Voor Jacky Schoenaker is het werkende leven niet nieuw

Na de Olympische Spelen in Rio de Janeiro hebben veel Oranje-speelsters en -spelers een punt achter hun interlandcarrière gezet. Inmiddels zijn we meer dan een jaar verder. Hoe is het nu met hen? Waar zijn ze mee bezig in hun leven na Oranje? Hockey.nl zocht ze op voor de serie ‘Na Oranje’. Dit keer het verhaal van de 29-jarige Jacky Schoenaker.

Toen Jacky Schoenaker een maand voor de Olympische Spelen haar hamstring verrekte, besloot Alyson Annan, de bondscoach van de Oranje Dames, om haar niet mee te nemen naar Rio de Janeiro. Een grote teleurstelling voor Schoenaker, die meteen vanaf dat moment niet meer met Oranje mee trainde en in een zwart gat belandde. ‘Hockey, het belangrijkste deel van mijn leven, viel opeens weg.’

‘Het duurde even voor ik weer in een ritme kwam’

Toch beëindigde Schoenaker een paar maanden later haar interlandloopbaan. Haar lichaam trok het niet meer. Niet alleen de Olympische Spelen, maar ook het EK in Londen (2015) had de 49-voudig international vanwege blessureleed moeten missen. Schoenaker was realistisch genoeg om te beseffen dat ze met haar gevoelige lichaam de Olympische Spelen van Tokio niet zou halen.

‘Het duurde even voor ik weer in een ritme kwam. Een paar jaar lang had ik geleefd voor het hockey. Wanneer we ons met Oranje voorbereidden op een groot toernooi, bestond vrijwel elke dag uit trainen en rusten. Nu had ik opeens vrije tijd over. Ik ben een opleiding tot personal trainer gaan doen. Dat sloot aan bij mijn interesses en ik wilde vooral iets te doen hebben. Ik kon niet zomaar met iedereen afspreken, want anderen moeten natuurlijk gewoon werken.’

Jacky Schoenaker tussen twee speelsters van Ierland in op het EK in Boom (2013). Foto: Koen Suyk

 

Binnen vier maanden vond Schoenaker een baan. Sinds maart werkt ze vier dagen per week als office manager bij Peak4, een bedrijf dat zich bezig houdt met de vraag wat er in deze tijd nodig is om tot duurzame prestaties te komen; als individu, in teamverband en als organisatie. Schoenaker ondersteunt vooral andere medewerkers. Een functie die ze ook bij andere bedrijven al heeft bekleed. Voor Schoenaker is het werkende leven niet nieuw.

‘Ik heb het nooit heel moeilijk gevonden om bepaalde dingen niet te kunnen doen’

Toen Schoenaker in juli 2013 op 25-jarige leeftijd haar debuut in Oranje maakte, had ze na het afronden van haar studie aan het Schoevers College al een jaar of drie gewerkt. ‘Ik zag het Nederlands team vooral als een kans die ik met beide handen moest aangrijpen. Ik dacht: vanaf nu geef ik alles voor het hockey, want gezien mijn leeftijd kan ik nog maar een paar jaar in Oranje hockeyen.’

‘Daardoor heb ik het nooit heel moeilijk gevonden om bepaalde dingen niet te kunnen doen. Natuurlijk heb ik leuke dingen gemist, zoals een vrijgezellenfeest of een babyshower van een vriendin. Er zijn ook periodes geweest dat ik mijn vriend amper zag, omdat hij zelf druk was met voetbal (Erik Cummins is keeper van SC Cambuur, red.). Dat was niet altijd leuk, maar ik wist waarvoor ik het deed. Ik was juist dankbaar voor het feit dat ik het avontuur in Oranje mocht meemaken. Een jaar voordat ik werd geselecteerd, had ik nooit gedacht dat ik het Nederlands team ging halen.’

Jacky Schoenaker houdt de beker omhoog na het winnen van het WK in Den Haag (2014) Foto: KNHB/Willem Vernes

‘Nu zijn andere dingen, zoals mijn sociale leven, weer belangrijk’

Inmiddels leidt Schoenaker weer het leven dat ze leidde tussen haar periode bij Jong Oranje en Oranje in. ‘In mijn tijd als international draaide mijn leven om hockey. Nu zijn andere dingen, zoals mijn sociale leven, ook weer belangrijk. Maar dat wil niet zeggen dat ik de teugels laat vieren. Ik speel nog steeds op het hoogste niveau van Nederland. Dat neem ik serieus.’

Of Schoenaker nog lang doorgaat in Dames 1, hangt vooral af van haar fysieke gesteldheid. ‘Sinds ik niet meer voor Oranje uitkom, heb ik minder last van mijn lichaam. Ik train minder vaak. Maar ik zal altijd pijntjes blijven houden. Gelukkig leef ik nog steeds iedere week naar de zondag toe. Zolang dat het geval is en ik het hockey goed kan combineren met mijn werk, wil ik blijven spelen.’


Wat vind jij? Praat mee...