De hockeysport groeit weer in Nederland. Na acht jaar stijgt het aantal spelers, blijkt uit cijfers van de KNHB. Waar Kampong met ruim drieduizend leden de grootste vereniging van het land is, moet Coevorden het in Zuid-Drenthe doen met 83. Een klein aantal dat de club kwetsbaar maakt, maar ook veel zegt over doorzettingsvermogen en improvisatie.
Op deze vrijdagmiddag blaast een groep oud-spelers met bladblazers de laatste herfstresten van het enige veld van Coevorden. In het clubhuis, ‘t Hockie, ligt Nero, de jonge pup van voorzitter Evelien Stapel-Kok, tevreden te knagen aan een bot. Tussen kleine klussen door vertelt zij over de uitdagingen die zich dagelijks aandienen op de club, die al 72 jaar deel uitmaakt van het Nederlandse hockeylandschap.
Met haar 28 jaar vormt Stapel-Kok het hart van de vereniging. Drie jaar geleden nam ze het voorzitterschap over toen de vorige voorzitter stopte en niemand zich meldde. Ze was toen pas twee jaar lid. ‘Ik aarzelde, maar de steun van anderen overtuigde mij’, zegt ze.
Haar hockeyervaring was destijds minimaal. Ze begon in 2019 met de sport en werd vrijwel direct bij Dames 1 ingezet door een tekort aan spelers. ‘Ik wist net dat ik de bolle kant van de stick niet mocht gebruiken’, vertelt Stapel-Kok lachend.
Samenhang
De club heeft een sterke onderlinge samenhang: veel leden zijn familie van elkaar, behoren tot verschillende generaties of delen een verleden als oud-leden. Een treffend voorbeeld is de groep veteranen die nu als ‘Greenkeepers’ fungeert. Hun actieve periode ligt achter hen, maar hun inzet voor de club is springlevend.’Hun kinderen en kleinkinderen hockeyen hier ook’, vertelt Stapel-Kok.
Een van de vrijwilligers aan het werk langs het veld van Coevorden. Foto: Jacob Gunter
Die cultuur van betrokkenheid zorgde ervoor dat zij zich snel thuis voelde. ‘Mijn team van het eerste jaar is nog steeds mijn vriendinnengroep.’
Van nieuweling naar voorzitter in drie jaar tijd. Het typeert hoe Coevorden met uitdagingen omgaat. Nieuwelingen worden snel opgenomen, functies worden flexibel ingevuld en iedereen draagt bij waar nodig. De club draait volledig op vrijwilligers. Alles wordt door leden en ouders gedaan: van bardiensten en veldonderhoud tot scheidsrechterstaken. ‘Zonder hen kunnen we het niet doen. Dan houdt het heel snel op’, benadrukt Stapel-Kok.
Puzzelen
Die kwetsbaarheid werd onlangs concreet toen de barcommissie stopte en er geen opvolgers waren. Om te voorkomen dat de club barinkomsten zou missen, vond de club een oplossing. Het voerde een roulatiesysteem in, waarbij iedere ouder een keer bardienst draait. Met een digitale sleutel om het clubhuis te openen, instructies en goed vertrouwen werd de bar weer bemand.
Ook bij de jeugd is het puzzelen. Teams zijn klein en de leeftijden lopen uiteen, waardoor veel dispensatie nodig is. Het vinden van trainers is een uitdaging. Dankzij samenwerking met een hockey-uitzendbureau kan de club weer tweemaal per week jeugdtraining geven.
Evelien Stapel-Kok sinds drie jaar voorzitter van Coevorden. Foto: Jacob Gunter
Dames 1 speelt inmiddels als combinatieploeg met het nabijgelegen Hardenberg. Het succes van de samenwerking blijkt uit de prestaties. Vorig jaar werd de ploeg kampioen. Zelfs het wisselen van shirts — groen voor Hardenberg, bordeauxrood voor Coevorden — levert geen gedoe op.
Deze aanpassingen zijn geen luxe, maar noodzakelijk gereedschap om de club overeind te houden. Ze laten zien hoe dun de marges zijn. Als een ouder stopt of een jeugdteam wegvalt, moet het bestuur meteen schakelen. Toch lukt het al jaren om de club draaiende te houden dankzij een kleine kern van betrokken leden die continu nieuwe oplossingen vinden.
Structuur
Financieel is Coevorden gezond. Het ledenaantal groeit licht en de gemeente steunt de plannen voor samenwerking tussen sportverenigingen. Toch blijft de structuur kwetsbaar. De club heeft geen herenlijn en zodra speelsters van de MO14- en MO16-teams over een paar jaar de club verlaten vanwege hun studie dreigt opnieuw leegloop. Stapel-Kok erkent de grenzen.
In Coevorden wordt het woord fusie niet genegeerd, maar het is ook geen schrikbeeld. ‘Ik heb het zelf weleens geopperd. Het is raar dat ik als voorzitter soms in het tenue van Hardenberg speel. Maar zolang we de club draaiende kunnen houden, blijven we hier.’
Coevorden laat zien dat een kleine club kan overleven door betrokkenheid, doorzettingsvermogen en praktische oplossingen. Aan het einde van elk speelweekend sluit Stapel-Kok de deur van het clubhuis. Trots en dankbaarheid blijven hangen, een stille bevestiging dat de club blijft draaien.
’t Hockie, het clubhuis van Coevorden. Foto: Jacob Gunter
1 Reactie
robdux
Mooi verhaal. Er wordt soms veel te snel gewerkt aan een fusie. (Eigen) belangen in zulke situaties zorgen veelal voor onvrede. Lekker op eigen benen blijven staan als dat mogelijk is.