In de Week van de Scheidsrechter liepen we afgelopen zaterdag bij MOP in Vught mee met Wies Damen, die zijn eerste officiële competitiewedstrijd beleefde als scheidsrechter. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet dat Wies pas twaalf jaar oud is en nu al met een fluit in de hand een wedstrijd in goede banen leidde.
Het komt maar weinig voor dat jeugdspelers staan te trappelen om wedstrijden te fluiten, maar Wies Damen vormt er een uitzondering op. De behendige verdediger van MOP Jongens C2 wilde zich graag nuttig maken en zocht naar een manier om iets voor zijn cluppie te kunnen betekenen.
‘Het liefst zou ik trainingen willen geven, maar bij MOP vonden ze me daar nog te jong voor,’ legt Wies uit. ‘Toen hebben ze me de optie geboden om wedstrijden te fluiten. Eigenlijk moet je dan minimaal tweedejaars C zijn, maar ik mocht het eerder doen.
Jongste clubscheidsrechter
Al in april keek Wies samen met de scheidsrechterscommissie naar een wedstrijd van de E8-tallen, met speciale aandacht voor de scheidsrechters. Daarna volgde een examen, waarvoor hij het bekende spelregelboekje bestudeerde, een paar oefenexamens maakte en de e-learning van de KNHB volgde. In juni slaagde hij voor zijn online eindexamen waardoor hij zich de jongste clubscheidsrechter van MOP mag noemen. In het kielzog van Wies haalde ook eerstejaars C-speler Tijn Schapendonk (13 jaar) zijn scheidsrechterskaart bij MOP.
Goed en wel beschouwd is Wies niet alleen jongste scheidsrechter, maar sowieso de jongste vrijwilliger die de handen uit de mouwen wil steken voor MOP. Waar komt die motivatie vandaan? ‘Ik vind het leuk om veel op MOP te zijn, maar ik wil dan wel wat te doen hebben. Anders zit ik alleen maar op mijn telefoon te kijken. Da’s ook maar saai. Dan kan ik net zo goed thuis blijven’, zegt hij weloverwogen.
Er zijn bij tal van clubs genoeg jeugdspelers te vinden die het zo spannend vinden om te fluiten dat ze, bij wijze van spreken, nog liever de wc’s schoonmaken. Wies heeft daar niet zo’n last van. ‘Ik vind het leuk om op avontuur te gaan. Zo zie ik het fluiten ook, als een avontuur.’
Spanning bij debuut
En bij avontuur komt spanning kijken. Dat blijkt zaterdag wel, als hij samen met Roel Janssen uit de B4 het duel tussen de jongens van MOP D4 en Breda D4 mag leiden. Na een paar oefenpotjes in de aanloop naar het nieuwe seizoen is dit de eerste echte serieuze competitiewedstrijd voor hem. Volwassen coaches in beide dug-outs en een stuk of vijftien toeschouwers zien Wies wel, maar horen hem niet zo vaak.
‘In de eerste helft vond ik het best moeilijk. Soms vergát ik te fluiten. En ik wees een paar keer de verkeerde richting op’, zegt hij zelfkritisch. ‘Gelukkig kreeg ik na elk kwart tips van mijn begeleider (Dennis Hamerling, voorzitter van de scheidsrechterscommissie van MOP, red.) en Roel. Dat was fijn. Daarna ging het voor mijn gevoel veel beter en durfde ik meer beslissingen te nemen.’
En dat is volgens Wies het allerbelangrijkste wat een scheidsrechter moet doen: beslissingen dúrven nemen. Het klinkt logisch, maar is niet vanzelfsprekend als je nog weinig ervaring hebt. ‘Ook een scheidsrechter moet zelfvertrouwen opbouwen. Dennis zegt altijd tegen mij: Je kunt nooit ongelijk hebben als scheids. Als ik denk een overtreding te zien, dan fluit ik ervoor. Dat is op dat moment de waarheid.’
Complimenten van alle kanten
Dat het zelfvertrouwen van Wies tijdens de wedstrijd groeit, blijkt in het laatste kwart. Na een scrimmage van tien seconden in de cirkel van Breda met veel stickgekletter over en weer, blaast hij resoluut op zijn fluit. ‘Teveel hakken van MOP!’, roept hij en hij kent Breda een vrije slag toe. Vanaf de zijlijn krijgt hij van beide coaches meteen bijval voor die beslissing. Na afloop zeggen de moegestreden spelers van beide teams dat-ie goed gefloten heeft. Eén speler van MOP vraagt hem hoe oud hij eigenlijk is. Na het horen van zijn leeftijd klinkt het vol verbazing: ‘Zo, stoer!’
‘Leuk als mensen zeggen dat ze het stoer vinden’, glundert Wies. ‘Dat geeft me een goed gevoel. Als je een wedstrijd fluit en iedereen geeft je een compliment, dan groeit je zelfvertrouwen.’
Een paar jaar geleden noemde Wies een scheidsrechter nog wel eens partijdig. Maar nu hij zelf een paar keer heeft gefloten, weet hij dat dat nergens op sloeg. ‘Ik had dan zelf slecht gespeeld, of we hadden een wedstrijd verloren. Daar gaf ik dan de scheids de schuld van. Maar een scheidsrechter is natuurlijk niet tégen jou of je team. Hij heeft altijd een reden waarom hij een bepaalde beslissing neemt. Hij fluit nooit zomaar’, zo luiden de wijze woorden van de twaalfjarige.
Gouden tip
Heeft hij tot slot nog een gouden tip voor al die jeugdspelers die met frisse tegenzin of natte oksels hun fluitbeurten tegemoet gaan? ‘Mijn advies is: gewoon doorzetten. En als je er echt buikpijn van krijgt, dan moet je dat zeggen. Er zullen dan echt wel mensen zijn die je willen helpen. Bijvoorbeeld je ouders, die kunnen bij de club vragen of je begeleid kan worden. Dat helpt mij ook. Het is fijn als iemand even meekijkt, zeker aan het begin van een wedstrijd.’
1 Reactie
blauwevelden
Mooi man. De nieuwe Van Bunge in de maak.