De veldrevolutie: ‘We gaan watervelden niet verbieden’

Het waterloze veld is in aantocht. Volgende maand wordt het eerste exemplaar aangelegd in Weesp. De KNHB krijgt veel vragen van clubs, die aan veldvervanging denken. ‘Deze ontwikkeling gaan we niet meer stoppen.’

‘We hoorden zo’n vijf jaar geleden al van de gedachten om van de huidige watervelden af te stappen’, vertelt Chantal Mies, al jaren de veld-expert bij de KNHB. ‘Achter de schermen is dat altijd wel een onderwerp gebleven. Vorig jaar werd het concreter toen wereldhockeybond FIH er meer over naar buiten bracht. Op dat moment had ik niet verwacht dat de ontwikkelingen zo snel zouden gaan. Kijk waar we nu al staan: in maart komt het eerste waterloze veld al in Nederland te liggen.’

Mies, senior medewerker Accommodatie bij de KNHB, ziet het als een stap die past in de huidige tijdsgeest. ‘Het is natuurlijk belachelijk om veel water te verspillen op een veld als er in landen een tekort is aan water. Zelfs in Nederland hebben we de laatste jaren te maken gehad met regionale sproeiverboden door aanhoudende droogte. Ook de hockeywereld moet mee in de klimaatontwikkelingen. De voortgang van de sport heeft altijd in het teken gestaan van sneller, beter en verder. Duurzaamheid is daar pas later bijgekomen. Het is nu de kunst om een veld te creëren dat wel de eigenschappen heeft van de velden van nu, maar dan zonder water.’

Het oefenveldje van de waterloze mat op het Hockeycongres in Utrecht. Foto: Koen Suyk

‘Dit seizoen vijf waterloze velden in aanleg’

En precies in die fase zijn we nu aanbeland. Op het Hockeycongres eerder deze maand lag een proefveldje, dat door vele bezoekers uitvoerig werd geïnspecteerd. ‘We moeten als hockeygemeenschap nog gevoel krijgen met het nieuwe veld. Ook ik hoorde de bezwaren die er nu nog aan kleven. Kan je zonder dat er gevaar aan zit wel slidings op maken? Is het niet te stroef, waardoor je een beetje in het veld wegzakt? Dat zijn de punten waarop de waterloze velden nu uitgebreid getest worden, zodat deze kwalitatief straks écht niet onderdoen voor de huidige watervelden.’

Veldleveranciers Ten Cate Grass en Greenfields raadden op het congres aan om eerst ‘bijvelden’ te vervangen voor waterloze exemplaren. ‘Die gedachten steunen wij volledig’, zegt Mies. ‘Wij zijn de link tussen de leverancier en de clubs. Dit seizoen is het de bedoeling dat we nog een stuk of vijf nieuwe velden aanleggen. Die komen allemaal in plaats van de matten die al aan vervanging toe waren. We vinden het vanuit de KNHB heel fijn als clubs willen helpen om op deze manier verder te experimenteren. Door die ervaringen komen we uiteindelijk tot een beter veld. Daarom zetten we nu ook in het vervangen van oudere zand- en semivelden, zodat we voor die velden met een waterloos veld in elk geval een stap voorwaarts maken.’

Kiezen voor waterloos

De bond zit er ook niet op te wachten dat er te veel nieuwe velden komen. Mies: ‘Zogezegd is de veldontwikkeling in volle gang. Het zou jammer zijn als we nu te veel velden aanleggen in deze proeffase. We raden clubs aan om geen overhaaste beslissingen te nemen. Vervang vooral nog geen goede en bruikbare velden, want dat zou je normaal ook niet doen.’

‘Het is wel raadzaam om te kijken wanneer je een nieuw veld nodig hebt. Want ik kan me voorstellen dat na volgend seizoen met die vijf testvelden we een heel stuk verder zijn. Dan hebben we het dus over de zomer van 2024. Als je vanaf dat moment een nieuw veld nodig hebt, lijkt het nu niet gek om voor waterloos te kiezen. Het is een ontwikkeling die we niet meer gaan stoppen.’

Het complex van Roomburg, waar water van het hoofdveld wordt hergebruikt. Foto: Facebook Roomburg Dames 1

De weg naar het WK van 2026

Maar dat betekent niet dat andere velden in de ban worden gedaan. ‘Op het moment dat de watervelden opkwamen, zijn de zandkunstgrasvelden ook niet verdwenen. Sterker: die liggen er nog steeds. Ik verwacht dat de waterloze velden dezelfde tendens teweeg brengen. Ze zullen de overhand nemen, maar andere velden zullen ook blijven bestaan. We gaan watervelden ook niet verbieden, maar hopen wel dat duidelijk is dat waterloze velden bestendiger zijn. Niet alleen voor het hockey, maar voor het hele milieu. Water moet ook niet als ‘verkeerd’ worden bestempeld. Er zijn clubs waar ze daar juist heel goed mee bezig zijn. Zoals bij Roomburg, waar het water van het veld wordt hergebruikt.’

Het WK van 2026, dat wordt gehouden in Nederland en België, wordt het eerste grote toernooi zonder water. ‘Ik denk dat we na de Olympische Spelen van Parijs daar naartoe gaan leven. Er zijn geluiden dat de FIH in 2025 al over wil gaan op ‘waterloos’, al weten we nu nog niet voor welke wedstrijden of toernooien dat geldt. Het zijn aannames, maar het lijkt me logisch dat internationals in aanloop naar 2026 al op watervrije velden gaan spelen. Ik kan me ook voorstellen dat Hoofdklasse-clubs meegaan in die internationale ontwikkeling. Het kan de komende jaren dus heel snel gaan.’


2 Reacties

  1. martijn-oostveen

    Als dit zich op een mondiaal niveau gaat afspelen, moet er rekening worden gehouden met hetzelfde klimaat want blootstelling aan de zon zal de kwaliteit van een veld zonder water sneller beïnvloeden met als gevolg een hogere slijtage. Een beter drainage en hergebruik lijkt mij een efficiëntere oplossing omdat klimaat ook sneller veranderd, que hoeveelheid regen en zon.

    1. Eelco Houwink

      Het is eigenlijk ook een nietszeggend, tendentieus verhaal dat uitgaat van een watertekort dat er helmaal niet is. Er is juist teveel water (alleen geen drinkwater, maar dat is hier ook niet aan de orde)


Wat vind jij? Praat mee...