Afscheidsinterview bloedfanatieke Cox: ‘Het is gewoon klaar. Het is op.’
De succesvolle Kampong-coach Alexander Cox (42) verraste vriend en vijand dit jaar met het bericht dat hij uit de hockeywereld stapt. Hij is met zijn broer Robert-Jan begonnen met een nieuw bedrijf. ‘Ik heb vanaf mijn 28ste gezegd dat ik niet wist of ik dit tot mijn zestigste wilde doen.’
Het was op het EK in Antwerpen, waar Ierland onder zijn leiding laatste werd, dat Alexander Cox bijna zeker wist dat hij klaar was met tophockey. Het hotelritme, zoals hij het omschrijft, was hem opgebroken. Trainingsdag, rustdag, vrije dag. ‘Elke ochtend ontbijt, in hetzelfde pakje als iedereen. Ik had er geen zin meer in. Ik werd daar kriebelig van.’
Als Ierland voor olympische kwalificatie Canada kan treffen, blijkt het definitief. ‘Dat was de bevestiging. Twee weken naar Canada, plus nog een voorbereiding op de Olympische Spelen en nog vier weken naar Tokio: ik keek daar tegenop’, zegt de coach die twee olympische cycli meemaakte en als assistent-coach van bondscoach Max Caldas goud won met de Oranje Dames op de Olympische Spelen van Londen en het WK in Den Haag.
Cox kon lang het gevoel negeren, maar op een gegeven moment was het op
Cox blikt terug in zijn tuin in Amstelveen op zijn carrière, die begon als speler van Schaerweijde. De coach is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse oud-international Marsha Marescia. Samen verwachten ze binnenkort hun tweede kind. Na veertien jaar tophockey was de fanatieke, soms maniakale Cox, klaar voor een nieuwe fase in zijn leven. ‘Voor mij was het gevoel: ik rijd nu in een Ferrari, maar ik rijd eigenlijk liever in een Porsche. Dat kun je lang negeren, maar op een gegeven moment wil je toch wel echt die Porsche.’
Zijn broertje Robert-Jan was hem al voorgegaan. Die was vorig jaar opgestapt als coach van Laren Dames 1. Jarenlang hadden de broers het er al over wat ze samen konden doen als ondernemers. Robert-Jan zag een half jaar geleden het logo van hun nieuwe bedrijf en vond het meteen goed. Perfectionist Alexander is nog steeds niet tevreden en stuurt elke keer weer een nieuw voorstel van het logo naar zijn broertje. Robert-Jan neemt meer risico. Bij oudere broer Alexander wint de ratio het nog vaak van de intuïtie.
Er smeult altijd wat in dat lichaam van de perfectionist
In zijn tuin in Amstelveen vallen de tatoeages van Cox goed op. Op zijn rechterarm heeft hij een jachtvliegtuig, op zijn linkerarm blinkt in het zonlicht een piratenschip. Als hij weer een sigaret opsteekt, is de onrust van Cox voelbaar. Hij is extreem, lijkt van binnen een vulkaan. Er smeult altijd wat in dat lichaam. Gedreven door perfectionisme dat hem succesvol maakt, maar hem ook opbrandt.
Heb je last van dat extreme karakter?
‘Alles kost bij mij veel energie, maar ik krijg er ook veel energie van. Als ik ergens voor ga, dan zet ik mijn klauwen erin en dan laat ik niet meer los. Zo houd ik van golfen. Dat doe ik zo vaak mogelijk. Dan ga ik zes uur op een driving range staan, ben ik gierend fanatiek, laat ik daar een video van maken en maak ik me continu boos. Dan ga ik thuis lezen hoe het beter kan. Maar ik heb ook periodes dat ik mijn tas op zolder zet en er helemaal klaar mee ben. Alles of niets, zo ben ik.’
Wat zuigt de meeste energie, als hoofdcoach?
‘Dat je je altijd verantwoordelijk voelt voor het welzijn van het hele team, en de prestaties. Het zijn twintig individuen waar jij een oogje op houdt. Dat je ziet dat twee jongens niet zo lekker samen gaan. Moet ik daar wat mee? Zondag speel je tegen die tegenstander. Je bent er in je hoofd continu mee bezig. Je moet altijd weer winnen.’
Ben jij iemand die op zaterdagavond, als je met familie of vrienden was, de wedstrijd van zondag los kon laten?
‘Vroeger echt totaal niet. Dat is pas de laatste jaren beter gegaan. Dat komt ook door de successen. Toen wij in 2015 de finale om de landstitel verloren van Oranje-Zwart, ging ik aan mezelf twijfelen. Wat deed ik fout als coach? Het seizoen erna wonnen we de EHL en de twee jaren daarna de landstitel. Die EHL-winst in Barcelona was voor ons allemaal superbelangrijk. Voor mezelf was het de bevestiging dat ik ook als hoofdcoach grote prijzen kon winnen. Het gaf rust, terwijl ik daarvoor altijd twijfelde. Het werk wordt dan makkelijker.’
Wat heb jij moeten veranderen na die verloren finale, om succesvol te worden?
‘Er kwam zoveel kritiek van buiten en binnen de club, dat ik dacht: jullie kunnen de boom in. Toen begon ik oorlog te zoeken. Een teamgevoel: wij tegen die anderen. Wij hielden een goede verhouding met andere teams, maar het werd wel vreselijk om tegen ons te hockeyen.’
Jouw grote voorbeeld is José Mourinho, de Portugese voetbalcoach. Liet je jouw team, dat ook verdedigender ging spelen in die tijd, steeds meer resultaathockey spelen, met het signatuur van Mourinho?
‘Nee dat denk ik niet. Ik heb bij Kampong juist meer gebruik gemaakt van het voorbeeld van de basketballers van de Detroit Pistons (bijnaam van de Pistons: Bad Boys, red.), die in 1989 en 1990 de NBA wonnen, tegen onder andere Michael Jordan. Daar is ook een documentaire van. Die hebben we met Kampong vaak gekeken en er veel over gesproken. De verschillende rollen binnen ons team werden daardoor duidelijker.’
Kampong als de Bad Boys van de Hoofdklasse? Met Lars Balk in de rol van de harde Bill Laimbeer?
‘Ja, die Laimbeer was een hele lieve jongen buiten het veld, maar kiezelhard in het veld. De man die Michael Jordan ellebogen gaf, in het team dat de ‘Jordan Rules’ hanteerde (een tactiek om Michael Jordan af te stoppen, duidelijk te zien in de documentaire The Last Dance, red.). Kempi (Robbert Kemperman, red.) kan excelleren omdat Balk de rommel opruimt. Het belangrijkste wat we uit de docu leerden, behalve de rolverdeling, is het wij tegen zij. Wat anderen vinden is irrelevant. Dat gevoel zit heel erg in die docu. De Kampong-regel werd dat het voor tegenstanders klote moest zijn om tegen ons te spelen. Vanaf toen was het zo dat je best tegen ons gelijk kon spelen, maar nooit van ons kan winnen. Vraag maar aan mijn spelers, ik vind 1-0 nog steeds de mooiste uitslag.’
Hoe hard heb jij aan het team moeten sleuren, om het maximale eruit te persen?
‘Er zijn wel grapjes gemaakt op mijn afscheid. Uitgebreide speeches, hoe ik uit de bocht kon vliegen. Dat het niet altijd even makkelijk werken was met mij. Maar ze waardeerden dat ik honderd procent eerlijk was, zonder geheime deurtjes. Eerlijkheid is niet altijd leuk, maar topsport is ook niet altijd even leuk.’
Wat is daar een voorbeeld van?
‘Ik heb Constantijn Jonker een paar dagen voor onze tweede landstitel publiekelijk op de training verteld dat ik het niet eens wat met zijn houding en zijn inzet. Dat was best tricky. Ik was benieuwd hoe hij zou reageren. Waren we hem kwijt, of zou hij het goed oppakken? Hij liep stil van de training, maar stond er gewoon wel in de wedstrijden. Hij omhelsde me na de tweede titel en vond het gewoon prachtig dat hij met zijn clubje weer landskampioen werd, in zijn laatste wedstrijden als tophockeyer. Hij gaf me laatst een hele collage van foto’s waar alleen hij en ik opstaan. Dat had ik echt niet verwacht. Dan merk je dat je eerlijkheid gewaardeerd wordt. Ik heb jaren met hem moeten strijden op het veld. En toch kon hij mijn werkwijze waarderen. Het is tekenend voor de persoon Connie. Hij is een goede vent.’
Wat is een moment in de play-offs dat je is bijgebleven?
‘Wij verloren de eerste wedstrijd van de finale vorig jaar op Kampong. Wij speelden slecht en het zat niet lekker in het team. De dag erop gingen we trainen. Iedereen stond in groepjes bij elkaar. Er was veel onvrede binnen het team. Verschillende gasten zeiden: ‘Aal, als we zo naar Bloemendaal gaan zaterdag, dan hoeven we net zo goed niet te gaan.’ Toen heb ik veel met David (Harte, red.) en Kempi gepraat. Zij blijven altijd nuchter in dat soort situaties. Kempi heeft het team vrijdagochtend geappt dat er ’s avonds bij hem een barbecue was, om tot elkaar te komen. Een paar gasten reageerden dat ze niet konden, maar Kemp liet duidelijk merken dat iedereen erbij moest zijn. Wij hadden toen een leuke en ontspannen barbecue, met zelfs een klein drankje. Door die vrijdagavond konden we zaterdag toch met z’n allen gas geven en winnen. Alleen was zondag, ook door blessures, de koek echt op.’
Hoe kijk je nu terug op de hockeywereld?
‘Het is een mooie wereld, waar ik veel aan te danken heb. Van het huis waar ik nu woon, tot en met de vriendschappen. Zeventig procent van mijn vriendenkring komt uit die wereld. Het plezier, het succes, het komt allemaal van het hockey. Straks sta ik bij de eerste wedstrijd van Kampong, zonder verantwoordelijkheid, maar met een cappuccino, omdat ik de sport zo leuk vind.’
Accepteert de hockeywereld een jongen zoals jij, die extreem is en wat rafelrandjes heeft?
‘Scherpe randjes worden in de conservatieve hockeywereld minder snel leuk gevonden. Ik weet nog dat ik op de Olympische Spelen in Londen duidelijk mijn tatoeages op mijn armen verborg hield. Je ziet dat het wordt gewaardeerd, als je je gedeisd houdt. Dat is ook de kwaliteit van de hockeywereld: er zijn veel goed opgeleide mensen, netjes, welbespraakt. Ik denk alleen dat veel mensen die in de hockeywereld werken, zoals coaches en trainers, op de handrem functioneren. Omdat ze niet hun volle persoonlijkheid kunnen laten zien. Je kunt niet zomaar alles doen en jezelf zijn. Je kunt je beter gedeisd houden. Dat geldt ook vaak voor beleidsbepalers. Wij zijn er een kei in om in het hockey iedereen tevreden te houden. Dan wordt alles een compromis.’
Robert-Jan was al gestopt als coach. Jij stopt ook, zoals er de afgelopen jaren wel meer zijn afgehaakt. De aanwas van goede jonge coaches is beperkt. Roelant Oltmans (66) wordt jouw opvolger. Is het onaantrekkelijk om lang coach te zijn in het hockey?
‘Ik denk dat negen van de tien hoofdklassecoaches professionals zijn en ik denk dat veel van die coaches teleurgesteld zijn in de werkomgeving waarin ze hun vak uitoefenen, terwijl ze keihard werken. Als hockeycoach je vak is, wil je dat ook serieus doen. Die verdienen een professionelere Hoofdklasse, dan wat we nu hebben. Toen wij afgelopen jaar een oefenwedstrijd speelden op veld 9, omdat er Pro League was, kwam de tegenstander, een lager team uit de Hoofdklasse, een kwartier voor aanvang in hun kloffie aanzetten. Dat zijn momenten dat ik denk: waarom zit ik hier fanatiek te doen, als zij het allemaal niet serieus nemen?’
‘Op de Olympische Spelen werk je in een topsportomgeving en is alles strak geregeld. In de Hoofdklasse moet het professioneler. Zoals kinderen op het hockeyveld, als je met de warming-up bezig bent. Of in de rust. Dat vinden mensen de charme van het hockey. Ik vind dat ouderwets. Het is geen charme dat er kinderen op het veld zijn en dat ze in de weg lopen. Dat is amateuristisch. Waarom zou je die folklore handhaven? Je kunt echt wel de gezelligheid behouden, maar het amateurisme wegdoen.’
Je bent een nieuwe onderneming met Robert-Jan gestart. Hoe ver zijn jullie met de voorbereidingen?
‘Binnen een paar weken moeten we geld gaan verdienen. Wij maken wrapping folies, die je voor alles kunt gebruiken. Voor interieur en voertuigen. Het restylen van je interieur. Robert-Jan had al een pand in Uithoorn en daar hebben we nu het naastgelegen pand bijgekocht. Nu hebben we driehonderd vierkante meter. De loods is bijna af. Ik heb eindelijk mijn eigen zaak, met een product dat ik mooi vind. Dat wilde ik mijn hele leven al. Er wordt zoveel gewrapt tegenwoordig. Ook op evenementen. Dan is het wrappen zelf niet duurzaam, maar de producten die verschillend gewrapt worden wel.’
Ga je ooit nog coachen in het hockey, denk je?
‘Misschien. Ik hoop dat ik het niet meer hoef te doen als hoofdbaan. Ik hoop dat ik op korte termijn mijn dochter op zaterdagochtend kan gaan coachen.’
Is dat niet zielig voor die kinderen, zo’n fanatieke coach?
‘Haha, nee. Ik denk juist dat ik dat prima kan. Als jij zoveel fanatieke ouders hebt meegemaakt langs de kant, dan leer je zelf wel minder fanatiek te zijn hoor.’
21 Reacties
luchtisblauwgrasisgroen
Voor de hoofdklasse is het jammer dat hij stopt, om vervolgens plastic wrappers te gaan verkopen (daar wordt niemand gelukkig van). Heb respect voor wat hij bij Kampong heeft gedaan (behalve het geklaag en zoeken naar excuses bij verlies in finales) en hoe hij op zijn manier wilde winnen (voor het grote publiek is 1-0 de minst aantrekkelijke uitslag). Ik verbaas me echter over de vergelijking die hij trekt: van een Ferrari naar een Porsche? Hij de Klapperboom ook op zijn voorhoofd kunnen tatoeëren.
jvolcano
Als hij bij Bloemendaal aan de slag was gegaan had je wel anders gereageerd.
asjemenou
In zijn fanatisme weet hij dus ook persoonlijke grenzen te stellen. Top, hou ik van. Zouden meer hockeytrainers, bestuursleden en mensen in een vereniging moeten doen. Werkt voor iedereen verfrissend. Succes met je nieuwe bedrijf en ouderschap van je hockeyende kinderen.
RobV
Ergens wel jammer natuurlijk. Ik had hem graag eens als bondscoach bij de Oranje heren willen zien, want ik denk dat ze zo iemand nodig hebben in de fase waarin ze nu zitten. Het pappen en nathouden werkt niet meer en de knuppel in het hoenderhok gooien misschien wel (als dit niet wat teveel zegswijzen in eenzelfde zin zijn). Maar het heeft niet zo mogen zijn helaas. Vooral afgeknapt op het randgebeuren, gebrekkige mentaliteit en het gebrek aan professionaliteit, zo lijkt het. Maar het mislukte avontuur bij Ierland zal toch ook een rol hebben gespeeld? Dat mis ik nog een beetje in dit verhaal.
hw
De BBQ op de achtergrond top 🤙🏻
Runa Honig
Wat mij betreft de beste coach op de Nederlandse velden, dus een groot verlies. Deze fanatieke broeder gaan we heus nog wel een keer terugzien, maar nu even hockey burnout en waarschijnlijk speelt zijn gezinssituatie een rol.
stekel
met welke on-navolgbare reeks aan (internationale) successen?
rancoburgzorg
@luchtisblauwgrasisgroen Ee, 1-0 uitslag is nu juist een zeer aantrekkelijke uitslag voor het publiek. Het betekent namelijk dat de wedstrijd spannend is geweest. 5-0 of zo, daar wordt je niet gelukkig van als toeschouwer.
luchtisblauwgrasisgroen
Niet de manier waarop Kampong speelde: 95% in eigen cirkel en dan op miraculeuze wijze een doelpunt maken. Knap dat ze dit konden, leuk om naar te kijken is het echter niet (helemaal voor bredere publiek).
jobe
Eerlijk en oprecht interview. Spijker op z’n kop. De hockeywereld: een wereld waarin emotie en karakters niet geduld worden. Op je tenen lopen, breekt uiteindelijk altijd op. Doodzonde dat iemand op zijn leeftijd eigenlijk al opgebrand is. Fijn dat hij iets gaat doen waar hij gelukkig van wordt.
knap
Het is een goede keuze van Cox. Hij heeft inderdaad gelijk dat als je je wat minder gedeisd opstelt, je in de hockeywereld niet geaccepteerd wordt. Het zorgt voor enorm veel kontenlikkers en eenheidsworsten. Neem daarbij in veel gevallen (de vermogende of ex tophockeyers) bestuursleden die er geen bal van snappen, maar wel vaak denken dat ze geweldig zijn en je bent snel klaar als je een gedreven, eerlijk en vooral fanatiek persoon bent (die zijn grenzen opzoekt). De hockeywereld heeft meer mensen nodig die wel eens over grenzen heen gaan. Jammer voor de hockeywereld dat hij stopt.
jobe
Amen 🙏
opleidenkey
En daar is geen woord Spaans bij!
kikkerjan
Ik denk dat hij ideaal is voor opbouw van ‘nieuw’ jong jeugdig Ned XI tal waarin hij à la Van Gaal zijn stempel kan drukken op die selectie en grote successen zou kunnen behalen! Belangrijk is wel een complementair begeleidingsteam met wat humor en relativeringsvermogen.
niekhendriks
Alle lof voor Alexander. Maar wat ik vreemd vind is dat alle jeugdtalenten onderdak zoeken bij andere clubs: Amsterdam, Huizen, Voordaan, Schaerweijde, USHC, Qui Vive, Upward, Victoria. Notabene spelers die landskampioen zijn geworden met JA1 in 2017. En ik weet zeker dat dit niet aan hun mentaliteit ligt!
knap
Toch opvallend dat deze jeugdspelers geen ander hoofdklasseteam vinden als ze zo goed zijn. De stap van jeugd naar top hoofdklasse mannen is te groot.
fantophockey
Zo bloedfanatiek is mooi om te zien en te horen. Professionaliseren is idd heel hard nodig ! Bedrijfsmatig zal hij ook daardoor altijd slagen ! Succes Alexander en hopelijk ooit terug op het hockeyveld in hobbymatige functie. Hockey heeft mensen zoals jij nodig om stappen te kunnen maken en verdere professionalisering te kunnen doorvoeren.
maaja
Mee eens fantophockdy... Maar hoe professioneel kunnen we zijn als hockey in de rest vd wereld nauwelijks op enig aanvaardbaar niveau wordt beoefend? Alleen de Belgen en Aussies beoefenen hockey op topnivo. Commercieel gezien is hockey zoals we dat op dit moment beoefenen voor structurele geldschieters nauwelijks interessant. Incidenteel zijn hk clubs toch teveel afhankelijk van korte termijn ingevingen van lokale suikerooms. Daar heb je uiteindelijk ook niks aan
jvolcano
Een groot gemis. KNHB: reflectie!
stekel
Kan iemand zijn successen hier eens opsommen ?