‘Als je aan de Gold Cup meedoet, moet je de beker willen winnen’

Als overgangsklasser hoop je in een bekerduel met een hoofdklasser lang de nul te kunnen houden of op zijn minst de marge klein. Wellicht raakt de sterker geachte opponent dan gefrustreerd en naarmate het einde van de wedstrijd nadert wel zenuwachtig. Dan weet je nooit wat er kan gebeuren en heb je als langer ingeschaalde ploeg wellicht een kans. Als de hoofdklasser zoals Hurley donderdagavond in de kwartfinale van de Gold Cup tegen Wageningen binnen twee minuten al op voorsprong komt, speel je eigenlijk een veredelde oefenwedstrijd.

Dat Hurley simpelweg te goed was, vindt Wageningen-spits Elena Colmer overigens niet moeilijk om toe te geven. ‘Ja, ze zijn gewoon sneller. Zowel qua handeling als qua rennen.’ De negentienjarige Enschedese viel met name in de eerste helft op aan Gelderse zijde. Door haar sterke balbehandeling en beweeglijkheid werd zij het gevaarlijkst namens de bezoekers. Donderdagavond was er helaas voor de tiener meer nodig om het de Hurley-defensie echt lastig te maken.

Dat de wedstrijd nooit spannend werd, was natuurlijk jammer voor de overgangsklasser zelf, maar ook voor hun fans. Op de druilige donderdagavond had Wageningen toch nog zo’n vijftig supporters bereid gevonden de tocht naar Amsterdam te maken. Colmer had het meegereisde publiek als vanzelfsprekend een enerverender potje willen voorschotelen. ‘Op zich hadden we best vertrouwen dat we een kans hadden, maar Hurley was gewoon een klasse beter. Het zat er niet in voor ons, maar we hebben ons best gedaan. We hebben druk gehouden en geprobeerd ons eigen spel te spelen. Daar leren we uiteindelijk het meest van.’

Elena Colmer namens Wageningen (c) Willem Vernes

Het niveauverschil tussen de HK en OVK is groot

Ook Hurley-spits Maartje van der Vis, goed voor zowel de snelle openingsgoal als de 0-5, erkent het klasseverschil tussen haar ploeg en Wageningen. ‘Ik heb natuurlijk ook een tijd Overgangsklasse gespeeld bij Push. De overgang tussen de twee niveaus is groot qua techniek en baltempo. Dat zag je vanavond terug.’

Hurley drukte het grote veldoverwicht uiteindelijk uit in zes goals, een prima score voor een ploeg die in de competitie doorgaans moeite heeft met vinden van het net. Toch juichten de Hurleyanen nauwelijks na de treffers. Alleen na het doelpunt dat volgde na een schitterende solo en dito backhandschot van Charlotte Adegeest, vertoonden de Amsterdammers enkele tekenen van blijdschap.

Amsterdam stelde niet één speler uit het eerst op

Door het nauwelijks vieren van de goals kan de indruk ontstaan dat hoofdklassers de nieuw ingevoerde bekercompetitie, waar clubs zichzelf voor konden opgeven, niet allemaal even serieus nemen. Dat bleek donderdagavond des te meer toen een paar honderd meter verderop de dames van hoofdklasser Amsterdam in hun kwartfinale precies niemand uit de eerste selectie opstelde. Amsterdam koos ervoor Meisjes A1 het Gold Cup-duel te laten opknappen tegen hdm. Die wedstrijd ging prompt verloren met 1-2.

Van der Vis benadrukte dat Hurley de Gold Cup met veel meer ernst benadert. De gelatenheid bij het vieren van de Hurley-goals is volgens de aanvalster slechts schijn. ‘Natuurlijk zijn we blij als we scoren. Zeker omdat het in de competitie niet altijd lukt. We trainen veel op effectiviteit en waren vanavond ook echt op zoek naar die snelle goal. Dat dit lukte, is positief. We uitten die blijdschap misschien niet zo in het juichen, maar we zijn heel blij dat we de halve finale gehaald hebben.’

‘Gelukkig doet Den Bosch niet mee, kunnen wij tenminste die cup pakken’

Misschien dat de vreugde bij het scoren soms wat bedekt is, over de ambities in de Gold Cup is Hurley een stuk minder verhullend. ‘Als je aan deze competitie meedoet, moet je de cup willen winnen’, meent Hurley-coach Jorge Nolte. Daar is Van der Vis het mee eens. ‘Wij spelen hier vanavond gewoon met de voltallige selectie, wij nemen de Gold Cup heel serieus. Daarom is het ook zo goed nieuws dat Den Bosch niet meedoet. Kunnen wij die cup tenminste pakken!’

Bekerhockey kijken in de regen (c) Willem Vernes

 


Wat vind jij? Praat mee...