. Je kunt bovendien overal spelen: op het strand, op een tennisveld, op pleintjes in de stad. Als spelers eenmaal kennis met Hockey5s hebben gemaakt, maken ze hopelijk sneller de stap naar elf-tegen-elf.’

‘Ten tweede willen we zoveel mogelijke landen de kans geven om internationale wedstrijden te spelen. Nu zijn er te veel landen die de spelers, de financiële mogelijkheden en de infrastructuur niet hebben om op topniveau te spelen. Voor die landen is Hockey5s veel laagdrempeliger. Daarom hebben we het WK in het leven geroepen. Zodoende worden op elk continent kwalificatiewedstrijden gespeeld. Dat opent voor veel kleinere hockeylanden de deur naar internationale wedstrijden.’

In juni vond het toernooi in Lausanne plaats [zonder Nederland]. India won bij de mannen, Uruguay bij de vrouwen. Hoe kijk je terug op dat toernooi?
‘Het was voor het eerst dat wij zo’n toernooi organiseerden. Ons doel was om Hockey5s naar de mensen te brengen. Het veld lag op Place de la Navigation, een druk plein in de stad. Ik had verwacht dat voorbijgangers hooguit even zouden stoppen, één of twee minuten zouden blijven kijken en dan door zouden lopen. Maar wat gebeurde er? Ze pakten een stoel en bleven de hele wedstrijd zitten. Dat is precies wat we wilden. Van veel toeschouwers hoorden we dat we wel ijshockey kenden, maar veldhockey niet. Het is een enorme winst dat zij kennis met de sport hebben gemaakt. Hetzelfde hebben we gezien op het eerste EK, in Polen. Spelers van Zwitserland vertelden dat ze voor het eerst voor een publiek van vijfhonderd man speelden. Geweldig.’

Op het EK in Polen ontbraken Engeland, Duitsland en Spanje. Nederland en België waren de enige twee grote hockeylanden die deelnamen. Begrijp je de zorgen van grote hockeylanden?
‘Veel grote hockeylanden zijn inderdaad argwanend over Hockey5s. Ik begrijp volkomen als een bond besluit om momenteel niet mee te doen aan Hockey5s. Er zijn landen die de afgelopen vijftien jaar heel veel in elf-tegen-elf hebben geïnvesteerd. Neem België. Hoeveel inspanningen zij wel niet hebben verricht om olympisch en wereldkampioen te worden. Maar ik weet zeker dat alle grote hockeylanden uiteindelijk over de brug komen. Nederland vroeg zichzelf ook een tijd lang af of ze wel naar het EK moesten gaan, maar zag uiteindelijk in dat het een mogelijkheid was om behalve de veldinternationals ook andere spelers een kans te geven om wedstrijden op topniveau te spelen. Tot die conclusie zullen andere toplanden ook komen, verwacht ik.’

Landen als Polen, Schotland en Zwitserland schurken tegen deelname aan het EK voor A-landen aan. Vrees je niet dat zij zich volledig op Hockey5s gaan richten en elf-tegen-elf laten schieten? Met andere woorden: ben je niet bang dat er door de introductie van Hockey5s geen nieuwe toplanden in het elf-tegen-elf meer bijkomen?
‘Ik heb in Lausanne veel mensen rondom het Zwitserse team gesproken. Die hebben laten weten dat ze zich op beide takken blijven richten. Natuurlijk kan het gebeuren dat kleine hockeylanden die inzien dat ze met elf-tegen-elf nooit de top gaan halen, zich voor honderd procent op Hockey5s gaan richten. Maar voor mij is dat okee. Ik zou het volkomen begrijpen. Dat heb ik liever dan dat ze nu al weten dat ze de komende vijftien jaar nooit op een WK staan.’

Het eerste EK Hockey5s werd gewonnen door Nederland. Ben je niet bang dat Hockey5s opnieuw gedomineerd gaat worden door de traditionele hockeylanden in plaats van kleine hockeylanden en zodoende zijn doel enigszins voorbij schiet?
‘Nee, dat verwacht ik niet. In het zaalhockey gebeurt dat ook niet. Ik weet zeker dat het deelnemersveld van het WK Hockey5s en het WK op het veld nooit volledig hetzelfde zal zijn.’

Lees ook

• Bondscoach Hoeben: ‘Hockey5s uitstekend opleidingsmiddel’