Japan on tour in NL: Aikman probeert Japanners mondiger te maken
Twee weken lang heeft de Japanse nationale ploeg – als thuisland al zeker van plaatsing voor de Olympische Spelen in Tokio – een trainingskamp opgeslagen in Soest, in bungalowpark ’t Eekhoornnest. De ploeg fietst elke dag naar hockeyclub Amersfoort om te trainen onder leiding van de Nederlandse bondscoach Siegfried Aikman. Hockey.nl nam een kijkje.
Daar staat de statige, bijna vorstelijke Siegfried Aikman in het zonnetje op zijn oude hockeyclub Amersfoort. Hij wijst, roept ‘left, right, you go to that side.’ Twintig Japanners kijken hem aan zoals pubers op de middelbare school hun leraar aanschouwen. Met respect, ze weten dat ze moeten luisteren, maar diep van binnen lijken ze ook nog een eigen mening te hebben.
Elke keer als Aikman wat zegt, neemt vertaler Makir Makimoto het op natuurlijke wijze over. Hij is de rechterhand, de handen, ogen en oren van de bondscoach van Japan. Makimoto volgt na een korte aanwijzing van Aikman met een lang verhaal van een halve minuut, waarbij je je afvraagt hoe zoiets simpels van een paar seconden zo lang vertaald moet worden. ‘Dat komt omdat Japans in metaforen praten. De hele taal zit anders in elkaar. Zij denken alleen maar in beelden. Daarom is het zo moeilijk voor ze om wat wij zeggen te vertalen. Zij moeten elke keer in metaforen omschrijven wat ik bedoel,’ verklaart de Nederlandse coach.
Team dat steeds meer zijn mening geeft
Het allergrootste compliment voor zijn aanpak sinds zijn aanstelling vorig jaar kreeg Aikman vorige week, toen hij met het Japanse team in het weekend bij Jongens A1 van Amsterdam wilde gaan kijken.
‘We willen niet. We zijn moe van alle trainingen’, zei het team tegen de coach.
Dat maakt Aikman – oud-coach van onder meer Amersfoort, Hurley, Tilburg, Kampong en de dames van Den Bosch – zelden mee. Ongehoorzame Japanners. Hij was er ontzettend blij mee. Aikman wijst als hij twee teamgenoten donderdagochtend uitgebreid met elkaar ziet praten, tijdens een oefening: ‘Kijk, kijk, dit is goed. Dit is wat ik wil zien. Dat ze het met elkaar oplossen.’
Angst is overheersend in Japan
Het is leergeld dat hij uit de eerste periode als bondscoach van Japan betaalde, toen hij in 2011 na twee jaar ontslagen werd. Hij leerde dat angst de allesbepalende factor is in Japan. Daardoor luisterden zijn internationals blindelings naar hun coach, maar leerden ze niet zelf nadenken. Het is niet het enige dat hij leerde. Hij was in zijn eerste periode ook zelf te fanatiek, vindt hij. Te gretig. Misschien kwam dat oerinstinct weer naar boven. Hetzelfde instinct dat hij had toen hij als een van de weinig donkere coaches – met ouders uit Suriname, een moeder van Hindoestaanse afkomst en een vader van half Chinese en half Afrikaanse komaf – zijn droom probeerde waar te maken in het hockey, met het eerste landskampioenschap met de vrouwen van Den Bosch in 1998 als absolute hoogtepunt.
Coachen op de Olympische Spelen is zijn volgende droom. Aikman heeft onderhand geleerd meer van het leven in Japan te genieten. Hij vertelt na de training dat hij er zijn hele leven zou kunnen wonen. Schoon, heerlijk eten, vriendelijke mensen. ‘Het land ligt in Azië, maar lijkt in niets op andere Aziatische landen als India en Indonesië. Het is er zoveel schoner. Waar ik woon is ongelofelijk mooi.’
Mensen die aanstoot namen aan werken in Japan
Het klinkt medio 2018 vreemd, maar hij werd bij zijn eerste aanstelling als bondscoach van Japan aangesproken door bepaalde vrienden, wiens ouders in de jappenkampen hadden gezeten. Die vonden het absoluut niet kunnen dat Aikman in dat ‘wrede’ Japan aan de slag ging. Aikman snapt het sentiment, maar zag iets heel anders dan wreedheid. ‘Ik zou ze eerder angstig noemen. Of laf. Die wreedheid kwam volgens Aikman ooit uit de tijd van de Samoerai’s, uit de negentiende eeuw. Maar sinds de Tweede Wereldoorlog schamen de Japanners zich ongeveer voor hun eigen land. De eigen vlag, het is iets dat ze volgens Aikman niet met plezier uitdragen. De Japanners spreken volgens de coach ook soms best goed Engels, ze krijgen het net als de Europeanen op school. Maar ze durven zich niet te uiten, bang als ze zijn om een fout maken. De angst regeert. In alles.
Kenta Tanaka is de sterspeler
Op de training valt op dat de Japanners in Amersfoort snel en handig zijn. Ze zijn niet voor niets de nummer 16 van de wereld. Een plekje onder Zuid-Afrika, maar eentje boven China. Kenta Tanaka (29) is de sterspeler van Japan, zegt Aikman. ‘Hij is verschrikkelijk goed. Die kan bij elke Hoofdklasse-club uitblinken’, zegt hij. Aikman is ook bezig om wat Japanners in de Nederlandse Hoofdklasse en Promotieklasse/Overgangsklasse te ‘stallen’, zodat ze ervaring opdoen met het hockey in het Westen.
Aan beide kanten van het veld worden oefeningen gedaan. Als het ene team scoort, moeten de anderen buikspieroefeningen doen. Het is een cliché, maar hier wordt niet gesmokkeld door de Aziaten. Doelpunt tegen? Even twintig keer de buikspieren doen en weer gáán.
Soms als een kip zonder kop. Maar wel altijd keihard werken.
Maar wat is nou eigenlijk hun ware hockeyaard? Wat doen ze als het gelijk staat in een wedstrijd en er nog vijf minuten te spelen is? ‘Dan gaan ze als de brandweer’, lacht Aikman hard. ‘Alleen wel als een kip zonder kop. Hun instinct is keihard werken. En er is nog een probleem: de Japanners verschuilen zich achter het wij. Achter het team. Terwijl ik ze allemaal zelf verantwoordelijk wil laten maken en voelen voor hun eigen acties.’
Dus onderbreekt de coach continu de trainingen. Dan pakt hij de gele en witte ballen op. Dat moeten de spelers verbeelden, en daar schuift hij mee. Er wordt dinsdagochtend veel geschoven met deze ballen. Er wordt meer gepraat door Aikman en vertaald door Makimoto, dan gehockeyed. Of het allemaal aankomt bij de Japanners?
Niemand die het weet.
Richting het einde van de training sommeert Aikman zijn spelers om snel met de fiets weer richting bungalowpark Eekhoornnest te gaan. Want daar worden de fietsen om één uur opgehaald door het verhuurbedrijf. Die huurfietsen zijn weer nodig voor een andere groep. Een dag later krijgen ze die fietsen weer terug. Als hij van een speler wil weten hoeveel watervelden er zijn in Japan, wenkt hij die met één handsignaal. Als zijn speler is uitgepraat, wenkt hij hem weer. ‘Arigato’ (Dank je wel) en de speler is weer ontboden. Zo is Aikman zijn eigen keizer in een land dat als enige al zeker is van de Olympische Spelen in Tokio.
In bungalows verblijven is pure noodzaak vanwege budget
Met twintig watervelden in Japan en achtduizend hockeyers, is het duidelijk dat Japan in 2020 niet voor toernooiwinst gaat. Aikman heeft zijn internationals acht dagen per maand per beschikking. Daarnaast werken en studeren ze. Aikman krijgt voor deze stage in Nederland 50 euro budget per dag per speler. Daarom zijn de fietsen en bungalows niet ‘gezellig’, maar pure noodzaak. Eigenlijk zouden ze vorige maand meedoen aan de Sultan Azlan Shah Cup, maar door een administratieve blunder waren ze niet ingeschreven. Vandaar deze twee weken in het bosrijke Soest, als vervanging. Het volgende doel is de Asian Games in Jakarta, Indonesië, in augustus. Daar moet Japan presteren.
Het schrikbeeld, zegt Aikman, is hoe Brazilië het er vanaf bracht bij de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Het gastland werd laatste en blameerde zich, zoals iedereen had verwacht. Met 1 doelpunt voor en 45 tegen. Dat nooit. Aikman wil juist richting de top 10 van de wereld. Afgaande op het trainingskamp op Amersfoort en nog twee jaar arbeid te gaan, kan Japan zich prima presenteren voor eigen publiek. En misschien zelfs een keer verrassen.
‘Je hersenen gebruiken’
‘Atama o tsukau’. Zolang ze dat maar doen: Dat betekent in het Japans ‘Je hersens gebruiken’. ‘Atama o tsukau’, het zal de komende jaren vaak over de Japanse velden schallen, als Aikman zijn trainingen geeft.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.