Eindejaarsinterview: Pien Sanders over de afvalrace richting Tokio
Verdediger Pien Sanders (21) was achttien toen ze doorbrak in het Nederlands elftal, maar liep door ongelukkige blessures zowel het WK in Londen (2018) als het EK in Antwerpen (2019) mis. Deelname aan de Olympische Spelen in Tokio is allerminst zeker voor de jonge achterhoedeleider van Den Bosch, die zich komend jaar terug wil knokken in de vaste kern van Oranje.
Caia van Maasakker. Lauren Stam. Ireen van den Assem. Sanne Koolen. En Pien Sanders. Vijf verdedigers voor vier plekken. Achterin is de concurrentie moordend bij Oranje. Wanneer niemand geblesseerd raakt, valt hoogstwaarschijnlijk één van hen op het laatste moment af, met Tokio in zicht.
‘Ik weet heel goed dat ik nog lang niet zeker van Tokio ben. Mensen moeten niet denken dat ik mezelf al rijk reken. Ik besef dat ik hard moet werken om er weer bij te komen. Mijn lichaam heeft me op een achterstand gezet, maar ik denk dat het zeker niet onmogelijk is om weer aan te haken’, zegt Sanders in een koffietent in Den Bosch.
Ik beschermde mezelf, zodat de klap alleen maar mee zou vallen als ik Tokio niet haal
De tegenslagen van de afgelopen jaren tastten in eerste instantie het zelfvertrouwen aan van de jonge speelster, die in 2017 met veel branie debuteerde in Oranje. ‘Het is niet zo dat ik altijd héél zeker van mezelf ben geweest, maar in mijn eerste twee jaar bij Oranje wist ik wel dat het goed ging. Ik speelde goed, alles zat mee. Ineens kreeg ik twee tegenslagen te verduren. Kom daar maar eens bovenop. Natuurlijk word je daar onzeker van, praat je jezelf naar beneden. Je vertrouwt je lichaam minder. Ook was de concurrentie groter geworden. Ik beschermde mezelf, zodat de klap alleen maar mee zou vallen als ik Tokio niet haal.’
Dat is nu verleden tijd, stelt ze. Ze zegt haar zelfvertrouwen te hebben opgekrikt. ‘Ik ben fit, voel me goed en ben er klaar voor om te laten zien wat ik in huis heb. Ik ga er alles aan doen om te bewijzen dat ik goed genoeg ben voor een plek in de selectie.’
Terugblikken op haar blessureleed doet nog altijd pijn
In juli 2018 was Sanders een vaste waarde van Oranje met het gewonnen EK van 2017 achter de rug toen de verdediger tijdens een oefenwedstrijd in botsing kwam met een speelster van Argentinië. De hersenschudding kostte haar het wereldkampioenschap. Een jaar later was de gifbeker nog niet leeg. Vanwege een knieblessure kon er ook een streep door de FIH Pro League Final en het EK worden gezet.
Het zijn de donkerste bladzijdes in haar nog prille carrière, waarvan Sanders heeft aangegeven dat ze er liever niet te lang over wil praten. Terugblikken op die pijnlijke momenten bezorgt haar nog altijd een brok in haar keel. ‘Ik vind het moeilijk om erover te praten. Als topsporter praat je liever over prijzen die je hebt gewonnen dan over toernooien die je hebt moeten missen. Inmiddels heb ik het wel een plekje kunnen geven, maar dat is heel moeilijk geweest. Hopelijk is het me gegund dat 2020 wel mijn jaar wordt.’
‘Ik kijk al zó lang naar Tokio uit’
Vier jaar geleden droomde de toen zeventienjarige Sanders voorzichtig al van deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Glimlachend zegt ze dat ze hoopte op het Jorrit Croon-scenario, die bij de mannen als zeventienjarig talent werd geselecteerd. Maar bondscoach Alyson Annan nam haar niet in de trainingsgroep op en de Spelen waren nooit een realistische droom. Dat veranderde toen Sanders in 2017 haar eerste interland speelde.
‘Van kinds af aan vind ik de Spelen al fantastisch. Het is een groot toernooi, maar in mijn hoofd is het nog veel groter. Groter dan het WK en het EK bij elkaar. Ik kijk er al zó lang naar uit. Het is misschien overdreven om te zeggen dat het halen van de Spelen mijn leven is, maar hockey is wel mijn leven. Ik wil echt ontzettend graag naar Tokio. Als ik het niet haal, zou ik dat echt verschrikkelijk vinden.’
Toen ik eindelijk weer kon hockeyen, wilde ik meteen laten zien dat ik olympisch waardig ben. Maar dat lukte niet.
Sanders zegt niet obsessief met de Spelen bezig te zijn, maar wilde zich na haar knieblessure wel te graag bewijzen, realiseert ze zich nu. Haar coach Raoul Ehren en haar teamgenoten riepen haar een halt toe.
‘De eerste weken haalde ik mijn niveau niet. Niets lukte. Ik timede verkeerd, stapte te lomp of te laat in, mijn passes naar voren kwamen niet aan. Daar werd ik gefrustreerd van. Nu ik eindelijk weer kon hockeyen, wilde ik laten zien dat ik olympisch waardig ben. Maar dat lukte niet. Raoul en mijn teamgenoten zeiden dat ik rustig aan moest doen. Dat ik na een paar trainingen niet gelijk in topvorm kon zijn. Daar hadden ze natuurlijk gelijk in. Dat heeft tijd nodig. Gelukkig ging het na een paar weken steeds beter. Toen kreeg ik steeds meer complimenten en begon ik mijn draai steeds beter te vinden.’
Concurrentiestrijd met onder meer Sanne Koolen
Sanders beseft dat de situatie in Oranje anders is dan vóór haar twee blessures. Toen was zij één van de vier vaste verdedigers. Na haar hersenschudding is Sanne Koolen erbij gekomen, de introverte verdediger van Den Bosch die op zowel het WK als het EK haar kans met beide handen greep en bijna niet te passeren bleek.
‘Sanne heeft het goed gedaan. Ze wordt nu nog steeds soms mijn vervanger genoemd, terwijl ze op eigen kracht een plek in de selectie heeft verdiend. Bij Den Bosch vormen we een goed duo, dat zouden we in Oranje ook kunnen zijn.’
Samen met Koolen en Van den Assem, misschien wel haar twee grootste concurrenten voor een plek in de olympische selectie, moet Sanders in 2020 achterin bij Den Bosch een hecht team vormen op jacht naar eerherstel met Den Bosch, dat afgelopen jaar geen landskampioen en Europees kampioen werd. ‘We gunnen elkaar allemaal een plek in de selectie van Oranje. Maar je gunt het jezelf net iets meer. We willen de beste versie van onszelf zijn, maar niet ten koste van een ander. Als ik Tokio niet haal, moet ik in mijn handen klappen. Dan hebben zij het beter gedaan dan ik. Maar ik ga er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ík degene ben die naar de Spelen gaat.’
14 Reacties
gaston-orozco
Leuk interview. Als ze gezond is en redelijk goed speelt, zal ze in Tokio zijn. De andere verdedigers zijn betrouwbaar, maar zij is het enige dynamische talent. Maar je weet maar nooit.
robvisser
Sanne Koolen is heel degelijk en betrouwbaar gebleken en heeft het erg goed gedaan. De concurrentie is gewoon groot. Afwachten ook hoe het met blessures gaat, bijvoorbeeld die van Caia, en met vorm(verlies).
Wim de bij
Van den Assem is by far de minste van t stel. Zou uniek zijn als die boven een Sanders gekozen wordt.
circlestorm69
Niet mee eens. Vd Assem haar splijtende passes hebben Oranje en Den Bosch al veel opgeleverd. Daarnaast is ze supersterk op en voor de doellijn bij een SC tegen. De vorm in de Pro League na de terugkeer van haar en van Caia na hun blessures zullen waarschijnlijk de doorslag geven. Maar wat verdediging betreft is het Bossche trio wat mij betreft de beste. Stam als nummer 4 erbij lijkt me wel wat.
ericst29
Leuk voor de lezer wellicht en vanuit Hocke.nl begrijpelijk, maar ik had een dergelijk interview als `terugkerende ` speelster nooit gegeven; zet zaken meer/weer op scherp, verhoogt de spanningsboog terwijl het zoveel verstandiger zou zijn om `in stilte te werken aan een soort van `Olympische topvorm`.
kasparstevens
Wel de speelster met de beste pass om een linie over te slaan.
Nvanas012
De scoop van Stam en de pass van Vd Assem zijn net zo goed..
Nvanas012
Denk uiteindelijk Koolen afvalt, als Sanders haar vorm vindt. Haar dynamiek kunnen ze wel gebruiken. Van Maasakker zal geselecteerd worden vanwege haar ervaring en corner, Ireen vanwege haar strijdlust en Lauren vanwege haar volwassenheid aan de bal, en beide deels ook vanwege hun (3e en 4e) corner. Denk ik😊
edwin-smolders
De drie van HC Den Bosch samen met Van Maasakker of Stam, maar ik kijk door een gekleurde bril 😉
Sjang Fijen
Zo moeilijk is dit ook weer niet, Sanne Koolen en Pien Sanders moeten beiden mee naar Tokio, even zeer Ireen van den Assem. Wie valt dan af? Voor mij geen vraag.......... de traagste natuurlijk. Nou dan.. Groet van Sjang
Fanvanhockey
Moeten ze mee omdat ze goed kunnen hockeyen of omdat ze bij Den Bosch spelen?
Nvanas012
Met de traagste bedoel je zeker Caia? Caia is achterin gewoon een betrouwbare kracht die geen gekke dingen doet, heeft het meeste ervaring en de beste corner: die zal er zeker bij zitten als ze niet geblesseerd is.
PeterMontijn
@Fanvanhockey: de spijker op zijn kop😀
lynnBosman
Vijf geweldige hockeysters met ieder haar kwaliteiten. Sanders zou voor mij, mits fit en in vorm, zeker op het lijstje staan. Er zullen er waarschijnlijk 4 van deze 5 mee gaan. Ergens de pech niet multifunctioneel te zjjn zoals V Geffen die ook een linie naar achteren kan. De Goede en Nunnink ook.