Verdwenen hockeyers: Wytske Oyevaar bedankte voor Jong Oranje
In de serie ‘Verdwenen hockeyers’ geven talenten uit het verleden antwoord op de vraag waar ze gebleven zijn. In deze aflevering Wytske Oyevaar (33), die op 19-jarige leeftijd bedankte voor Jong Oranje en vier jaar later helemaal stopte met hockeyen.
Ruim een half uur is het interview onderweg of Oyevaar ziet zichzelf in gedachten opeens weer zitten, als vijftienjarige speelster van Nederlands Meisjes B, in een ruimte met al haar teamgenoten en haar ogen gericht op een televisiescherm. ‘Och, die video-analyses’, zegt ze. ‘Dat vond ik altijd zó verschrikkelijk.’
Ze zucht. ‘Al die looptrainingen. Al die testen. Voor mij was dat allemaal too much. Ik vind het goed dat talenten op die leeftijd professioneel begeleid worden, begrijp me niet verkeerd, maar aan mij was het niet besteed.’
‘Sicilië-uit, Sardinië-uit, Rome-uit: ik vond het fantastisch’
Vanaf de jongste jeugd tot en met de A1 hockeyde Oyevaar in Den Haag bij Klein Zwitserland. Als kind wilde ze het Nederlands elftal halen. Haar idool was Mijntje Donners. Maar hoewel ze een talent bleek te zijn en werd geselecteerd voor de Nederlandse jeugdelftallen, begon ze ongeveer vanaf haar zestiende, zo schat ze zelf in, hockey steeds minder belangrijker te vinden. Na het slagen voor haar VWO-examen nam ze een opvallende beslissing voor iemand die op den duur misschien in aanmerking voor het Nederlands elftal zou komen. Ze ging een jaar in Italië wonen.
Terwijl haar voormalige teamgenoten van Nederlands Meisjes A zich op het hockey bleven storten, ging zij duizend kilometer verderop in de Noord-Italiaanse stad Padua het grootste avontuur van haar leven aan. ‘Dat jaar in Italië was fantastisch. Ik kwam in een sportershuis terecht. De een deed aan schermen, de ander aan atletiek. Omdat de meeste van mijn huisgenoten Italianen waren, werd ik snel opgenomen in de lokale gemeenschap. Ik ging carnaval vieren in Venetië, ik werd uitgenodigd op verjaardagen, ik ging skiën met mijn Italiaanse vriendinnen. Gehockeyd heb ik ook, bij CUS Padova. Sicilië-uit, Sardinië-uit, Rome-uit: ik vond het fantastisch. Samen met een aantal ploeggenoten plakten we aan dat soort wedstrijden vaak een aantal dagen vast. Ja, ik heb onwijs van het leven genoten, dat jaar in Italië.’
Maar hoe mooi het ook was, aan het avontuur kwam natuurlijk een einde. Ze moest terug naar Nederland. Voor ze het wist, stond ze weer in het shirt van KZ Dames 1 te hockeyen. ‘Terwijl ik net mijn vleugels had uitgeslagen, viel ik weer grotendeels terug in mijn oude leven.’
Bij Jong Oranje was het alleen maar weer trainen, trainen, trainen. Toen dacht ik: hier heb ik helemaal geen zin meer in.
Al snel plofte er bij haar thuis een brief van de KNHB op de deurmat. Daarin stond een boodschap waar ze vroeger heel blij was geworden: ze werd opgeroepen voor de selectietrainingen van Jong Oranje. Nu deed het haar een stuk minder. ‘Kijk, ik vond het wel cool, maar het was meer een streling van mijn ego, dan dat ik het echt wilde. Waar ik veel meer zin in had, was om te beginnen aan mijn studie: geschiedenis in Amsterdam. Mijn motivatie voor het hockey was gewoon afgenomen. Achteraf denk ik dat ik het vooral uit gewenning was dat ik weer bij KZ ben gaan spelen. Op een gegeven moment dacht ik: dit kan vanaf mijn vijfde altijd mijn leven wel zijn geweest, maar ik ga andere keuzes maken.’
Met afkeer in haar stem vertelt Oyevaar over die keer dat ze bij Jong Oranje het schema in handen kreeg waarop voor de komende dagen alle dagen aangegeven stonden die ze in verband met wedstrijden en trainingen vrij moest houden. Door haar plannen in het paasweekend kon weer een streep worden gezet. ‘Het was alleen maar weer trainen, trainen, trainen. Toen dacht ik: hier heb ik helemaal geen zin meer in. Eric Verboom was de bondscoach, Alyson Annan zijn assistent. Het moment zelf kan ik me niet meer herinneren, dat is heel gek, maar ik heb in ieder geval tegen hen gezegd dat ik niet meer voor Jong Oranje zou uitkomen.’
Met steeds groter wordende stappen nam Oyevaar afscheid van haar oude, vertrouwde leven. Omdat ze haar bestaan in Amsterdam aan het opbouwen was, ruilde ze Klein Zwitserland nog wel in voor Pinoké.
‘Ik speelde dus nog wel in de Hoofdklasse, maar eigenlijk had ik voor mezelf al besloten dat ik de ambitie om op hoog niveau te hockeyen helemaal niet meer had. Ik hockeyde alleen nog voor de lol. Maar ja, ik moest natuurlijk nog steeds drie keer per week trainen.’
Ik meldde me ziek voor een training. Alsof ik aan het spijbelen was, zó zat ik thuis met mijn vriend op de bank
Gegniffel klinkt aan de andere kant van de lijn. ‘Op een moment had ik zó geen zin in om te trainen, dat ik me voor het eerst in m’n leven voor een training heb afgemeld. Ik heb natuurlijk niet gezegd dat ik geen zin had. Nee, ik meldde me gewoon ziek. Alsof ik aan het spijbelen was, zó zat ik thuis met mijn vriend op de bank. Heel a-relaxed.’
Een van de laatste stuiptrekkingen kwam in de winter op teamweekend in Noordwijk. Vrijdagavond zette de ploeg het gezellig op een zuipen, zaterdagmiddag stond er een looptraining op het programma. ‘Dat vond ik zo’n onzin, eerst feesten, dan serieus trainen. Maar ik snap heel goed dat het aan mijzelf lag. Ik was heel recalcitrant, ik had er gewoon geen zin meer in. Mijn coach werd ook helemaal gek van me.’ Lachend: ‘Nu begrijp ik wel dat hij me die zaterdag naar huis gestuurd heeft.’
Als straf zat Oyevaar een aantal wedstrijden verplicht op de bank. Daarna mocht ze van haar coach weer hockeyen, maar aan het eind van het seizoen hakte ze de knoop door. Ze stopte ermee.
‘Dat voelde als een bevrijding. Ik heb er geen moment spijt van gehad. Het is natuurlijk ook wel een hele mooie periode geweest, ik heb er veel plezier aan beleefd. Vooral in de jeugd. Ik was superfanatiek. Maar hoe ouder je wordt, hoe meer je ontdekt dat er meer is dan alleen hockey. Mijn interesse ging op een gegeven moment gewoon naar andere dingen uit.’
Sinds ze rond haar 22ste stopte, heeft Oyevaar op een aantal keer bedrijfshockey na nooit meer een stick aangeraakt. Voor herhaaldelijke verzoeken om mee te spelen met de veteranen van Klein Zwitserland, bedankt ze keer op keer.
‘Of ik het Nederlands elftal had kunnen halen, weet ik niet. Dat weet je natuurlijk nooit. Als ik het serieuzer had aangepakt, misschien wel. Maar je moet ook eerlijk zijn. De speelsters die het uiteindelijk wel hebben gered, waren op hun zestiende veel serieuzer dan ik en zijn dat daarna ook altijd gebleven. Dat is misschien waarom ik het niet gehaald heb.’
8 Reacties
Hockeyfeest
Zorgen jullie wel dat de huidige jeugd dit niet leest. We moeten de huidige generatie niet te wijs maken. Die corona crisis zou bij velen al funest voor de obsessie kunnen uitpakken. Liever stukken over hoe belangrijk en geweldig het allemaal is! Wat moet ik straks op zondag anders gaan doen? Zelf weer gaan hockeyen zeker.
hockey12345
Ik heb het gelezen en ja, ik wil nu inderdaad stoppen. Dit artikel heeft mijn kijk op hockey volledig veranderd en gedemotiveerd. Ik ga direct mijn coach op de hoogte stellen...
pietersmits
Kom, kom niet zo cynisch. Niks is mooier dan de hele week achter een balletje aan hollen. Je kan later altijd nog een leven beginnen.
stekel
Topsporters zijn intrinsiek gemotiveerd en gaan altijd door, die stoppen niet obv een leuk artikel zoals dit. Das het verschil en das prima.
hockey12345
Eens
Hockeyfeest
Uitleg van de eerste reactie: Ze heeft groot gelijk. Haar keuze zou ik iedereen toewensen. Natuurlijk is mijn reactie niet letterlijk te nemen. Ik vind de keuze voor hockey "topsport" ongezond, maar dat is topsport bijna per definitie. Hockey is gewoon een hobby met een balletje en een stick, geen levensvervulling. En natuurlijk mag iedereen een andere keuze maken.
rancoburgzorg
Altijd leuke verhalen dit, echt cool, maar waarom het verhaal niet even afmaken? Hoeveel kinderen heeft ze? Is er nog een papa bij? Wat doet ze nu?
storyteller
Topper!!!