Van den Honert: rustpunt bij Oranje, die hamert op de techniek
Hij werd als hoofdcoach met de hockeyers van Amsterdam twee keer landskampioen. Maar de oude dribbel- en strafcornerkoning van het Nederlands elftal gedijt in de luwte als assistent-trainer bij Oranje. Laat Taco van den Honert maar eindeloos met de techniek bezig zijn. ‘Hier kan ik veel meer van mezelf in kwijt.’
Eén jaar was Taco van den Honert (51) aanvoerder van Amsterdam Heren 1. ‘Onze coach Joep (Brenninkmeijer, red.) wilde dat. Ik probeerde het wel, maar ik ambieerde het niet’, zegt Van den Honert, die vroeger als speler grossierde in de meest ongelofelijke solo’s.
Zijn goede vriend Rogier van der Wal nam het daarna over. ‘Hij had een hekel aan speechen. Toen ik die band overnam, viel er een last van zijn schouders’, vertelt Van der Wal. ‘Hij was de beste hockeyer van Nederland. Maar altijd bescheiden. Andere spelers hadden al een sponsorcontract. Dat hoefde niet voor Taco. Laat hem dat balletje maar heen en weer halen. Taco heeft zijn hele leven al zo’n rol.’
Op z’n 45ste zijn rijbewijs
Van den Honert was als speler zo bezeten van techniek, dat hij bij een spelregelwijziging – de strafcorner mocht niet meer binnen, maar moest buiten de cirkel worden gestopt – de sleepcorner bedacht. Soms is Van den Honert dus revolutionair. In andere dingen is hij behoorlijk laat. Op 45-jarige leeftijd haalde hij zijn rijbewijs. ‘Ik heb dat lang uitgesteld. Ik pakte altijd de fiets. Of ik zat bij anderen in de auto. Op m’n 45ste werd ik vader. Toen moest het wel gebeuren’, lacht Van den Honert.
Van den Honert won als de coach de landstitel met Amsterdam in 2011 en 2012. Hij haalt zijn schouders erover op. Hij geeft meteen alle credits aan anderen, door vooral zijn begeleidingsteam van toen uitgebreid te prijzen. Hij zegt dat de balans tussen oud en jong vooral goed was. Gevraagd naar zijn huidige rol in de begeleiding bij de Oranje Heren met bondscoach Max Caldas en zijn oude teamgenoot bij Amsterdam Graham Reid (nu assistent-coach), zegt Van den Honert met een knipoog: ‘Ja, wat is mijn rol eigenlijk. Dat is een beetje onduidelijk hè?’. Billy Bakker weet het wel: ‘Taco is een rustpunt voor sommige jongens. Hij heeft op zijn manier leiderschapskwaliteiten. En als hij op het trainingsveld de techniek voordoet, neem je het toch makkelijker aan.’
Max Caldas doet de systemen. Taco van den Honert de individuen.
Bondscoach Max Caldas verheft langs de lijn veelvuldig zijn stem. Hij heeft de branie die bij een hoofdcoach hoort. Van den Honert blijft op de achtergrond. ‘Mijn relatie met Max is zo gegroeid, sinds we samenwerkten bij de vrouwen. Max doet altijd heel erg de tactiek en systemen. Ik kijk vooral naar de individuele spelers. Dat gaat automatisch zo. Zoals het letten op aannames. Dat is mijn ding.’
Aannames zijn het stokpaardje van Van den Honert. Hij kan er uren over praten. ‘Kijk maar eens op zondag naar de Hoofdklasse. Hoe vaak er nog steeds een slechte aanname is op een simpele bal. Iemand die een stuiterbal van 180 kilometer per uur meteen aanneemt: daar kan ik heel erg van genieten. De echt grote jongens als Teun de Nooijer vroeger, die namen de bal aan en hadden meteen overzicht.’ De techneut doet nu voor of hij een stick vasthoudt en beweegt zijn handen van links naar rechts. ‘Billy Bakker neemt altijd ballen op zo’n manier aan, dat hij al bijna niet in de problemen komt.’
Een ander stokpaardje is de twee tegen een
De vakman werkt bij het elitecorps van Nederland het liefst een op een. ‘Laatst keek ik samen met Thierry (Brinkman) aannames, om het daarna te oefenen om het net anders te doen. Als je dan verbetering later in de wedstrijd terugziet, kijk je elkaar even aan. Dat is heerlijk. Ook bijvoorbeeld Vali en Kempi (Valentin Verga en Robbert Kemperman, red.) komen steeds vaker vragen om samen beelden te bekijken. Dat vind ik heerlijk.’
Een ander stokpaardje: de twee tegen een. ‘Als de speler precies die pass geeft, zodat de verdediger er niet meer bijkomt. Op het juiste moment en met de goede snelheid. Dat ziet er simpel uit, maar is veel moeilijker dan je denkt. Jonas de Geus heeft dat van nature. Die geeft zo’n balletje precies goed. Heerlijk.’
‘Ik vond het ook wel spannend, maar ik deed nonchalant’
Van den Honert is de belangrijke adjudant van strafcornerschutter Mink van der Weerden, wiens strafcorners voor een groot deel de basis van het succes van het Nederlands elftal vormen. Bij wedstrijden analyseren ze samen uitgebreid de aanvallende corner en de strafcornerverdediging van de tegenpartij. Van den Honert weet uit ervaring precies wat Van der Weerden voelt op de kop van de cirkel. ‘Het staat 0-0. Je hebt al drie corners gehad. Dan is toch het gevoel: nou Mink, je moet hem nu maken, anders winnen we de wedstrijd niet. Dat gevoel ken ik. Dat de hele wereld verwacht dat je hem gaat maken. Als er een olympische finale was of ik een belangrijke corner moest pushen, vond ik het ook spannend, maar deed ik nonchalant. Ik kon de spanning goed verbergen.’
Van den Honert scoorde 118 keer in 215 interlands. Van der Weerden staat al op 81 doelpunten uit 122 interlands. De trainer kent het geheim van pieken en de techniek het werk laten doen. ‘Als je jong bent, wil je nóg harder op belangrijke momenten. Als je ouder wordt, leer je dat je het niet zo moet doen. Dat is het mooie aan een Roger Federer. Hoe hoger de druk, hoe technischer hij gaat tennissen. Of neem Dafne Schippers in de 200 meter finale op het WK atletiek. Dat werd heel spannend. Maar ze bleef technisch sprinten, met haar hoofd mooi rustig. Of Tiger Woods. Met golf is er veel druk. Het gaat om zoveel geld. Dan is het essentieel dat je techniek goed blijft. Dat kan hij.’
Techniek is alles
Dat probeert hij Van der Weerden duidelijk te blijven maken. ‘Mink pusht zo hard. Die hoeft echt alleen maar technisch te blijven pushen. Dan gaat het goed. “Vond je het spannend? Wat dacht je?” vraag ik dan. Ik vind het leuk om er uitgebreid met Mink over te praten.’
Van den Honert geniet dus volop bij Oranje. Niets mooier dan een EK in eigen land, op zijn oude club. ‘In deze rol kan ik zo veel van mezelf kwijt. Ik vind het veel lekkerder om spelers een op een aan te spreken en samen aan kleine dingen te werken. Dat heb ik eigenlijk altijd al gehad.’
1 Reactie
captain-kirk
Kleine correctie: Mooi om Taco, de handigste Nederlandse hockeyer op de vierkante meter ooit, in het zonnetje te zetten. Maar het gaat te ver om Taco de uitvinder van de sleeppush te noemen. Het Duitse zaalhockey is de kraamkamer van de sleeppush. Taco was de snelste sleeppush leerling na de regelwijziging in 1992. Hij scoorde in zijn éérste 100 interlands ongeveer 12 goals en, dankzij zijn sleepcorner, in zijn volgende 100 interlands circa 100 goals (!) voor Nederland. Bram Lomans en Toon Siepman sliepen daarna met video's van Taco onder hun kussen :) Maurits Crucq KNHB Corner NL trainer