Dit is óók Rosario: hockey als alternatief voor criminaliteit

Wie toevallig in één van de buitenwijken van de Argentijnse stad Rosario geboren wordt, kan zomaar in de criminaliteit belanden. Voormalig Argentijns international Ayelén Stepnik probeert dat te voorkomen door zoveel mogelijk kinderen kennis te laten maken met hockey. Een bijzonder verhaal over hockey in een wereld waar de belangrijkste vraag is hoe je als uitploeg veilig bij de thuisploeg komt.

‘Er was eens een jongetje dat naar alle trainingen kwam. Altijd. Hij was bloedfanatiek. Maar opeens kwam ie een hele week niet opdagen. Niemand wist waar ie was. De trainers werden ongerust. Waar zou ie toch uithangen? Na een week was ie er opeens weer. Hij had allemaal blauwe plekken in zijn gezicht. Zijn moeder had hem met een stick geslagen. Meerdere keren zelfs. Toen hebben wij ervoor gezorgd dat hij bij zijn moeder weggehaald werd. Hij is bij zijn oma gaan wonen.’

‘Meisjes wilden opeens hockeyen’

Ayelén Stepnik (40) won als hockeyster in het jaar 2000 de zilveren medaille op de Olympische Spelen van Sydney. Een historische prestatie; het was de allereerste olympische medaille van een Argentijnse hockeyploeg ooit. De belangstelling voor hockey explodeerde meteen. ‘Met name kleine meisjes wilden opeens hockeyen’, legt Stepnik uit. ‘Eindelijk hadden ze een sport gevonden waarmee ze zich konden identificeren. Jongens konden dat al met voetbal, meisjes vanaf dat moment met hockey.’

(foto: Ayelén Stepnik deelt handtekeningen uit)

Aye

Er was alleen 1 probleem. Veel ouders konden zich geen dure stick veroorloven, laat staan een lidmaatschap van de lokale club. Daarom richtte Stepnik in 2006 in Rosario een lokale organisatie op die tegenwoordig ‘Hockey todos juegan’ heet (Iedereen speelt hockey). Doel: hockey introduceren bij kinderen die het anders nooit zouden spelen. Iedereen gelijke kansen bieden dus. Een ander doel is om kinderen die vaak op straat te vinden zijn, tijdverdrijf te bieden. Zodat ze minder snel voor de criminaliteit kiezen.

De gemeente betaalt

Inmiddels heeft iedere achterstandswijk in Rosario één of meerdere teams. Volgens Stepnik zijn er zo’n 2500 kinderen actief. Ze trainen 2 keer per week en spelen 1 wedstrijd per maand. En daar hoeven ze niets voor te betalen. De gemeente financiert alles. De sticks, de ballen, de trainers en al het andere dat nodig is om de kinderen lekker een potje te kunnen laten hockeyen.

Punten voor de 3e helft

Opvallend is de manier hoe teams aan punten komen voor het klassement. ‘Wij kennen geen winnaars of verliezers. Voor een overwinning krijg je ook helemaal geen punten’, zegt Stepnik. ‘Je kunt bijvoorbeeld punten scoren voor fair play. Daarnaast krijgt de uitploeg punten voor de manier waarop ze bij de thuisploeg zijn gekomen. Onder meer hoe ze zich verplaatst hebben, met de bus bijvoorbeeld, maar ook de route. Sommige wijken zijn niet veilig om doorheen te gaan.’

‘De thuisploeg krijgt op zijn beurt punten voor het organiseren van de 3e helft. Na afloop van de wedstrijd is er altijd een maaltijd voor beide teams, georganiseerd door de thuisploeg. De aanvoerders van de beide teams komen – met behulp van de juryleden – samen de punten overeen. Iedereen moet het ermee eens zijn. Dat lijkt onmogelijk, maar het lukt altijd.’

Capacitacion 4

De velden waarop gespeeld wordt, verschillen nogal van de velden die we in Nederland gewend zijn. ‘Wij spelen op allerlei soorten ondergrond. Gras, steen, zand, alles kan. Het hangt er maar net van af wat voor veldje er in de wijk ligt. De meeste velden zijn ook te klein om 11 tegen 11 op te kunnen spelen. In dat geval stellen we minder spelers op. Geen enkel probleem.’

‘Meisjes zaten vroeger binnen’

Jongens en meisjes spelen in hetzelfde team. Dat komt volgens Stepnik omdat slechts 10 procent van de 2500 spelers, gemiddeld tussen de 10 en 14 jaar, uit jongens bestaat. ‘We hebben het straatbeeld in Rosario veranderd. Meisjes zijn zich de laatste jaren op straat gaan laten zien. Jongens zag je altijd al voetballen, maar meisjes zaten thuis. Die moesten hun moeder helpen met het huishouden. Maar als je nu een wijk binnenrijdt, zie je meisjes hockeyen.’

Sonrisas

‘Uniek project’

Op het resultaat is Stepnik enorm trots. ‘Ik ben dolgelukkig als ik zie wat we bereikt hebben. Kinderen die nooit gedacht hadden dat ze ooit een stick in hun handen zouden hebben, spelen nu hockey. En we hebben er ook voor gezorgd dat als ze talent blijken te hebben, dat ze dan een beurs krijgen. Zodat ze lid kunnen worden van een echte club en ze zich verder kunnen ontwikkelen.’

‘Dit is een uniek project. Niet alleen in Argentinië, maar over de hele wereld. Daarom willen we het graag uitbreiden. Al is het alleen maar om zoveel mogelijk kinderen uit achterstandsbuurten te laten zien dat er alternatieven zijn. Je kunt de criminaliteit in, maar je kunt ook onderdeel van een team zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...