Een buiging voor twaalfvoudig landskampioen Raoul Ehren
Zeven landstitels veroverde de 44-jarige Raoul Ehren als hoofdcoach van Den Bosch. Eerder greep hij er als assistent ook al vijf. Het zijn bizarre aantallen. Een portret van de succestrainer wiens honger nog steeds niet is gestild.
Normaal gesproken is Ehren tijdens de wedstrijd de rust zelve. Observeert hij vanaf de zijlijn in stilte hoe zijn troepen in het veld ten strijden trekken. Zelden tot nooit zul je hem betrappen op een verbale uitbarsting, zoals Michel van den Heuvel zich daar wel toe laat verleiden. Maar afgelopen zaterdag gebeurde er iets vreemds. Toen Den Bosch in de finale tegen Amsterdam drie minuten na de tweede Bossche treffer en één minuut voor de laatste drinkpauze zomaar een tegentreffer weggaf (de 2-1), liet Ehren opeens een andere kant van zichzelf zien. Hij riep zijn speelsters bij elkaar en ontplofte. Woedend sprak hij hen toe.
‘M’n linkeroor zit nog steeds dicht van wat hij allemaal riep’
‘Ik werk nu al twaalf jaar met Raoul samen, maar ik heb hem nog nooit zó boos gezien’, zei elfvoudig landskampioen Maartje Paumen kort na de wedstrijd. ‘M’n linkeroor zit nog steeds dicht van wat hij allemaal riep. Het is totaal niet typerend voor hoe Raoul is. Over het algemeen is hij juist heel rustig. Maar als het moet, geeft hij een donderpreek. Nou, dan ga je wel harder rennen hoor.’
Een half uur na de wedstrijd kon Ehren zich er nog steeds over opwinden. Het vuur stond weer in z’n ogen. ‘Na de 2-0 kun je wel van blijdschap met z’n allen op elkaar gaan liggen, maar je moet juist snel terug de focus in. Nu zie je dat één minuut voor de drinkpauze toch de 2-1 valt. Daar krijgt Amsterdam niet één vitamineboost van, maar wel twintig.’ Voor even schoot hij weer in zijn boze stand. Alsof hij weer midden in de wedstrijd zat. Alsof de oorlog nog niet was gewonnen.
Slechts één keer klopt hij zichzelf op de borst: als het om zijn hoeveelheid landstitels gaat.
Het is Raoul Ehren ten voeten uit. Nooit neemt hij genoegen met een acht. Altijd wil hij er een negen of een tien van maken. Net zoals het Ehren typeert dat hij niet graag over zichzelf praat. Gepokt en gemazeld ontwijkt hij vragen over zijn eigen aandeel in de dominantie van Den Bosch. Handig buigt hij vragen over zijn zevende landstitel als hoofdcoach om naar antwoorden over de stormachtige ontwikkeling van talenten als Frederique Matla, Maartje Krekelaar en Pien Sanders. Slechts één keer klopt hij zichzelf op de borst. Als er wordt gezegd dat hij nog maar één titel achterloopt op Herman Kruis, die met Den Bosch acht keer landskampioen werd. Dan zegt hij: ‘Ik tel mijn vijf titels als assistent ook mee.’ Lachend: ‘Dus eigenlijk lig ik er op Herman al vier voor.’
‘Wij hoeven elkaar maar één keer aan te kijken en we weten wat we bedoelen’
Lovend is Maartje Paumen over de trainer met wie ze ook persoonlijk een goede band heeft. ‘Raoul is een typische vrouwencoach. Hij voelt ons heel goed aan. Hij staat dichtbij de speelsters en weet veel van ze. Eigenlijk is hij gewoon een gevoelige gozer die zich goed kan inleven in een damesteam. Tactisch is hij supersterk. Hij heeft verstand van het spelletje. Daarnaast wil hij het sámen doen – en niet alleen. Hij is niet te trots om een beslissing te nemen in overleg met de speelsters die hij belangrijk vindt. Ik vind het heel bijzonder dat ik al zó lang zo’n klik met een coach heb. Wij hoeven elkaar maar één keer aan te kijken en we weten wat we bedoelen.’
Toen Paumen dit seizoen uit de winterstop kwam, had ze het zwaar. Haar lichaam was op. Mentaal was ze moe. Samen bedachten ze een plan om haar nog één keer voor de play-offs fit te krijgen. Natuurlijk wel in overleg met de rest van de staf, maar Ehren liet Paumen vooral zelf haar route bepalen. De consequenties die dat met zich meebracht, accepteerde hij zonder problemen. Daarom trainde Paumen in het begin van de tweede competitiehelft maar twee keer per week met de groep mee. Om fitter te worden, richtte ze zich vooral op individuele trainingen. ‘Er zijn maar weinig coaches die dat zouden accepteren en daaraan mee willen werken’, aldus Paumen.
‘Raoul wordt nog steeds wel eens onderschat’
‘Ik vind het meer dan terecht dat er een groot artikel over Raoul wordt geschreven’, zegt ook 151-voudig international en tienvoudig landskampioen Lidewij Welten. ‘Raoul wordt door de hockeywereld nog steeds wel eens onderschat. Misschien omdat hij als een stille kracht wordt gezien. Sommige mensen zien zijn invloed op de spelersgroep niet. De reden dat wij Raoul continu laten bijtekenen, is zijn klik met de groep. Hij kent ons door en door en weet hoe hij ons kan triggeren. Kijk hoe gretig wij – na al die landstitels – dit jaar weer op het veld hebben gestaan.’
‘Raoul is een goede coach. Hij ziet alles, hij weet alles. Het zal zelden zijn gebeurd dat wij door iets werden verrast dat Raoul over het hoofd had gezien. Hij weet precies wat we nodig hebben. Hoe we slim moeten spelen. Wij kunnen wel het mooiste spel laten zien, maar daar win je de oorlog niet mee. Er is niemand langs de kant die een award uitdeelt voor de mooiste opbouw.’
‘Toen hij na dat jaar bij Push terugkwam, was hij veranderd’
Als speler speelde Ehren van 1991 tot 2000 in Den Bosch Heren 1, de ploeg waarmee hij in 1998 de landstitel veroverde. In 2003 begon hij als assistent-trainer van Dames 1. Onder de vleugels van Herman Kruis werd hij onderdeel van een ploeg die zes jaar daarvoor voor het eerst landskampioen werd en sindsdien ieder jaar de titel veroverde. De functie van assistent bekleedde hij vijf jaar lang. In die vijf jaar begroette hij op een dag een nieuwe speelster. Een 18-jarig talentje uit Limburg – afkomstig van Oranje Zwart – die later onder zijn leiding zou uitgroeien tot de topscorer van de Hoofdklasse aller tijden. Eenmaal als vedette bleef Paumen hem altijd trouw.
‘Hij was in die tijd een stuk rustiger dan hij nu al is’, weet Paumen nog. ‘Tactisch was hij sterk, maar hij was nog wel erg op de achtergrond. Niet zo gek ook. Hij ging net het trainersvak in. Hij gaf ons wel training, maar veel andere taken had hij nog niet. Hij is een jaar weggeweest toen hij hoofdcoach werd van Push. Toen hij na dat jaar terugkwam, was hij veranderd. Hij durfde meer zijn stempel op de groep te drukken. Als hoofdcoach zei hij: ik wil dat we het nu zo en zo gaan doen.’
‘We willen altijd winnen, dat begint al bij ieder wedstrijdje op de training’
In het jaar met Push Dames 1 werd hij kampioen van de Overgangsklasse. Als assistent-bondscoach van de Jong Oranje Dames (2009-2010) werd hij wereld- en Europees kampioen en als hoofdcoach van Jong Oranje (2011-2013) herhaalde hij dat kunststukje. Tel daar zijn prijzen met Den Bosch bij op en zijn prijzenlijst is veel te lang om in een paar regels samen te vatten.
Zijn grootste kracht is dat hij altijd hongerig blijft. ‘Mijn speelsters en ik hebben een gezamenlijke drang om continu beter te worden. We willen altijd winnen, dat begint al bij elk wedstrijdje op de training. We kijken kritisch naar elkaar en benoemen de dingen waarvan wij vinden dat ze beter moeten. Aan het begin van het seizoen hebben we tegen elkaar gezegd: het is leuk om weer kampioen te worden, maar wat is ons doel? We moeten de drive blijven hebben om onszelf te verbeteren. Die ambitie hebben al deze speelsters ook. Anders hebben ze niets bij Den Bosch te zoeken.’
3 Reacties
gijssegers
Het toch wel heel knap van Raoul Ehren om al die jaren achtereen met zijn team zulke prestaties neer te zetten. Petje af! Nederland heeft gewoon een geweldige toekomstige BONDSCOACH, persoonlijk vind ik het erg vreemd dat deze man na zijn Jong Oranje periode niet is doorgeschoven naar HET Oranje. Hopelijk gaat dit in de toekomst gebeuren!
RoyBax
Raoul is een enorme kanjer. Al als speler en ook als trainer & coach. Op naar een volgend dozijn! Met veel passie en drive!!!!
GabyvanHout
Geweldige erelijst. En Raoul is nog niet klaar.