‘Erna laat op allerlei terreinen met woord en daad zien dat iedereen meetelt in de sport. Wat betreft gender, mensen met een kleine portemonnee, jong en oud en welke achtergrond ook.’ Zo luidt de ronkende eerste zin uit het juryrapport over Erna Truijens, onder andere bestuurslid van hockeyclub Rotterdam, die deze week de Landelijke Vrouw & Sportprijs ontving.
Gefeliciteerd met de Landelijke Vrouw & Sportprijs. We moeten nu natuurlijk vragen: Wat ging er door je heen toen je de prijs kreeg?
Erna Truijens: ‘Ik werd er letterlijk stil van. Als je mij kent, is dat heel hilarisch. We hadden een bijeenkomst van het Rotterdamse netwerk voor vrouwen in de sport dat Marita Verkaik en ik anderhalf jaar geleden hebben opgericht. Ik was klaar met het dankwoord, toen ik ineens moest gaan zitten. Ik dacht: wat gebeurt er nu? Door alle lovende woorden van onder andere Tweede Kamerlid Antje Diertens, de initiatiefnemer van de prijs, werd ik stiller en stiller.’
Is het eigenlijk niet vreemd dat deze prijs anno 2020 nog nodig is? De Landelijke Man & Sportprijs bestaat toch ook niet?
‘Ik begrijp wat je bedoelt, maar zo zie ik het niet. Ik hoop ook dat deze prijs een klassieker wordt. Ik vind het een hele eer dat ik hem heb gekregen, het is iets positiefs. Ik hoop dat we de komende jaren de prijs nog heel vaak kunnen uitreiken als stimulans aan vrouwen die iets hebben neergezet.’
Je bent een groot voorvechter van mannen én vrouwen rond de bestuurstafel. Waarom is dat belangrijk?
‘Onderzoeken hebben aangetoond dat een divers bestuur tot betere resultaten leidt. Dan heb ik het niet alleen over de verhouding mannen én vrouwen. Ik denk dat elk bestuur een afspiegeling moet zijn van de samenstelling van de club. Daardoor voelen leden zich meer betrokken en hebben ze het beter.’
Jij zit nu 2,5 jaar in het bestuur van hockeyclub Rotterdam. Wat gaat er sindsdien beter?
‘Haha, dit is een linke vraag. Maar laat ik zeggen dat ik vond dat Rotterdam wel heel zakelijk werd geleid. Deels begrijp ik dat. We zijn een club van 2500 leden, dat vraagt ook om een bepaalde zakelijkheid. Ik keek altijd wat jaloers naar kleinere verenigingen, waar veel betrokkenheid is en een familiegevoel heerst. Dat familiegevoel is lastiger bij zo’n grote club als Rotterdam. De Florence Nightingale in mij heeft toch geprobeerd de afgelopen jaren de verbinding met de leden te vergroten.’
Waarop ben je het meest trots dat je hebt bereikt?
‘Ik ben als bestuurslid Maatschappelijke Zaken bij Rotterdam verantwoordelijk voor sportiviteit & respect, hockey voor iedereen, de sportspullenbank Rotterdam en het Rotterdam netwerk vrouwen in de sport. Rotterdam, dat vooral draaide om tophockey, heeft daardoor toch een socialer gezicht gekregen.
Daarnaast ben ik trots op het grote symposium Sportiviteit & Respect dat we twee jaar geleden tijdens de EHL hebben gehouden. Én het succes van de campagne Respecteer de scheidsrechter, die we met de andere Rotterdamse hockeyclubs hebben opgezet. Ik kan aan de digitale wedstrijdformulieren zien dat we een enorme sprong hebben gemaakt in het gedrag richting scheidsrechters. Trots ben ik ook op het vrouwelijke bestuurslid dat bij Rotterdam in een hockeylijn toetreedt. Naast de secretaris, Communicatie en Maatschappelijke Zaken is dat de vierde vrouw in het bestuur.’
Fascinerend: bij hockeyclubs doen vrouwen het werk en zijn de mannen de baas. Erna Truijens
Jullie liggen daarmee (ver) boven het landelijke gemiddelde. Op dit moment is binnen verenigingen 29 procent vrouw en in landelijke organisaties zelfs maar 19 procent. Wat is daarvan de oorzaak?
‘We hebben een achterstand, dat is duidelijk. Bij hockey vind ik de percentages nog fascinerender dan bij voetbal, dat tot een aantal jaren geleden hoofdzakelijk door mannen werd beoefend. Bij hockey spelen meer vrouwen, maar zitten veel meer mannen in het bestuur. Als je nog verder in de cijfers kijkt, wordt het nog opmerkelijker. 65-70 procent van het werk bij een hockeyclub wordt namelijk door vrouwen uitgevoerd. Dus de vrouwen doen het werk en de mannen zijn de baas.
Vrouwen kunnen daar verandering in brengen door zelf meer naar voren te stappen. We moeten ook met meer vrouwen tegelijk in een bestuur gaan zitten. Eén vrouw is ook maar alleen. Met meer vrouwen in het bestuur kun je er vol energie in. Wij kunnen wat dat betreft best wat leren van mannen. Zij zijn heel handig in name dropping en ontzettend loyaal aan elkaar. Het is ook niet zo dat ik tegen mannen ben. Sterker nog, ik ben dol op ze.’
In de hockeywereld hebben onder meer de Hoofdklasse-clubs Bloemendaal, Pinoké en Kampong nu een vrouw als voorzitter. Is dat toeval of zie je hierin een trend?
‘Tijdens een bijeenkomst hoorde ik onlangs een traditionele man zeggen dat er sprake is van een kentering, we op weg zijn naar een evenwichtig bestuur. Dat gaat me nog iets te ver, maar ik denk wel dat sprake is van bewustwording.’
2 Reacties
jan
Meer vrouwen als voorzitter verdient mijn voorkeur. HCDB was daar een voorbeeld van. Helaas is dit nu niet meer het geval.
stekel
Aantal voorbeelden staan al in dit artikel vermeld en er zijn er vast meer. HCDB is wat dat betreft niet uniek.