De acht slecht-weer-types. Ben jij de optimist of blessurefaker?

Nu de herfst is aangebroken, regent het veelvuldig als je moet trainen. Daar gaat iedereen op zijn eigen manier mee om. Wij hebben een overzicht gemaakt van de verschillende types. Welke teamgenoot past bij welk type? En zeg eens eerlijk: welk type ben jij?

1. De koukleum

Diegene uit je team die het altijd koud heeft en meteen thermokleding aan doet. Als de zon niet meer schijnt, trekt hij of zij zijn mooiste thermokleding uit de kast. Ook al is het twintig graden, zweet jij je kapot, dan verschijnt die ploeggenoot al in winterkostuum op het veld.

De thermolegging. Eva de Goede van Amsterdam draagt hem hier bij een paar graden boven nul, maar de koukleum al bij twintig graden en een beetje bewolking. Foto: Koen Suyk

2. Het watje

Het regent nog geen vijf minuten, de training is pas uren later, maar in de groepsapp komt – zoals iedereen al verwacht – het eerste appje van die ploeggenoot al binnen: ‘Gaat de training vanavond wel door? Het regent.’

3. De optimist

Heel het team is aan het klagen over het slechte weer, maar de optimist zegt vrolijk ‘de meeste regen valt er toch naast’. Met een grote glimlach op het gezicht sprint hij of zij naar buiten.

Foto: Koen Suyk

4. De doorzetter

Regen of geen regen, vrieskou of lekker warm. Hij of zij gaat altijd door en wil altijd hockeyen. Zelfs als het veld amper bespeelbaar is, zegt diegene toch nog: ‘Kom op jongens, we moeten door.’

Foto: Willem Vernes

5. De pessimist

‘Bah het regent, zullen we stoppen?’ Om de minuut hoor je deze vraag. Elk team heeft iemand die om alles kan klagen. Als het regent, is het te nat. Als het dertig graden is, is het te warm. Het is nooit goed.

6. De dugoutschuiler

Zij komen hockeyen, maar als het dan begint te regenen sprinten ze naar de dug-out of het clubhuis. Bang dat ze smelten.

Foto: Koen Suyk

7. De buikschuiver

Wanneer er plassen op het veld verschijnen, trommelt deze teamgenoot iedereen op om een aanloop te nemen en te gaan buikschuiven. Lang leven de regen!

8. De blessurefaker

Als het ook maar even slecht weer dreigt te worden, de lucht iets betrekt, gaat het mis. Au, een spiertje in mijn hamstring, een steek in mijn knie (‘geen idee wat het is, maar het voelt niet goed’). ‘Ik kan echt niet verder’, klinkt het vanuit een met pijn vertrokken gezicht. Strompelend wordt de droge dug-out opgezocht, gaat het warme trainingspak aan en schuifelt deze teamgenoot richting het warme en droge clubhuis. Later op de avond klinkt het op de app: ‘Het gaat wel weer. Denk dat ik dit weekend wel kan spelen.’

 

 


Wat vind jij? Praat mee...