Hoe Laurence Docherty de hockeyliefde terugvond

Nadat zijn leven dertig jaar om hockey had gedraaid, was Laurence Docherty klaar met de sport. De oud-international (78 caps voor Nederland, inclusief deelname aan de Olympische Spelen in 2008) en voormalig hoofdcoach van Bloemendaal besloot zijn stick aan de wilgen te hangen en te kiezen voor familie en (ander) werk. Tot een paar weken geleden.

Want wie nu bij HBS heren 1 langs de lijn staat, ziet daar ineens het bekende gezicht van de geboren Schot. Alsof hij nooit is weggeweest langs de lijn, geeft hij aanwijzingen aan zijn spelers, moedigt ze aan en juicht hij bij een treffer. Waar haalde HBS hem, na het plotselinge vertrek van Jamie Kroukamp, ineens vandaan?

Toevallige ontmoeting

‘Ik woon met mijn vrouw en zoons van vijf en twee jaar in de buurt van de club. Op een paadje achter ons huis raakte mijn vrouw een jaar geleden toevallig aan de praat met Karel Huijser en zijn vrouw. Hij bleek een hockeyliefhebber én manager van de mannen van HBS te zijn. Tegen Jamie (Kroukamp, red.) vertelde hij over zijn ontmoeting en suggereerde dat ik Jamie misschien eens kon assisteren. Maar ik was druk met mijn werk en wilde mijn vrije tijd aan familie besteden.’

Laurence Docherty in actie voor Kampong. Foto: Koen Suyk

Docherty is in het dagelijks leven salesmanager bij een bedrijf dat taxi-bestelsystemen verkoopt. Een drukke baan, die evoor zorgde dat hij de boot eerst afhield. Wel stofte hij zijn stick af om aan te sluiten bij de woensdagavondtraining van Bloemendaal heren 2. ‘Toen ik begin september voor het eerst sinds jaren weer op het veld stond, merkte ik hoe ontzettend leuk ik het spelletje nog altijd vind. En hockeyen met mijn oud-teamgenoten uit heren 1 was ook meteen als vanouds. De zondagen wilde ik wel vrij houden, dus naast het trainen bleef het bij af en toe een invalbeurt.’

Wanneer Kroukamp in oktober aangeeft zijn coachpost te willen verlaten, gaat HBS naarstig op zoek naar een opvolger. Als manager Huijser de vraag krijgt of hij nog iemand kent, denkt hij direct aan Docherty. ‘Ik aarzelde, maar ben toch met wat mensen op de club gaan babbelen. Een paar dagen later vroeg mijn vrouw: ‘Ga je het doen?’ Haar zegen had ik, ik vond dat Jamie rust verdiende en gunde de spelers ook duidelijkheid. En eigenlijk begon het bij mezelf toch sterk te kriebelen. ‘Ja’, antwoordde ik haar dus.’

Niet terugkijken

Zo staat Docherty sinds een aantal weken aan het roer van het vlaggenschip van die andere club uit Bloemendaal. En dat bevalt hem uitstekend. ‘Het is een groep van 24 gedreven jongens met verschillende karakters. Een aantal van hen kende ik al uit mijn Bloemendaal-tijd. Zij zaten toen in de A1 en trainden mee, zoals Sam Martens en de broertjes Max en Thomas Vergnes. Daardoor voelt het niet alsof ik helemaal op nul ben begonnen.’

Docherty kent Max Vergnes (midden) nog uit zijn periode als speler bij Bloemendaal. Foto: Nico Hortensius

Met een matige startpositie, onderaan de ranglijst met een schamele vijf punten, lijkt er voor de kersverse coach voldoende werk aan de winkel. Maar met die stand van zaken is hij niet bezig. ‘Ik ben niet van het terugkijken. Ik heb nog niet één keer naar de ranglijst gekeken. Die boeit mij niet. Het is mijn taak als coach om de groepsdynamiek te reguleren. Te kijken wie ik op welk gebied kan prikkelen. Hoe de jongens fair zijn in de omgang en er harmonie ontstaat, zodat iedereen met de neus dezelfde kant op een wedstrijd in stapt. Iedereen moet kunnen excelleren en ik mag dat faciliteren. Wie de tegenstander precies is en waar we staan in de ranking vind ik totaal oninteressant.’

Clubgevoel

Zijn er dan doelenof ambities? ‘Daar hebben we het ook nog niet over gehad. En wat mij betreft houden we dat zo. Je krijgt daar alleen maar koppijn van’, constateert de tot Nederlander genaturaliseerde Schot. ‘Er is een aantal ploegen bovenin de Promotieklasse dat beschikt over spelers met Hoofdklasse-ervaring. Sommigen hebben zelfs play-offs gespeeld. Daaronder zitten teams waarbij iedereen van elkaar kan winnen. In onze groep heerst een sterk clubgevoel. Verschillende jongens zijn teruggekomen na een tijdelijk verblijf elders. En dat is niet alleen omdat ze daar niet aan spelen toekwamen. Daar kunnen we op voortbouwen.’

Zelf hockeyen zit er voorlopig niet meer in, maar Docherty is de laatste die daarom maalt. ‘Uit het uitdagen van de jongens en het zien van de stappen die ze maken, haal ik enorm veel energie. Mijn agenda is helemaal dichtgetimmerd en ook hockey is daar opnieuw een onderdeel van, maar stiekem vind ik dat totaal geen straf.’


2 Reacties

  1. willem-janpelle

    Mooi dat Laurence met al zijn ervaring de draad weer heeft opgevat. Herinner me hem nog als assistent van Max Caldas bij districtsteam Zuid Holland JB, toen ze allebei nog bij KZ speelden. Goed met de groep en inspiratievol.

  2. hannes-soetersgmail-com

    Laurence I wish you all the best. Hannes.


Wat vind jij? Praat mee...