Clublied #2: Drie HDS-en voor HDS

In onze nieuwe rubriek Clublied belichten we iedere week het verenigingslied van verschillende clubs. Heeft jouw club ook een bijzonder, mooi of grappig clublied? Dan hoort ook dat lied in deze rubriek thuis. Geef je op door te mailen naar redactie@hockey.nl. Na het clublied van Rotterdam, volgt: HDS. 

We spreken met Frits Hendrik Emmerik (67), inmiddels zes jaar lang secretaris van de Haagse hockeyclub HDS. Hoe hij als voetballer in de hockeywereld terecht is gekomen? ‘Toen mijn zoon zes jaar werd, bedacht ik me geen moment en trokken we naar het voetbalveld. Maar een ding was duidelijk: dat wilde hij niet. Hij wilde hockeyen.’ En zo besloot Frits zelf, zesentwintig jaar geleden, naar HDS te trekken en zich ook te wagen aan die toen nog onbekende sport.

Hoe is het clublied van HDS tot stand gekomen? 

‘Als kleine jongen voetbalde ik bij HBS Craeyenhout. Daar hadden we een clublied en dat was belangrijk. Oudere kerels spraken je in het weekend aan en wilden dat je het clublied zong. Dan moest je het wel kennen, anders belandde je met kleren en al onder de douche. Het was een ontgroening voor ons. Met dat in mijn achterhoofd, vond ik het gek dat je van clubliederen in de hockeywereld maar weinig hoort. Ik vind een clublied bijzonder. En vond dat HDS een clublied verdiende.’

‘Zo ontstond in 2006 de eerste versie van ons clublied, maar niemand zong het. Er werd niet of nauwelijks naar omgekeken. Ik dacht toen tien jaar lang: ach, niemand wil zo’n lied. Het zal wel een generatieverschil zijn. Totdat ik een jaar geleden voorbij een paar mannen van Heren 3 liep, en ze het lied hoorde zingen. Toen heb ik het clublied er nog eens bijgepakt en wat opgefrist.’

Tekst Frits Emmerik, muziek Leffert Klok. Ben Stuijvenberg drumde, Leffert Klok speelde gitaren, toetsen en viool. Kees Wolters, Jacqueline Kervezee, Ron Verhulst, Marcel Bertsch, Frits Emmerik en weer Leffert Klok schakelden hun stembanden in.

Waarom verdiende HDS dan volgens u een clublied?

‘Bij voetbalclub HBS zingen ze al ruim 100 jaar: Wij dulden geen Jan Salies, geen ventjes van satijn. Slechts een ferme forse kerel kan HBS-er zijn. Wij houden niet van suffen of dromen langs de kant. Wij hunkeren om te strijden voor de roem van Houdt Braef Standt. Hoe mooi is het dat zo’n lied is ingebakken in de historie van zo’n club? Oubollig, inderdaad. Maar zo hoort het. Ik hoef geen clublied gemaakt door een knopjesdraaier. HDS is een prachtige club. Daar hoort ook een historisch clublied bij.’

Op welke zin ben je als tekstschrijver het meest trots? 

‘Tegenwoordig wil iedereen hiphop, en klinkt dit al gauw duf. Het zal een generatieding zijn, maar ik vind dat een clublied dragend moet zijn. De jongeren willen meer een yell, de oudere mensen op HDS omarmen het meer. Maar als je goed naar de tekst luistert, zou iedereen het moeten omarmen. Het lied zegt eigenlijk heel stilletjes en belerend: je kan tegenwoordig overal naartoe uitwaaien, maar we hebben zo’n prachtige club. Een mooie wereld in het klein. Je eigen stukje trots. We moeten tevreden zijn met wat we hebben.’ 

De tekst van het clublied van HDS

Klinkt het clublied dagelijks langs de velden?

‘Ik was in de veronderstelling dat het nieuwe clublied wat meer leefde. Ik hoorde het de jongens van Heren 3 immers zingen en de tekst van het lied hangt op een grote poster in het clubhuis. Maar niks bleek minder waar toen ik op een zondag langs de kant stond. Ik zette eigenhandig en luidkeels ‘drie HDS-en voor HDS’ in en hoopte dat het andere publiek achter me zou staan met: ‘HDS, HDS, HDS’. Niks bleek echter minder waar en ik boog nederig mijn hoofd. Ik moet niet te hard van stapel lopen. Zoiets moet heel langzaam gaan leven. Ik weet dat ze enthousiast zijn bij de leiding van het jeugdkamp van onze club. Daarom heb ik ook een karaokeversie van het lied. Als zij het de jonkies in kunnen stampen, zal het langzaam groeien.’

Moet iedere club een clublied hebben?

‘Samen zingen zorgt voor verbinding. Daar ben ik van overtuigd. Ik heb lang moeten zoeken naar mensen die met me mee de studio in wilden. Om samen ons clublied in te zingen. Mensen durfden niet. Dat vind ik iets typisch Nederlands. Nuchter roepen dat je niet kan zingen. Iedereen kan zingen. Ik heb de eerste zin ingezongen van het lied. Daar is heel wat aan gesleuteld, maar ik sta er toch mooi op. Is een lied echt nodig? Nee. Maar het zorgt zeker wel voor verbinding. En kom op, een clublied is toch gewoon iets moois?’

Lees ook:


2 Reacties

  1. kcinna

    Ha, mijn eerste clubje. En dan ook nog met de zoon in kwestie vriendjes geweest. Jammergenoeg uit het oog verloren na vertrek naar HGC.

    1. Arthorovic

      Wat naar man


Wat vind jij? Praat mee...