‘Flo’ Middendorp beheerst kunst om ook onder druk vrijuit te spelen

Floris Middendorp (23) is een van de jongste spelers in de selectie van bondscoach Jeroen Delmée. Van de technisch begaafde middenvelder wordt veel verwacht op de Spelen in Parijs. Niet in de laatste plaats door hem zelf. ‘Het toernooi is voor mij alleen geslaagd als we goud halen.’

Zeg Middendorp en bijna iedereen uit de (top)hockeywereld verbindt daar onmiddellijk de naam Hattem aan. De kleine Gelderse familieclub was een vaste klant in de top en speelde begin deze eeuw nog in de Hoofdklasse. Een periode waarin zowel twee ooms als de vader van Floris Middendorp in de hoofdmacht hockeyden.

Niet zo gek dat de kleine Floris al vanaf een jaar of drie met de stick in de hand op de velden van Hattem te vinden was. ‘Ik kom uit een enorme hockeyfamilie. Bij ons hockeyde iedereen. Hockey was mijn ding. Mijn ouders hockeyden, mijn broer en zus ook. Maar ook veel neven en nichten, die in de buurt woonden. Er was altijd wel iemand waarmee je kon hockeyen.’

Hij vervolgt: ‘In vergelijking met mijn broer en zus was ik wel het meest obsessed met hockey. Ik stond soms hele dagen op het hockeyveld. Dat hadden zij niet.’

Partijtje

Op de velden van Hattem trof je vroeger Floris weinig alleen pielend met een bal aan. ‘Ik wilde eigenlijk alleen maar wedstrijdjes spelen of partijtje doen. Ik vond trainen niet per se leuk. Dat is wel veranderd. Ik weet hoe belangrijk trainen is, maar ik heb eerder wel eens gezegd dat ik een training helemaal niks vind als die niet wordt afgesloten met een partijtje. Zo zwart-wit is het niet meer, maar ik ben ooit op hockey gegaan vanwege de wedstrijden. Het tegen elkaar spelen vind ik gewoon heel leuk.’

Floris Middendorp in zijn Hattem-shirt tijdens de warming up van een uitzwaaiduel. Foto: Willem Vernes

Middendorp geniet van het teamverband, van de saamhorigheid binnen een hockeyteam. ‘Het gevoel dat je allemaal hetzelfde doel hebt en er daardoor iets gaat leven in een groep. Zo van: wij moeten het doen, wij gaan het doen. Ik heb dat nu zeker bij dit Nederlands team. Maar het niveau maakt niet uit. Ik had dat gevoel ook bij de B1 van Hattem en bij Amsterdam.’

Flo, zoals hij vaak liefkozend wordt genoemd, doorliep alle hoogste jeugdelftallen van zijn club Hattem en debuteerde al op zijn vijftienjarige leeftijd in de hoofdmacht. Twee jaar later was hij aanvoerder bij Heren 1. Vier jaar later maakte hij de overstap naar hoofdklasser Amsterdam. Tijdens het zaalseizoen droeg hij nog wel een jaar het shirt van de club waar hij opgroeide. Het ging na zijn vertrek niet bepaald beter met Hattem, dat op het veld inmiddels is afgezakt naar de Tweede Klasse. ‘Hattem is belangrijk geweest in mijn carrière. Het doet me pijn dat de club in een vrije val terecht is gekomen. Door mijn drukke programma met Amsterdam en Oranje ben ik er de laatste jaren niet zo vaak meer geweest. Hooguit om wat shuttles te lopen.’

Vali

Middendorp kwam met veel ambitie naar Amsterdam, maar sportief gezien had hij met de hoofdstedelingen weinig succes. Persoonlijk maakte hij wel een enorme ontwikkeling door. Hij werd basisspeler en verkozen voor Jong Oranje. Bij Amsterdam ontwikkelde hij ook een bijzondere band met zijn ploeggenoot Valentin Verga. De spraakmakende oud-international kreeg vaak te horen dat hij te hard was in zijn kritiek op jongere spelers. Maar Middendorp heeft sinds zijn komst juist een ‘goede band’ met de middenvelder, die komend seizoen terugkeert naar Almere.

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door hockey.nl (@hockeynl)

Middendorp zegt zelfs: ‘Ik heb samen met Vali mijn twee mooiste goals uit mijn carrière gemaakt. En ik hoop dat dat ook mijn mooiste goals blijven. Gewoon omdat ik ze met hem heb gemaakt. Ik weet wat over Vali wordt gezegd. Maar ik denk dat je als jonge speler ook een bepaald respect moet verdienen. En wat is hard, als iemand die dezelfde ambities heeft als jij?’

Wonderdokter

Middendorp leek ondanks de tegenvallende prestaties van zijn ploeg, zich toch in de kijker te spelen van Oranje. Tot een zware rugblessure hem bijna twee jaar (veelvuldig) aan de kant hield. Een zware periode voor de flegmatieke middenvelder. De blessure was op een gegeven moment zo uitzichtloos dat Middendorp zelfs nadacht over het einde van zijn hockeycarrière. ‘Ik ben altijd erg gefocust geweest op hockey. Als hockey dan echt weg dreigt te vallen, ben je opeens zoekende. Wat wil je dan doen en hoe?’

Ik heb de perfecte balans gevonden tussen het altijd willen presteren en ook de relaxte momenten pakken.' Middendorp na zijn blessure

In zijn zoektocht naar een oplossing voor zijn rugproblemen, kreeg Middendorp tal van goede adviezen. Hij bezocht diverse rugspecialisten en -klinieken, wendde zich tot alternatieve geneeswijzen, maar niemand kon hem helpen. Tot als een geschenk bij heldere hemel hij een tip kreeg over een arts in Pijnacker. ‘Je gelooft het niet, maar na drie behandelingen van twee minuten was ik van al mijn klachten af. Hij is echt een wonderdokter.’

De lange blessure leerde Middendorp ook een belangrijke les. ‘Ik hoef niet altijd honderd procent met hockey bezig te zijn. Er is meer. Ik heb nu de perfecte balans gevonden tussen het altijd willen presteren en soms ook de relaxte momenten pakken.’

Oranje

Eenmaal pijnvrij werkte de jonge middenvelder keihard aan zijn fysiek. De jongen uit Hattem werd een kerel in Amsterdam. De eerdere kritiek dat hij te licht was voor de absolute top schudde hij van zich af. Bondscoach Jeroen Delmée – die hem in juni 2022 liet debuteren maar daarna verder liet rijpen – beloonde de inspanning en zijn goede spel met een nieuwe uitverkiezing voor de selectie van de Oranje Heren. Middendorp: ‘Ik ben de afgelopen anderhalf jaar in een ritme gekomen dat je proeft dat er kansen komen die je moet grijpen. Dan gaat je leven in een keer wel weer een heel stuk meer in het teken van hockey staan, maar dat kostte mij geen enkele moeite. Ik kreeg er zoveel energie van.’

Vanaf het moment dat Middendorp in 2023 weer deel uitmaakte van het Oranje-elitekorps, werd het halen van Parijs een doel. ‘Als je bij het Nederlands team zit, vind ik dat je er ook in moet geloven dat je de Spelen kunt halen. Anders moet je er niet aan beginnen. Bij Oranje zitten is mooi, maar je moet er best veel voor doen en voor laten. Ik geloofde erin en ben vol aan de bak gegaan.’

Dat hij inmiddels samen met zijn vijftien ploeggenoten zijn intrek heeft genomen in het olympisch dorp, daar leek het vorig jaar rond deze tijd nog niet op. Voor de selectie van het EK in Duitsland viel hij in eerste instantie af. ‘Dat was pijnlijk. Drie maanden voor het EK was ik echt bij de selectie gekomen. Dan heb je toch hoop dat je erbij bent.’

Door een blessure van Tjep Hoedemakers werd Middendorp alsnog opgenomen in de EK-selectie. Hij speelde een goed EK, dat niet alleen werd beloond met goud maar ook met het zo gewenste ticket voor de Spelen in Parijs. ‘Op dat moment weet je dat je een reële kans maakt om er in Parijs bij te zijn’, vertelt de middenvelder. ’Tijdens de lange winterstage in Argentinië en India wist ik: als ik naar Parijs wil, moet ik nu presteren.’

Vrijuit spelen

Druk voelde Middendorp niet tijdens het spelen van die duels. ‘Bij mijn type spel, waarin ik veel op gevoel doe, past helemaal niet dat ik te veel moet nadenken over ‘wat als’. Daarmee verklein ik alleen maar mijn kansen. Ik moet vrijuit kunnen spelen. Dat heb ik ook gedaan.’

Floris Middendorp verschalkt de Belg Cédric Charlier. Foto: Willem Vernes

Met als beloning dat hij bij de zestien uitverkorenen hoort. Nog een paar dagen en dan start zaterdag het olympische toernooi voor de Oranje Heren met een wedstrijd tegen Zuid-Afrika. Honderden Nederlanders zullen de tribunes oranje kleuren. Ook de familie van Middendorp heeft massaal kaartjes gekocht. ‘Voor alle wedstrijden tot en met de finale.’

Dat past ook wel bij de verwachting die dé Trots van de hockeyfamilie Middendorp zelf heeft van de Spelen. ‘Ik ben heel blij dat mijn familie erbij is. Ze zijn echt belangrijk. Maar ik ga er persoonlijk maar met een doel heen: goud halen. Voor mij is dat in ieder geval de enige manier waarop het een geslaagd toernooi kan zijn. Als dat niet lukt, kan ik er later misschien ooit nog iets van voldoening uithalen. Maar daar denk ik nu niet aan.’


Wat vind jij? Praat mee...