Bossche bekerheld Sweder Koens: ‘Wil nog veel meer leren’

Hij traint al het hele seizoen mee met de mannen van Den Bosch, maakte na de winterstop tegen Nijmegen zijn debuut in de Tulp Hoofdklasse en speelde met zes doelpunten een opvallende rol in het glansrijke bekerseizoen van de Bossche ploeg. Sweder Koens, de 18-jarige spits uit Den Bosch JO18-1, heeft de afgelopen weken een aardig fundament gelegd voor een mooie toekomst aan de Oosterplas.

De bekerfinale tussen Den Bosch en Almere (7-2) was donderdagavond veertien minuten oud toen de honderden toeschouwers aan de Oosterplas al het mooiste doelpunt van de wedstrijd kregen voorgeschoteld. Uit een splijtende pass van Mees Kurvers op zo’n 26 meter van het doel tikte Sweder Koens de bal met één flitsende beweging achter keeper Fedde Hempel. Een juweel van een doelpunt.

Met een vuist in de lucht rende Koens weg, opgevangen door collega-aanvaller Koen Bijen, die zichtbaar onder de indruk was van de schoonheid van de treffer.

‘Ik zag dat Mees die pass al zou gaan geven, maar ik had eigenlijk nog geen idee wat ik met die bal zou gaan doen’, haalt Koens het moment terug. ‘Ik stond met de rug naar de goal en de bal kwam een beetje rechts van me, dus aannemen was geen optie. In een flits bedacht ik de bal achterlangs te tippen. Dat pakte goed uit. Hij verdween mooi in het hoekje.’

Almere-spelers Krijn Postuma, Bram Cornelisse en Miquel Pereira stonden er met de neus bovenop, maar konden niets anders doen dan toekijken hoe de bal al in het doel lag voordat ze konden reageren. Die snelheid van handelen, dat verrassingselement – het is precies wat Koens typeert als spits. ‘Ik probeer veel op intuïtie te doen. Natuurlijk moet ik me aan mijn taken binnen ons wedstrijdplan houden, maar daarbuiten probeer ik niet teveel na te denken. Dat werkt het beste bij mij. In een fractie bepaal ik vaak wat ik doe.’

Focus op rendement

De treffer in de spanningsloze finale tegen Almere was alweer zijn zesde doelpunt in het bekertoernooi, dat voor Den Bosch zo glansrijk eindigde met de tweede bekerwinst in de clubhistorie, na het eerdere succes in 2023 – eveneens tegen Almere. Met die goals – stuk voor stuk velddoelpunten – mag Koens een van de smaakmakers van Den Bosch in het bekertoernooi worden genoemd.

In de derde ronde tegen Push (1-7 zege) bleef hij nog droog staan, maar daarna was hij los: twee goals in de kwartfinale tegen Were Di (0-7), een hattrick binnen zeven minuten in de halve finale tegen Schaerweijde (8-1) en dus die wonderschone treffer tegen Almere.

‘Het was telkens een heerlijk gevoel om te scoren in dit team’, zegt Koens, die een paar jaar geleden werd weggeplukt uit de jeugd van Upward. ‘Daar focus ik me ook op als spits, maar het is niet het enige wat me bezighoudt. Ik wil rendement halen voor het team. Dat betekende de bal naar iemand in een zwart shirt spelen en strafcorners halen. Want we hebben Timo [Boers] en dat is een supergevaarlijk wapen in ons spel. Met een corner halen ben ik natuurlijk iets minder blij dan wanneer ik zelf scoor, maar als ik Timo ermee in stelling kan brengen, dan is dat ook veel waard.’

Flink aanpoten

Als je Koens zo ziet acteren in de hoofdmacht van Den Bosch, dan lijkt het alsof de spits weinig aanpassingsproblemen heeft. Al geeft hij meteen lachend toe dat het flink aanpoten is in de voorhoede van de huidige nummer twee van de Tulp Hoofdklasse.

‘In het begin was het flink wennen. En als ik eerlijk ben is dat eigenlijk nu nog steeds. Het spel gaat zo snel, je krijgt in het veld zo weinig tijd om keuzes maken. Ik train nu al een tijdje mee met de groep, maar in wedstrijden gaat het toch weer een tandje hoger. Ik krijg ook steeds met andere verdedigers te maken. Maar daar word je alleen maar beter van. Ik ben Nanco [Jansonius, coach] dankbaar dat ik kansen krijg om minuten te maken.’

Sweder Koens (links) en aanvoerder Jasper Tukkers poseren met de Gold Cup. Foto: Willem Vernes

Leren van Thierry en Koen

Koens mag als jonge, talentvolle spits van geluk spreken dat hij in de voorhoede kan samenspelen met spelers als Thierry Brinkman en Koen Bijen. Een betere leerschool had de jeugdspeler zich niet kunnen wensen.

‘Het is heel tof om met zulke spelers samen te spelen. Sowieso hebben we in de voorhoede veel contact met elkaar, dus je leert snel. Ik probeer goed naar ze te kijken, hoe ze bewegen, de handigheidjes die ze gebruiken, hoe ze combinaties aangaan. Ik vraag ook veel aan ze en ze zijn altijd bereid mij te helpen, net als alle andere jongens in het team. Ik wil me graag verder ontwikkelen en komend seizoen nog veel meer leren van ze.’