Casper Horn tikte de voorzet vanuit de lucht de goal in en zette het op een rennen, richting de cornervlag in het Wagener Stadion. Daar vierde hij in de laatste minuut de voorsprong met zijn teamgenoten. Zijn heerlijke 4-3 was het sluitstuk van een echte bekeravond en een comeback na een achterstand van 1-3 tegen promotieklasser Schaerweijde.
‘Daar kwam wel wat van spanning vanaf hè, bij het juichen’, concludeerde Horn (25) zelf over de ontlading bij hun miraculeuze comeback. Hij kreeg van veel mensen van Schaerweijde een dikke knuffel direct na de wedstrijd, ondanks dat hij de beul was van zijn oude club in Zeist, waar hij drie jaar speelde. Amsterdam liet zien dat het over veerkracht beschikte, ondanks het gemis van hun grote namen en de heftige periode met hun recente coachwissel, waarbij Jan Jorn van ’t Land Graham Reid verving. Na vijftig minuten keek de ploeg nog tegen een 1-3 achterstand aan.
‘We hebben natuurlijk een moeilijke fase gehad. Maar wij zijn wel Amsterdam. Onze individuele spelers zijn beter dan die van Schaerweijde. We keken in de rust in elkaars ogen en zeiden tegen elkaar dat we moeten omdraaien en het niet op moesten geven. Het is knap dat we deze pot op karakter hebben gewonnen. We moeten nu ook alle wedstrijden winnen en moesten daarom ook deze gasten oprollen’, bewees Horn met zijn branie dat hij toch vooral Amsterdammer in hart en nieren is gebleven, ondanks een uitstapje naar Schaerweijde.
Jammer dat de bekerkraker niet in Zeist werd gespeeld
Hij hockeyde drie jaar in de beruchte ‘Kuil’ van Zeist. Iedereen in het nationale hockeystadion vroeg zich donderdagavond af waarom de bekerwedstrijd tussen de promotieklasser en de hoofdklasser niet bij de laagst geklasseerde ploeg werd georganiseerd, in die karakteristieke kuil. Omdat heel Zeist, in tegenstelling tot Amsterdam, juist zou uitlopen voor een halve finale in de bekercompetitie. Zelfs in het Amsterdamse Bos waren meer supporters van Schaerweijde dan Amsterdam.
De lichten van het Wagener Stadion deden het door personeelsproblemen eerst niet, dus werd de wedstrijd met een kwartier vertraagd. Amsterdam trad aan zonder hun internationals Billy Bakker en Mirco Pruyser. Andere vedettes als Valentin Verga en Jan Willem Buissant zaten in Marrakesh, omdat oud-international en hun oude teamgenoot Marten Eikelboom daar trouwde. Daarvoor in de plaats kregen de toeschouwers jeugdspelers als Wietse van Ede, Jacob van Meer en Wout Kooijman gepresenteerd, de zonen van de oud-internationals Bastiaan van Ede, Tycho van Meer (wereldkampioen 1998) en Hendrik Jan Kooijman.
‘Die Gold Cup vind ik fantastisch’
Toch werd Amsterdam-Schaerweijde een heerlijk bekertreffen. Een wedstrijd die op en neer golfde en juist het bestaan van de Gold Cup rechtvaardigde. Schaerweijde speelt zondag de topwedstrijd in de Promotieklasse tegen Cartouche en was enthousiast over een treffen in het hockeystadion, waar ze normaal nooit spelen. Amsterdam probeert na een moeilijke tijd en het ontslag van coach Graham Reid de draad weer op te pakken en vond het lekker om dat in een officiële wedstrijd tegen Schaerweijde te doen. ‘Dit is toch mooi zo. Die Gold Cup vind ik fantastisch. Het is toch een prijs die je wilt pakken’, zei Horn, die met zijn team ondanks de moeizame periode na de winterstop als enige Nederlandse team in nog zicht heeft op een unieke ‘treble’: de landstitel, de EHL en de Gold Cup.
Horn begon met hockeyen bij Jongens E4 van Amsterdam. De liefde voor de club is nooit weggegaan. Als A-junior trainde hij mee met het eerste, maar echt doorbreken lukte niet, zeker omdat de concurrentie moordend was met spelers als Floris Evers, Marten Eikelboom, Santi Freixa en Mirco Pruyser voor zich. ‘In mijn eerste periode bij Amsterdam, heb ik me vooral op de bank misselijk gegeten aan de winegums. Er werd ook weinig doorgewisseld, ik kwam niet veel aan spelen toe. Schaerweijde heeft me opgepikt, zodat ik me verder kon ontwikkelen. Ik heb het er altijd leuk gevonden. Amsterdam heeft het ook altijd moeilijk tegen Schaerweijde. Prachtig toch. Dat bleek vanavond ook weer.’
Horn is samen met aanvoerder Billy Bakker de enige speler van de Amsterdamse selectie die de hele jeugdopleiding doorliep. Hij weet hoe moeilijk het is om bij een topclub als jeugdspeler meteen aan te haken. Ook hij vindt dat het kwalijk is dat er bijna zelden jeugdspelers doorbreken in Amsterdam. Een van de problemen die recent ook door de spelers zelf werd aangestipt.
‘Ik geloof dat ik mee kan in de top’
Daarom heeft Horn besloten om te helpen aan de wederopbouw van het team, vertelt hij, als assistent-coach van het getalenteerde Jongens B1. ‘Het is een bewuste keuze van mij om samen met Teun Rohof de B’tjes te coachen. Zodat de jeugd beter kan doorstromen en we ze de kans kunnen geven om mee te trainen. Dat doen deze jongens al. Op zaterdag lopen ze in de jeugd iedereen voorbij. Op de training bij ons krijgen ze opeens te maken met een Justin Reid-Ross (voormalig Zuid-Afrikaans international, red.) in hun nek, die ze verdedigt. Nou, probeer dan maar eens overeind te blijven. Dan moet je fysiek sterker worden. Dat heb ik bij Amsterdam ook meegemaakt. Ik was een ielig mannetje en moest aan de gewichten hangen om mee te kunnen.’
Horn benadrukte hij nog maar eens dat hij blij is dat bij topclub Amsterdam mag spelen. Ook al maakt hij in de tweede helft van het seizoen minder minuten, dan hij zou willen. Dat komt door de toegenomen concurrentie, met spelers als Rik van Kan en Tom Hiebendaal, die zijn overgekomen van HGC. ‘De coach kiest. Maar ik geloof dat ik mee kan in de top. Dit is mijn club. Dit is de top. Ik ben hier opgegroeid. Ik wilde altijd hier in het eerste spelen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.