Verdwenen hockeyers: de captain van NL Jongens B die op zijn 18de stopte

In de serie ‘Verdwenen hockeyers’ geven talenten uit het verleden antwoord op de vraag waar ze gebleven zijn. In deze aflevering: Hajo Meijer (25), die op zijn vijftiende aanvoerder van Nederlands Jongens B was, dat Europees kampioen werd. Op zijn achttiende – na één seizoen in HGC Heren 1 te hebben gespeeld – stopte hij ineens.

Toen Hajo Meijer een belofte van zestien jaar was, was hij zo bezeten van hockey dat hij iedere vrijdag in zijn woonplaats Groningen in de trein stapte, ontspannen achterover ging zitten en pas tweeënhalf uur later in Den Haag weer uitstapte. Meijer hockeyde helemaal bij HGC. Op ons YouTube-kanaal staat een reportage uit 2010 over de jongen van toen, voor wie het verre reizen niet eens een opgave was. Hockey was een soort roeping voor hem.

‘De jongen die ik in de video zie, is op sommige vlakken heel iemand anders dan de persoon die ik nu ben’, is Meijers eerlijke conclusie, als we hem op een doordeweekse middag aan de telefoon hebben en confronteren met de aandoenlijke beelden. ‘Het was voor iedereen een behoorlijke verrassing dat ik na één jaar in Heren 1 al stopte. Maar ik heb er nooit spijt van gehad. In de jeugd betekende hockey alles voor me, in de senioren raakte ik het plezier in het spel volledig kwijt.’

Nu ik erop terugkijk, vind ik dat ik blij had moeten zijn met de speelminuten die ik in Heren 1 kreeg. Maar dat was niet hoe ik het beleefde toen ik zeventien was. Toen vond ik dat ik te weinig speelde. Hajo Meijer

Zeven jaar na dato is Meijers plotselinge afscheid van de hockeywereld nog altijd een gebeurtenis die de nodige vragen oproept. Een groot deel van zijn jeugd was hij bereid flinke afstanden af te leggen om op een hoger niveau te kunnen trainen en spelen. Al vroeg koos hij voor Union, waarmee hij landskampioen werd in de B1. Toen al moest hij telkens vanuit Groningen een lange reis afleggen, toen nog naar Nijmegen. Op maandagen trainde hij vaak met Nederlands A of Nederlands B, meestal in Utrecht, Zeist, of Amsterdam. Op zestien-, zeventienjarige leeftijd had hij dus al veel offers moeten brengen. En toen hij bij HGC na één jaartje proeven aan de Hoofdklasse eindelijk de vruchten daarvan kon plukken, vond hij het opeens genoeg geweest. Toen stopte hij.

Zelf heeft hij daar drie redenen voor kunnen bedenken, vertelt hij nu – volwassen geworden. Allereerst kon hij in zijn eerste en enige seizoen in de senioren niet wennen aan het feit dat hij veel minder speeltijd kreeg dan hij in de jeugd gewend was. ‘Nu ik erop terugkijk, vind ik dat ik blij had moeten zijn met de speelminuten die ik in Heren 1 kreeg. Maar dat was niet hoe ik het beleefde toen ik zeventien was,’ zegt Meijer. ‘Toen vond ik dat ik te weinig speelde. Aan het begin van het seizoen kreeg ik wat speelminuten – ook niet veel, hoor. Vervolgens moest ik steeds met Heren 2 meedoen en op het eind werd ik weer bij Heren 1 gehaald. Al zat ik opnieuw vooral op de bank.’

‘Omdat ik in Heren 1 amper speelde, had ik er geen lol meer in’

Meijer is realistisch genoeg om te weten dat coach Alex Verga hem vaker had opgesteld als hij de sterren van de hemel had gespeeld. Hij neemt hem en de club ook niets kwalijk. Maar het was wel voor het eerst in zijn leven dat hij het plezier in het hockey kwijtraakte.

‘Omdat ik amper speelde, had ik er geen lol meer in. Ik begon ook aan mezelf te twijfelen. Hoe goed was ik nou eigenlijk? Ik was altijd vrij groot en snel geweest, misschien had ik in de jeugd te veel op mijn snelheid en fysiek geteerd en kwam ik tekort in de senioren, waar dat verschil gelijk getrokken is. Ik heb me serieus afgevraagd of ik het niveau wel aankon.’

Hajo Meijer in Nederlands Jongens A. Foto: Koen Suyk

‘Later heb ik wel eens tegen m’n ouders gezegd dat het allemaal net te veel was’

Ten tweede denkt Meijer dat er in het betreffende jaar zoveel in zijn leven veranderde dat het allemaal wel érg hectisch was. Op zijn zestiende verkaste hij van Union naar HGC. Na één seizoen in de A’tjes te hebben gespeeld, werd hij vervroegd doorgeschoven naar de senioren. In datzelfde jaar ging hij studeren in Leiden en op kamers.

‘Later heb ik wel eens tegen m’n ouders gezegd dat het allemaal net te veel was. Met m’n studie ben ik uiteindelijk gestopt omdat het voor mij niet met hockey te combineren was. Achteraf was het beter geweest om eerst een tussenjaar te hebben, zodat ik meer rust had en me volledig op het hockey had kunnen richten.’

Hockeyen in de jeugd is heerlijk ongecompliceerd. Dát was voor mij het pure hockeygevoel. Het gevoel van het lied ‘Zo groen als gras’ van de tv-serie All Stars. Alle randzaken die er in Heren 1 bij komen kijken, konden me gestolen worden.

Tot slot was voor Meijer ook het sociale aspect een reden om te stoppen. Altijd met een team onderweg zijn, kostte hem energie. Na een training of een wedstrijd wilde Meijer het liefst zelf bepalen wanneer hij naar huis ging, vertelt hij. Op sommige momenten vond hij het leuk om te blijven, op andere momenten had hij daar geen zin in. Toch werd dan van hem verwacht dat hij na het douchen bleef eten, bleef rondhangen in het clubhuis, of zijn gezicht op een bijeenkomst van de sponsor liet zien.

‘Uit dat soort dingen heb ik nooit plezier gehaald. Ik vond hockey heel gaaf: het willen winnen, het maken van doelpunten, het iets bereiken met een team. Hockeyen in de jeugd is heerlijk ongecompliceerd. Dát was voor mij het pure hockeygevoel. Het gevoel van het lied ‘Zo groen als gras’ van de tv-serie All Stars. In Heren 1 komt er meer bij kijken, maar al die randzaken konden me gestolen worden. Ik had geen zin om constant ‘aan’ te staan. Dat had ik in de jaren daarvoor al en dat heb ik nu nog steeds’, zegt Meijer.

Hajo Meijer in Nederlands Jongens A. Foto: Koen Suyk

Het team heb ik niet ingelicht. Ik heb helemaal niks meer van me laten horen. Nu denk ik: dat kan echt niet.

Alles bij elkaar opgeteld concludeerde Meijer op achttienjarige leeftijd dat het mooi geweest was. In de jeugd had hij een perfect huwelijk met het hockeywereldje, maar daarna waren ze allebei steeds verder uit elkaar gegroeid. Midden in de zomer hakte hij de knoop door, een paar maanden nadat coach Alex Verga hem verteld had dat hij met hem door wilde. Meijer besloot dat hij niet meer aan het nieuwe seizoen zou beginnen.

Vervolgens stond hij voor de volgende loodzware taak: de club en de spelers inlichten. ‘Ik heb nooit spijt van de beslissing gehad om te stoppen, wel van de manier waarop ik weg ben gegaan. Dat was niet chique. Ik vond het heel moeilijk. Vooral om met een verklaring te moeten komen, omdat het zo’n ongebruikelijke beslissing was. Ik was pas net 18’, vertelt Meijer.

‘Ik heb Mark Bouwman – toenmalig bestuurslid tophockey – gebeld en gezegd: ik stop ermee. Het kwam voor hem als een totale verrassing. Ik weet niet eens meer of ik tegen de coaches heb gezegd dat ik stopte. Volgens mij heb ik slechts een mailtje naar Alex gestuurd. Ik schaam me een beetje voor hoe het gegaan is. Het team heb ik niet ingelicht. Ik heb helemaal niks meer van me laten horen. Nu denk ik: dat kan echt niet. Toen koos ik voor de makkelijke weg. Omdat ik het lastig vond om het uit te leggen.’

Hajo Meijer in Nederland Jongens A. Foto: Koen Suyk

Het pure hockeygevoel vond Meijer terug in het coach van jeugdteams

In zijn hockeyloze leven richtte Meijer zich op zijn studie. Hij ging Psychologie studeren aan de Hogeschool Leiden. Na het halen van zijn propedeuse ging hij verder aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het wereldje van het tophockey miste hij niet. Verliefd op het spel bleef hij wel. Op een middag kroop Meijer achter de computer en typte hij een e-mail naar GHBS in Groningen. Of hij daar misschien een jeugdteam training kon geven of kon coachen?

Zo kon het gebeuren dat Meijer zichzelf voor z’n twintigste toch weer terug vond langs de lijn van een hockeyveld. Hij gaf leiding aan Meisjes D2. De eerste oefenwedstrijd die het team speelde, voelde voor hem als een flashback naar vroeger. Als het zo groen als gras-gevoel. ‘Het was in de zomer. Ik moest zelf het clubhuis opendoen. Wij waren het enige team dat speelde. Op het veld liep iedereen kriskras door elkaar, maar wel met veel plezier. Na de wedstrijd dronken de meiden limonade en waren ze na vijf minuten weer weg. Ik was degene die het clubhuis afsloot en daarna stapte ik op de fiets naar huis. Het contrast met wat ik gewend was, kon haast niet groter zijn. Er waren geen verplichtingen na de wedstrijd. Nee, het ging weer puur om hockey.’

Na vier jaar een jeugdteam onder zijn hoede te hebben gehad, stopte Meijer vanwege zijn werk met coachen. Hij promoveert momenteel bij de afdeling onderwijswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat valt voor hem moeilijk te combineren met hockey, zegt hij. Toch begon het afgelopen winter weer te kriebelen. Voor het eerst sinds jaren stond hij zelf weer binnen de lijnen. Met vrienden in de zaal, bij Winschoten Heren 1.

‘Ook daar was het precies weer zoals vroeger. Ongecompliceerd hockey. Serieus, maar met veel lol. Precies datgene dat ik dat ene jaar heb gemist.’

Input voor deze serie? Mail naar redactie@hockey.nl.

Lees ook


22 Reacties

  1. asjemenou

    Mooi verhaal. Als je ook nog liefde voor psychologie hebt dan snap ik waar het wringt. Wijze les volgens mij is dat talenten nog beter voorbereid en begeleid moet worden. En ook dat ze niet meteen (en te jong) met alle verplichtingen van de senioren moeten meedoen. Weg van de geleidelijkheid ipv zwart/wit. Dit soort artikelen helpen hierbij !

  2. klausdrieschner

    Helemaal eens, goed voorbereiden. En dat het beste door mensen die ook een fijne neus hebben voor het “groen als het gras” gevoel en genoeg levenservaring en overtuiging om het overeind te houden in een omgeving van Volvo, Rabobank, etc.

  3. solo

    Wat een Top artikel weer. Het zet weer alles in perspectief. We moeten zuinig zijn op onze talenten en eigenlijk alle hockeyers. Plexier is zo belangrijk... Femke Lobach heeft nu een soort Talentlab opgericht voor o.a. Pinoke voor begeleiding talenten. Hoor daar goede verhalen over. Voor ons als kleinere club kost dat al moeite...

  4. Mark Bouwman

    Hajo Meijer, destijds al de spits die gemaakt was voor het hockey anno 2020. Het blijft dood- en doodzonde. Maar een mooi geschreven stuk, waar clubs, ouders en huidige talenten echt even voor moeten gaan zitten. De gedenkwaardige woorden van één van zijn coaches - "ik heb te laat gezien hoe goed die gast eigenlijk is" - gonzen nog steeds na. Als talent: je moet ook ècht willen: dat is mede de onderliggende andere boodschap.

  5. MIck

    Leuke verhalen, in al deze verhalen lees ik wel een verkeerd zelfbeeld bij de desbetreffende spelers/speelsters. Dat je geweldig was in de jeugd zegt natuurlijk helemaal niks over je seniorencarriere. Wat verwachten dit soort jongens en meisje nou dat ze gelijk meedraaien vanuit een A1 team in een hoofdklasse team? De meeste verhalen zijn ook van kinderen die buiten hun vertrouwde omgeving uitdagingen aangaan, waarom? Als je goed bent kom je er toch ook stapsgewijs waarom ga je in vredesnaam van Groningen naar Wassenaar ?

  6. Runa Honig

    Heel goed dat dit soort verhalen verteld worden. Alleen wel typisch weer een millennial dingetje. Het moet allemaal leuk blijven en als het dat niet meer is, haken ze af. Dat is niet negatief bedoeld, maar meer als warning. Ik realiseer me dat dit de generatie is waarvan we het nu moeten hebben. Daar zou het tophockeybeleid meer op afgestemd moeten zijn. Bv meer waardering en persoonlijke aandacht geven, ze tussendoor reisjes laten maken, zodat ze niet het idee hebben dat ze iets opofferen, studieverlof e.d. Meer op de persoon afgestemd, dat is wat deze generatie tegenwoordig wil en laten we dat maar accepteren. En allemaal verplicht naar mentale training, zodat niet de minste tegenwind al tot afhaken leidt.....🤔🤔

    1. knap

      Helemaal eens. Het moet leuk zijn of we haken tegenwoordig af. Hoort ook bij talent en prestaties neerzetten, om soms door een zure appel heen te bijten. Van Groningen naar Union en daarna naar HGC! Waarom accepteren ouders dat een kind meer dan 4 uur reist voor een training?

    2. Robertvanhart

      " millennial dingetje." Wat een onzin reactie. Hockey is een amateur sport dus eigenlijk gewoom een hobby, en als iemand er geen plezier meer van krijgt moet die er ook gewoon mee stoppen.

    3. Eelco Houwink

      Het feit dat hij zoveel reisde geeft slechts aan dat hij er veel voor over had om bij Union/HGC op hoog nivo te spelen en dat de verhouding reistijd/speeltijd minder en de factoren spelplezier en spelniveau voor hem meer telden. Voordat je begint te vervallen in een “typische millennial” reflex, en het in de sport vastlopen wegzet als gevolg van de millenial-mentaliteit mag je eerst even aangeven welke millenials deze inspanningen dan ook hebben gedaan en of daarin echt een trend te bespeuren valt. Ik zie die relatie nl. helemaal niet. Jouw gevolgtrekking is eerder een poging om de problemen (zoals doorgeschoten commercie en planmatigheid, gebrek aan spontaniteit, overload aan buitenlanders die doorstroming NL-talent beperken) weg te houden uit de hockeywereld en op deze jongen terug te reflecteren. Dat is erg goedkoop.

  7. ruud-stork

    Wat is er mis mee als je stopt op je 18e met tophockey? Vaak hockeyen/trainen talenten 4 keer in de week vanaf hun 10e jaar. Helemaal goed en hebben vaak een super leuke tijd gehad en vrienden voor het leven gemaakt. Ik heb een zoon die aan tophockey doet bij een grote club en dit super vindt. Maar ik snap heel goed als hij na de A iets anders gaat doen, heel begrijpelijk allemaal. Het verhaal ‘wij leiden op’ heb ik altijd moeite mee. Lekker laten ballen in het nu en wat morgen komt komt morgen 🥳

    1. Eelco Houwink

      Individueel gezien mss. niet maar er is wel degelijk een doorstroom-probleem waarbij het aanbod (elk jaar een A-lichting landelijke top) vastloopt omdat de (Hoofd+Promotie+1e) klassen dat aanbod struktureel niet aankunnen. Plus dat steeds meer buitenlanders het aantal beschikbare plaatsen inneemt (reden waarom ik wel eens gesuggereerd heb om 1 of 2 clubs met puur buitenlanders te creëeren en die mee te laten draaien in de play-offs voor HK/PK) Er gaat dus enorm veel talent en daarmee inzet van trainers, clubs en ouders verloren. Daartoe is wweliswaar de jonge senioren competitieklasse ingesteld om de leeftijds-gap tussen de 19...22 jaar op te vangen, een leeftijd waarin sommige spelers nog niet volgroeid zijn en dus (uitgesteld) alsnog kansen krijgen voor de top. Maar of deze constructie echt werkt, en er niet veel talent alsnog verloren gaat, en zo ja waarom dan, is nooit afdoende onderzocht. Dit artikel is hopelijk een aanzet daartoe.

    2. knap

      Veel buitenlanders zorgen voor een hoger niveau, waar talenten ook wat van leren. Een Dames 1 of Heren 1 team moet vaak presteren (er wordt daarom ook meer geld in standaard elftallen gestopt dan in een gemiddeld jeugdteam). Opleiden staat bij Heren 1 of Dames 1 niet meer centraal. Begin als talent op lager niveau, speel in de as vh veld en blink uit. Dan weten hoger spelende verenigingen je wel te vinden. Veel beter dan op de bank zitten of in het tweede team spelen. Geduld hebben en jezelf op niveau knokken hoort bij topsport.

  8. klausdrieschner

    Is het gek als iemand met buitengewoon talent buitengewoon veel ervoor over heeft dit te ontwikkelen (in Groningen voor hockeyjongens lastig)? Is het gek dat ouders dit toestaan? Uit dit soort gedrevenheid is ook veel moois voortgekomen, niet allen in de sport. Wie Nederlands A heeft gehaald heeft ook bewezen tegen de wind te kunnen fietsen. Nix “millenial”. Inderdaad, het is niet erg als zo iemand dan een andere weg inslaat maar ik ben bang dat er veel pijn is geleden voordat het vlammetje was gedoofd.

    1. MIck

      We zijn in dit land zo snel met iemand een buitengewoon talent te vinden, de ouders vaak voorop die zien in hun zoon of dochter de nieuwe Teun de Nooijer of de nieuwe Ellen hoog.Natuurlijk is het gek als je hier als ouders in meegaat om een kind van Groningen naar Wassenaar te laten reizen. Het is al heel lastig om vanuit welk A1 team dan ook in een 1e elftal te komen laat staan van een A1 team in een HK team.

  9. ruud-stork

    Ik lees toch heel duidelijk dat hij het zelf prima vond om te reizen en dat hij het een leuke tijd vond. Wat hebben de ouders daar mee te maken?

    1. MIck

      En binnen no-time was hij opgebrand. Als ouder kan je ook zeggen jongen je bent 17 je speelt heel erg leuk in Jongens A1 maar nu ga je naar de senioren dat is een totaal ander niveau probeer het lekker bij Union of Groningen heren1

    2. knap

      Erg veel bij minderjarige kinderen.

  10. Derrick Bijker

    Onzin! Laat de jeugd maar investeren in zichzelf en daarbij offers brengen, er wordt ze al genoeg aangereikt. Beter dan die verwende Meesjes en Sophietjes die achterin de Range Rover naar de lokale hockeyclub worden gebracht en te beroerd zijn om hun eigen tas te dragen.

    1. MIck

      Hoezo investeren ? Als het tegenzit of tegenvalt stoppen ze dat verschil zit niet in of je met de trein of met range Rover komt. Dit gaat over mentaliteit dat is een kwaliteit die nog weleens over het hoofd gezien word


Wat vind jij? Praat mee...