Hoe ‘Merrie’ zijn ziekte versloeg: ‘Ik ga elke dag vooruit’

Hij was een kerngezonde jongen. Blond, groot, sterk. Pas 26 jaar. Een topsporter bovendien, bij Oranje-Rood. Maar het zonnige leven van Gijs van Merriënboer kwam compleet op z’n kop te staan. Een jaar geleden werd bij hem een tumor in zijn scheenbeen ontdekt. De Brabander overwon zijn ziekte. Denkt weer aan hockeyen. En werd tussendoor ook nog gelukkig in de liefde. 

Hij straalt als hij op een zonnige vrijdag door Amsterdam loopt. Zijn nieuwe woonplaats, waar hij tot nu toe nauwelijks van kon genieten. Lachend zwaait-ie met zijn kruk – de enige die hij nog nodig heeft – en ploft neer op een terras van een koffietentje. 

Want ja, het gaat goed met hem. Heel goed zelfs.

‘Ik ben blij en gelukkig. Mijn lichaam is schoon. Ik ga elke dag vooruit. Sinds deze week mag ik in huis zonder krukken lopen. Ik mag weer staan onder de douche, voor het eerst in acht maanden.’ Hij wijst naar zijn hoofd. ‘Mijn haar groeit sinds een paar weken weer. Mijn wenkbrauwen zijn terug. Ik krijg weer pigment. Je hebt geen idee hoe geweldig het is om zoiets te zeggen.’ 

Van Merriënboer vorig weekend, op het strand.

Merrie – zoals hij vaak liefkozend wordt genoemd – kan weer dromen, plannen maken en in de toekomst kijken. Een wereld van verschil met de achtbaan waarin hij een jaar geleden belandde. Het begon allemaal met onduidelijke klachten aan zijn rechter scheenbeen, die al in het vorige zaalseizoen de kop opstaken. We zitten dan in het begin van 2024. ‘Toevallig was in die periode mijn rechter scheenbeschermer ook kapot. Zal wel een bal of een stick tegenaan zijn gekomen, dacht ik. Of misschien lag het aan de harde ondergrond van de zaal. Het was vervelend, maar ik maakte me niet zo druk.’

‘Ik had er last van, maar met wat pijnstillers kon ik best hockeyen. We deden het hartstikke goed, hoopten dat we kampioen konden worden. Ik heb er daarom nooit een punt van gemaakt. Komt wel na het seizoen, dacht ik. Eerst de play-offs spelen. Daarna zouden we wel verder zien.’

Het belletje waardoor zijn wereld instortte

En zo ging het ook. Nadat Oranje-Rood in de halve finales werd uitgeschakeld, liet Van Merriënboer zijn been goed onderzoeken. In het ziekenhuis in Eindhoven kwamen ze er niet uit. Hij werd doorverwezen. Op dat moment maakte hij zich nog geen grote zorgen. Dat veranderde toen er begin juli ineens een telefoontje uit Amsterdam kwam. ‘Een 020-nummer dat ik niet kende. Het AMC, afdeling oncologie-orthopedie. Van dat gesprek heb ik verder niets onthouden. Botkanker. Een agressieve en kwaadaardige tumor van zes centimeter. Mijn wereld stortte in. Ik was op mijn werk en viel helemaal stil. Wist niet wat ik hoorde. Alleen dat het heel erg foute boel was.’

Vlak voor de play-offs in 2024. Foto: Willem Vernes

‘Was ik echt de lul?’

Dat telefoontje veranderde zijn leven. Een dag later zou hij met hockeyvrienden Jaïr van der Horst en Bram Huijbregts op vakantie gaan naar Curaçao. Zijn koffers en paspoort lagen al klaar. Maar in plaats daarvan moest hij zich melden in het ziekenhuis. Opeens was er geen tijd meer te verliezen. Telde elke dag. Stond zijn eerste chemokuur al gepland.

‘Het is vreselijk om aan je dierbaren te vertellen dat je een tumor hebt. Hun verdriet deed mij zoveel pijn. Ik ging oorzaken zoeken. Heb ik iets verkeerd gedaan? Ik had toch heel gezond geleefd? Hoe kwam dit? Er was geen aanleiding. Geen antwoord op die vragen. Dit was gewoon pech. Dikke, domme pech.’

De eerste periode was verdrietig en onzeker. ‘Ik kon nog van alles, maar vond nergens echt afleiding. Zeker in de periode dat we nog niet wisten of er uitzaaiingen waren. Dan ga je niet lekker op het terras zitten. Die onzekere week was mentaal het zwaarst. Niemand wist toen hoe erg het echt was. Ik was bang. Vooral in de nacht sloegen mijn gedachten op hol. Was ik echt de lul?’

Begin dit seizoen: Van Merriënboer als toeschouwer bij Oranje-Rood. Foto: Willem Vernes

De tumor bleek alleen in zijn scheenbeen te zitten. Er kon dus een behandelplan worden opgezet. ‘Achteraf gezien waren het bizarre gesprekken. Een van de opties was amputatie vanaf de knie. Maar ik koos voor het langste traject: tumor eruit, maandenlang herstel, met een kans — geen garantie — dat het ooit goed zou komen. Die kans moest ik pakken. Ik wilde toch weer hockeyen? Of op z’n minst in het park lopen? Het gevolg was dat ik dertig weken chemo’s moest ondergaan in Amsterdam. Het gif sloopte mij. Maar het zorgde uiteindelijk ook dat ik beter werd.’

Hij vertelt zijn verhaal moedig. Snoeihard en goudeerlijk. Soms zelfs met een grapje tussendoor. ‘Ik wil nu écht mijn vrienden nooit meer horen janken over hun katers.’ Hij koesterde de lieve reacties, toen bekend werd dat hij voor zijn leven vocht. De hele hockeywereld leefde met hem mee. ‘Man, dat heeft me zo goed gedaan. Ik bewaarde alle lieve kaartjes en tekeningen voor mijn chemo-behandeling. Daar aan het infuus, had ik die post het meest nodig. Dan voel je dat je er niet alleen voor staat.’

Ik heb van bijna alle Hoofdklasse-clubs wel iets ontvangen. Van tegenstanders, die we op zondag onder het gras willen stoppen. Dan strijd je tegen elkaar, nu steunden ze mij. Gijs van Merriënboer

‘Ik stond versteld van al die berichtjes, cadeautjes en mooie woorden. Kreeg zelfs zelfgemaakte armbandjes met mijn naam erop. Natuurlijk raakte het mij hoe mijn teamgenoten en de club ermee bezig waren. Weer een mooie actie, weer in tranen voor de tv. Maar misschien nog wel meer hoe het daarbuiten ook leefde. Ik heb van bijna alle Hoofdklasse-clubs wel iets ontvangen. Van tegenstanders, die we op zondag onder het gras willen stoppen. Dan strijd je tegen elkaar, nu steunden ze mij. Van SCHC kreeg ik een shirt met een mooie tekst erbij. ‘De club waar jij je Hoofdklasse-debuut maakte, wenst je sterkte.’ Dat ze zoiets überhaupt weten. Dat is tien jaar geleden. Zo’n lief gebaar ga ik nooit vergeten.’

Van Merriënboer in het ziekenhuis, vlak na zijn operatie.

Hij leefde toe naar zijn operatie op 22 november. Elf uur lang was een peloton aan artsen met zijn been bezig. ‘Kijk, dit is het geworden’, zegt Van Merriënboer. ‘Het bot van mijn scheenbeen hebben ze eruit gezaagd. Dat hebben ze opgevuld met mijn eigen kuitbeen en bot van een donor. Het zit vast met twintig schroeven en twee lange platen.’ Hij trekt de pijp van zijn trainingsbroek op. Wijst naar zijn littekens. ‘Ik kan er nog niet wennen. Ik ben een ijdele jongen. Ik draag nog niet graag een korte broek. Dat komt vast wel weer. Het is nu al veel mooier dan het eerst was.’

‘Tot die operatie was ik zelfstandig. Kon ik autorijden, stond ik een paar keer op de golfbaan. Daarna was het niets meer. Ik heb weken in het ziekenhuis gelegen. Woonde intussen al maanden bij mijn moeder, in Son. Ik moest bij alles worden geholpen. Ik heb wekenlang alleen maar op mijn rug gelegen in bed. Kon niet eens zelf wat te drinken pakken, aankleden of douchen. Megafrusterend. Ik vind het bijzonder hoeveel geduld mijn omgeving met mij heeft gehad in die maanden. Ze stonden constant voor mij klaar. Rijden, koken, niets was te veel.’

Liefdesgeluk dankzij de lasagna

Eén kookhulp leverde hem zelfs liefdesgeluk op. ‘Ik kende een meisje die vlak bij het ziekenhuis woont. Bregje, zo heet ze. Zij wist dat ik daar vaak was en bracht me daar eten. Het werd een wekelijks ritueel. Haar lasagne was echt veel lekkerder dan de maaltijden in het ziekenhuis. Ik voelde me superslecht, was totaal niet naar ‘iets’ op zoek. Was ook niet bepaald op m’n aantrekkelijkst. Maar we groeiden naar elkaar toe. En nu, nu hebben we het heel fijn samen.’ Met een grote lach: ‘Ik ben benieuwd of ze me ook leuk blijft vinden met dit kapsel. De afgelopen maanden had ik natuurlijk een kale bats.’ Serieuzer: ‘Hoe bijzonder dat zoiets ontstaat in de slechtste periode van je leven.’

Van Merriënboer met ‘zijn’ Bregje (links) op de Pro League. Rechts Joep de Mol en diens vriendin Pleun. Foto: Instagram Joep de Mol

Ze zien elkaar vaker de laatste tijd. Van Merriënboer is weer terugverhuisd naar Amsterdam. Daar woont hij sinds mei vorig jaar. Maar hij sliep meer nachten in het ziekenhuis, dan in zijn eigen bed. Nu krijgt hij steeds meer van zijn oude leven terug. Zeker na zijn laatste chemokuur, in april. ‘Nu die troep niet meer in mijn lijf komt, voel ik me elke dag sterker worden. Ik kan steeds meer aan. Mag meer. Wil meer. Ik heb een klapvoet overgehouden aan de operatie. Daardoor kan ik mijn voet minder goed optillen. Dan zou je zeggen: dan gaat topsport niet lukken. Maar ik merk dat ik mijn voet steeds beter kan aansturen en bewegen.’

Een veelbetekenende grijns. ‘Als ik ‘m kan bewegen, kan ik er ook mee rennen. En dan wil ik wel zien wat er komend jaar gaat gebeuren. Ik wil proberen om weer aan te sluiten bij mijn vrienden van Oranje-Rood. Jongens die mij het hele jaar gesteund hebben. Ze zochten mij op in het ziekenhuis, met hun gouden olympische medailles. Reden me rond, zorgden voor verrassingen en afleiding. Jelle Galema ging zelfs mee naar de kapper, toen mijn haar eraf ging voor de chemo’s.’

‘Ik ben nog steeds dezelfde jongen. Maar ik kijk anders naar wat ik heb. En vooral naar wie ik om me heen heb. Vrijheid, gezondheid, leuke dingen doen. Het lijkt zo vanzelfsprekend. Maar geloof me, dat is het niet.’ 


1 Reactie

  1. Sjang Fijen

    In een woord; ontroerend, jouw verhaal,Gijs. Voor mij duidelijk "wie goed doet, goed ontmoet". Het zal nog wel even duren voordat je de stick kunt hanteren, maar duidelijk is dat je er tussen de oren al een heel stuk beter voor staat. Ook hier geldt: geduld is een schone zaak, maar of dat je kwaliteit is betwijfel ik wel een beetje. Met je rechterbeen zul je nooit de schoonheidsprijs winnen, maar je haar zit weer goed zo te zien. Ik geloof wel dat je knap ijdel bent, maar er zijn ergere kwalen. Ik zie op de foto ook je nieuwe vriendin. Ronduit een mooie vrouw en ze is nog gek op je ook. Daar mag je fier op zijn, zeggen ze in Vlaanderen. . Beste Gijs, zorg dat je weer helemaal frank en fris op de been komt en wie weet zien we je straks weer terug op de hockeyvelden Zo niet, het leven houdt niet op bij hockey. Geluk en voorspoed gewenst vanuit de Oosterplas in Den Bosch. Sterkte Gijs. Groet............Sjang


Wat vind jij? Praat mee...