Youngstars: 10 brandende vragen aan Jacky van Hout

In de rubriek Youngstars geven we talenten van Nederlands O16 en O18 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Jacky van Hout (17), centraal verdediger bij Oranje-Rood JO18-1 en Nederlands O18.

Hoi Jacky, moet jij veel laten voor het hockey?
Jacky van Hout: ‘Ja, ik moet er veel voor laten. Ik vind het ook wel logisch dat er dingen moeten wijken, dat hoort erbij. Je kan niet naar alle feestjes toe en plannen met vrienden moet je soms ook laten schieten. Dat is topsport. Ik heb echt wel eens gehad dat ik het stom vond om iets te moeten missen, maar ik probeer dan altijd aan de langere termijn te denken. Ik weet waar ik het voor doe.’

Hoe ziet een wedstrijddag er voor jou uit?
‘Ik sta altijd tussen negen en tien uur op. Mijn opa komt elke zaterdagochtend bij mij langs en brengt altijd ontbijt voor mij mee. We eten dus altijd gezellig samen. Mijn opa is er altijd bij. Elke training, elke wedstrijd, zelfs als ik er zelf niet ben gaat hij kijken. Na het ontbijt vertrekken we samen richting hockey. Dan hebben we de voorbespreking met het team. Bij mijn team zit ik altijd samen met de keeper op een bepaalde plek. Links achterin. Gezellig in de hoek. Dat is toch wel echt mijn plekje geworden. Soms gaat er iemand anders zitten, daar worden dan grapjes over gemaakt. Ze hoeven niet op te staan hoor. Als ik meedoe met Heren 1 zit ik altijd tussen de jonkies, hoe ouder je wordt hoe verder je opschuift. Daar zijn de plekken wel vast en dat hoort erbij.’

Wat eet je het liefst voor een wedstrijd?
‘Opa brengt altijd ontbijt, dus ik eet vaak wat hij meeneemt. Ik heb niet echt een voorkeur en vind alles wel lekker. Ik probeer altijd voldoende binnen te krijgen zodat ik energie heb tijdens de wedstrijden. Voor ik het veld op loop, eet ik ook altijd nog een krentenbol en een banaan. Dat klinkt misschien raar, zo vlak voor de start en zo kort na een groot ontbijt, maar ik heb tot nu toe nog nooit last gehad van een te volle buik.’

Wie is jouw voorbeeld?
‘Mijn voorbeeld is Joep de Mol. Hij is ook een centrale verdediger, dus tegen hem kijk ik op. Ik heb ook enorm veel geleerd van de mensen die mij altijd training hebben gegeven vroeger. Zoals Max Kuijpers en Gijs van Merriënboer. Zij zijn ook mijn voorbeelden. Als ik met Heren 1 meespeel voelt dat goed, het is leuk om nu te spelen met de jongens waar ik altijd tegenop heb gekeken. Ik speel niet op mijn eigen plek als ik meedoe, bij Heren 1 ben ik linksachter. Ik heb al wel een paar minuten in de as mogen staan, samen met Joep. Dat was erg leuk. Hij geeft altijd goed advies. Pirmin Blaak (keeper) doet dat ook. Ze willen je allemaal op je gemak stellen als je er nieuw bij komt.’

Wat is het grootste verschil tussen je club en Nederlands team?
‘Ik train bij mijn club alle trainingen met Heren 1 mee en dan wordt er op vrijdag beslist of ik met de jongens of met de mannen mee doe dat weekend. Ik reken elke week op mijn eigen team, dan is een uitnodiging voor de mannen een echte verrassing. Het verschil tussen die teams is vooral het tempo, dat ligt veel hoger bij de heren. Ook komt er meer kracht en fysiek spel bij kijken. Je hebt niet veel tijd om na te denken, dus je moet goed weten wat je wil gaan doen. Bij Nederlands JO18 speel je met de beste jongens van jouw leeftijd, je moet het continu laten zien. Je wordt uitgedaagd en iedereen vecht voor zijn plekje, want het is een open selectie. Bij je club heb je meer je eigen plek en rol in je team. Je weet al waar je staat.’

Wanneer trok jij voor het eerst een Oranje tenue aan?
‘In Nederlands O16 heb ik op een stage in Duitsland voor eerst het Oranje aan mogen trekken. We hebben toen twee wedstrijden tegen Duitsland gespeeld. We hebben de Duitsers niet kunnen verslaan, maar de ervaring was top. Het was zo gaaf dat je harde werken wordt beloond met zoiets moois. Het is het allemaal waard geweest. Ik merkte wel gelijk een ander soort druk. Het besef dat ik een land ging vertegenwoordigen kwam toen echt binnen bij mij. In de line-up was er gezonde spanning aanwezig, maar tijdens het zingen van het volkslied viel dat allemaal weg.’

Heb je vaste rituelen?
‘Het bezoek van mijn opa en de vaste plek in de kleedkamer kan je geen ritueel noemen. Ik doe er ook niet aan heb heb er weinig mee. Er zijn wel mensen om mij heen die allerlei ritueeltjes hebben. Ik kan mij ook wel inbeelden dat het mensen kan helpen, maar voor mij persoonlijk zie ik geen meerwaarde. Ik hou wel van winnen. Dus als hun rituelen daaraan bijdragen, mogen ze dat allemaal lekker blijven doen.’

Wat is een typische Jacky-actie?
‘Ik heb geen typische actie, maar ik geef het liefst een pass door de as van het veld naar voren. Ik kijk altijd eerst of daar een optie is. Zie ik die niet, dan speel ik naar de buitenkant, maar dat heeft zeker niet mijn voorkeur. Als er ruimte is om op te lopen ga ik mee naar voren, anders blijf ik achterin. Ik vind het moeilijkste aan mijn positie dat je zo dicht bij je eigen doel staat. Als je de bal verliest, sta je voor je eigen cirkel. Vaak creëren ze dan gelijk een kans om te schieten en dat wil ik natuurlijk voorkomen. Het leukste aan mijn positie vind ik de druk die erbij komt kijken. Je bent een van de laatste personen die een aanval kan afstoppen. Ik vind het ook leuk dat je met een geplaatste bal naar voren een mooie aanval op kan zetten.’

Wat is je mooiste hockeyervaring?
‘De NK-finale vorig jaar met JO18-1 tegen Amsterdam op Kampong. Die wedstrijd hebben we toen helaas verloren, maar de sfeer was zo bijzonder die dag. Ook in de halve finale was dit het geval. Die twee weken leef je enorm naar iets toe en je beleeft alles samen. Het acht landentoernooi in Duitsland staat ook op dat lijstje. Zo’n ervaring maak je niet zomaar mee. Intern met alle jongens, dat was iets speciaals.’

Waar zien we jou over tien jaar?
‘Ik hoop in het grote Oranje te spelen en ook in Heren 1 bij Oranje-Rood te hockeyen. Ik denk dat meerdere jongens uit Nederlands O18 die droom delen. Ik ga dit bereiken door te blijven werken aan mezelf, hard te trainen en zo groot mogelijke stappen te maken om mijn droom te verwezenlijken.’

 

 


Wat vind jij? Praat mee...