Jeroen Delmee (Tilburg): ‘We moeten ons niet gek laten maken’

4 maart hervatten de hockeyers de hoofdklassecompetitie weer op het veld. In de serie ‘De kunst van de voorbereiding’ vertellen hockeycoaches hoe zij de voorbereiding op de tweede seizoenshelft aanpakken. Vandaag Jeroen Delmee van Tilburg, dat op een tiende plaats vecht voor handhaving zonder het spelen van degradatiewedstrijden.

Tilburg mag de tweede seizoenshelft in de achtervolging op clubs als Pinoké en SCHC, die in tegenstelling tot de Brabantse club wél op een veilige plek staan met respectievelijk vier en vijf punten meer. Coach en oud-international Delmee – 401 interlands – heeft sinds begin december een scenario in z’n hoofd, waarbij zijn team zich uiteraard handhaaft. ‘Maar we moeten ons niet gek laten maken’, zegt de voormalig middenvelder van het Nederlands elftal, die ook bondscoach is van Frankrijk. ‘We staan een punt of vijf achter op SCHC. Zij hebben op papier makkelijkere tegenstanders gehad. Ik denk dat zo’n twintig punten genoeg moeten zijn om negende te worden (Tilburg heeft er nu negen, uit dertien wedstrijden, red.). Dus we moeten we wel een keer gaan verrassen.’

Wat de kunst van een goede voorbereiding is? ‘In mijn ogen het goed kunnen evalueren van de eerste helft van de competitie. Vorig jaar zaten we rond deze tijd aan de goede kant van de degradatiestreep. Nu zitten we in de achtervolging. Dus moet je kijken waar je wat hebt laten liggen. Dat hebben we al in december gedaan.’

Een blije Jeroen Delmee na winst van Tilburg. Foto: Willem Vernes

Samen met assistent Dennis Dijkshoorn analyseerde Delmee de statistieken. Hij keek wedstrijden terug en baalde dat Tilburg niet meer rendement haalde uit een goede serie richting de winterstop. ‘Tegen Den Bosch (3-2) hadden we misschien wel verdiend om te winnen. Tegen Oranje-Rood (2-0) hadden we een punt moeten halen. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het in grote lijnen wel goed staat, maar dat we individueel soms tekort komen. Verdedigend zijn we daardoor te kwetsbaar in de cirkel. Hoe moeten we het in de kwetsbare zones oplossen? Dan moeten we nu proberen we van een 1-tegen-1 een 1-tegen-2 te maken, zonder afbreuk te doen aan de algemene teamorganisatie. Aanvallend dwingen we juist te weinig af. Het moet dus individueel beter. Maar dat maakt het als coach ook wel weer leuk.’

23 januari begon Tilburg aan de voorbereiding. Er werd vooral overdag heel lang getraind, omdat de weersomstandigheden ’s avonds niet ideaal waren. Ondanks de kou heeft de Tilburgse ploeg al acht oefenwedstrijden gespeeld, veel tegen Belgische ploegen. Delmee somt droog op: ‘Gewonnen van Herakles. Gewonnen van HGC. Gewonnen van Dragons. Gewonnen van Zwart-Wit. Maar de voorbereiding is net zoveel waard als de eerste wedstrijd. Of laten we zeggen, zo goed als we de tweede wedstrijd tegen concurrent Almere spelen. De eerste wedstrijd spelen we tegen Rotterdam.’

Malaga

De Tilburgse hockeyers waren afgelopen week van woensdag tot zondag in Malaga. Nadat het team vorig jaar een weekend op trainingsstage ging in België was Zuid-Spanje een geweldige bestemming voor de Tilburgers. ‘Voor internationals is zo’n trip misschien normaal, maar voor clubspelers zijn dit bijzondere momenten in hun hockeycarrière. Dan maak je er iets moois van. De spelers hebben ook een eigen bijdrage betaald voor de vlucht en het hotel, want de financiële middelen reiken hier niet tot aan de hemel. Het was daar in Spanje heerlijk werken. Je hebt nul afleiding.’

‘We hebben een keer of zes kunnen trainen en een wedstrijd tegen Pinoké gespeeld. Met zo’n achttien graden hadden we ook de tijd om de puntjes op de i te zetten. Dat is makkelijker met betere temperaturen. Dan kun je vrije slagen oefenen. De strafcorner. Met elkaar op het veld discussiëren. Daar is het anders te koud voor.’

Zijn lange ervaring als international neemt Delmee – olympisch kampioen in 1996 en 2000 en wereldkampioen in 1998 – zeker mee bij het plannen van zo’n stage. ‘De arbeid-rust verhouding neem ik heel serieus. Je weet dat reisdagen zwaar zijn. Alles moet je strak en goed plannen. Dat was een beetje zoals bij de nationale ploeg. We trainden van tien tot twaalf uur. Dan om één uur lunch. Dan was het verplicht rusten van twee tot drie en gingen we half vier weer naar de training.

Aanvoerder Jeroen Delmee in actie als international.

De Siberische week

De vorst deze week dwingt Delmee – net als alle andere coaches – in ieder geval tot een alternatief programma, na zoveel zonnige dagen op het hockeyveld in Malaga. ‘Ik denk dat we komend weekend gewoon kunnen hockeyen en dat de competitiewedstrijden doorgaan. Ik ben ook geen voorstander van dubbele weekenden. Dat je vrijdagavond uit op Rotterdam moet spelen. Dat is verre van ideaal. Dan speel ik nog liever zaterdag en zondag. Deze week wordt te koud om op het veld te trainen. Gelukkig staat de zaalhockeydome er nog. Dus we doen in die blaashaal kort loopwerk en wat met bal en stick. Daarna squashen. Het wordt allemaal aanpassen deze week. Wellicht dat we op zaterdag nog gaan trainen op de strafcorner, als de temperatuur beter wordt.’

 

 


Wat vind jij? Praat mee...