Rasverdediger Kleinschiphorst (NMHC) leert van pupil in de aanval

Vier jaar lang speelde Mauri Kleinschiphorst in de verdediging bij de hockeysters van Nijmegen. De rasverdedigster van de ploeg van Boaz Janssen was donderdagavond in de bekerderby tegen Union na een lange blessure prompt terug te vinden in de aanval. Met een typische spitsengoal opende ze de Nijmeegse clash: 0-2.

Kleinschiphorst reageerde na een klein kwartier attent op een bal die terugkwam via de legguards van Union-keepster Ilse Hubers. ‘Scoorde Mauri nou?’, klonk het uit verschillende monden van de trouwe Nijmegensupporters.

Inderdaad, de speelster die twee seizoenen geleden in de Hoofdklasse aanvalsters als Kelly Jonker en Lidewij Welten op de huid moest zitten, had zich nu zelf vrijgespeeld in de vijandelijke cirkel vol met verdedigsters van Union. Kleinschiphorst handelde snel en maakte haar eerste officiële goal als spits, uitgerekend in de derby met de overgangsklasser.

Mauri Kleinschiphorst viert haar eerste officiële doelpunt, al weet ze niet zo goed hoe ze dat moet doen. Foto: David van Haren.

Wat volgde was een grappig schouwspel met teamgenoten Maureen Smulders en Catherine Maas. ‘Ik had geen idee wat ik moest doen’, lacht de doelpuntenmaakster – die al terugliep naar de middenlijn – na afloop. ‘Iedereen om me heen zei ook dat ik moest blijven staan. We hebben inderdaad met z’n allen afgesproken dat goaltjes er zijn om te vieren.’

Direct trefzeker in oefenduel

Kleinschiphorst heeft het einde van vorig seizoen vooral buiten de omheining meegemaakt. De Nijmeegse kampte met hamstringklachten en pijn in haar bovenbeen. In de voorbereiding had ze nog last en zat ze veelal op de bank. ‘In de laatste oefenwedstrijd tegen Zwolle heb ik voor het eerst weer meegedaan, puur om wedstrijdritme op te bouwen.’ Kleinschiphorst scoorde meteen. ‘Ik zag de lijnen die ik moest dichtlopen, ik wist meteen dat ik wilde doorleren als aanvaller.’

De speelster sprak bij haar coach de ambitie uit om zichzelf op een andere positie door te ontwikkelen. ‘Ik weet niet of ik in de spits blijf’, zegt Kleinschiphorst op de vraag of we meer goals van haar mogen verwachten. ‘Ik wil het wel heel graag, maar het ziet er veel natuurlijker uit bij onze andere aanvallers.’

Nijmegen-aanvalster Pleun van Dommelen komt net te laat voor de bal. Foto: David van Haren.

Kleinschiphorst is leergierig en vraagt veel aan haar ploeggenoten. In het bijzonder vraagt ze tips aan Pleun van Dommelen, een pure spits in de ploeg van Janssen. Van Dommelen is pas 19 jaar en beschikt over scorend vermogen. ‘Mauri vraagt specifieke details over hoe we de press aanlopen’, vertelt Van Dommelen na de derbyzege over haar mentorrol. ‘Op de trainingen zet ik haar neer op de posities waar ze moet staan. Mauri geeft aan dat ze dat heel fijn vindt.’

Van Dommelen – met haar lange slidingbroek een opvallende verschijning – is twee jaar geleden bij Nijmegen overgeheveld vanuit de jeugd. De jonge aanvalster gooide donderdagavond de wedstrijd tegen Union zeven minuten voor tijd op slot. ‘De aanname was lekker, de afronding wat minder’, klink het zelfkritisch.

‘Belangrijker is dat die bal zat en dat we hier winnen’, vervolgt Van Dommelen. ‘Het had ook zomaar de andere kant op kunnen vallen. Zondag hebben we tegen Klein Zwitserland (1-2 nederlaag, red.) drie punten verloren, maar dat was geen slechte pot. Ik hoop dat de komende wedstrijden ook zo gaan als wat we tot nu toe hebben laten zien. Vorig seizoen hebben we een vervelende start van de competitie gehad, dat wil ik niet nog een keer.’

Pleun van Dommelen weet wel wat ze moet doen na een goal en rent al juichend naar haar ploeggenoten. Foto: David van Haren.

De pupil van het team maakte na de degradatie uit de hoofdklasse in 2017 de cultuurverandering binnen de ploeg van dichtbij mee. Oudgediende en sterkhouders vertrokken en de selectie kreeg een verjongingskuur.

‘Er zit een groot verschil in de manier hoe we dit seizoen hebben aangevlogen’, vergelijkt Van Dommelen de seizoenstart van vorig jaar. ‘Veel meiden zijn nu gebleven, waardoor we nu een jaar bij elkaar zijn. Het voelt nu veel meer alsof we met een team op pad zijn. We kunnen echt op iedereen terugvallen.’

 


Wat vind jij? Praat mee...