Erik Gerritsen: ‘Corona mag verenigingsstructuur niet kapot maken’

De Nederlandse sport heeft de gemeenten en het kabinet opgeroepen voor de gevolgen van het coronavirus een noodfonds van 950 miljoen op te richten om de sport te ondersteunen. De schade in de hockeysport loopt tot in de tientallen miljoenen, becijferde de KNHB. ‘Het verenigingslevens is de basis van onze sport en heeft nu prioriteit voor ons’, zegt KNHB-directeur Erik Gerritsen.

Allereerst hoe bizar is het om de directeur te zijn van de hockeybond, terwijl er niet wordt gehockeyd?
Erik Gerritsen: ‘Het is aan de ene kant heel raar, aan de andere kant gewoon een feit. Je merkt toch dat je snel aan de nieuwe werkelijkheid went. Ik ben zelf vanaf de eerste seconde geleefd door overleg met de FIH en NOC*NSF over het cornonavirus. Het meeste overleg heb ik met NOC*NSF gehad. We hebben als sport afgesproken dat we de maatregelen op elkaar afstemmen en voorkomen dat iemand in de emotie iets roept. Dat pakt heel goed uit: alle bonden dragen dezelfde maatregelen uit. Ik moet NOC*NSF en met name Gerard Dielessen (directeur van de sportkoepel, red.) daarvoor complimenteren. Zij pakken hun voortrekkersrol heel goed.’

Alle hockeycompetities liggen stil, alle hockeyverenigingen hebben hun clubhuizen gesloten. Hoe vind jij dat de hockeywereld met die situatie omgaat?
‘Eigenlijk zoals de hockeywereld is: men doet het gewoon, met elkaar. Ik ben onder de indruk van de solidariteit in de hockeysport. Ook zie ik hartverwarmende initiatieven ontstaan, zoals online trainingen en clubs die maaltijden bezorgen in de buurt. Ik vind het ook fijn dat er geen burgerlijke ongehoorzaamheid is. Zelfs de fanatieke topteams trainen, in navolging van de nationale teams, in deze periode niet gezamenlijk.’
‘Dat neemt natuurlijk niet weg dat de clubs het moeilijk hebben.’

Wat zijn de meest heikele problemen waarmee hockeyverenigingen nu kampen?
‘Grootste pijnpunt is natuurlijk financieel. Voor de clubs zijn dit de belangrijkste maanden van het jaar qua horeca-inkomsten. Die vallen helemaal weg. Trainers en coaches vormen het grootste dilemma voor clubs. Ze hebben trainers en coaches in vaste dienst en in zzp-verband. Hoe moet je daar nu mee omgaan? Kun je deeltijd ww aanvragen, betaal je zzp’ers wel of niet? Wij houden contact met de clubs via onze accountmanagers en proberen ze op alle mogelijke manieren te helpen en te adviseren. Maar om hen echt te kunnen helpen, hebben we uiteindelijk ook extra geld nodig.’

Drukte bij hockeyclub Den Bosch. Archieffoto: Willem Vernes

Om die reden vragen jullie als sport de gemeenten en het kabinet een noodfonds op te richten. Als sport hebben jullie becijferd dat de schade 950 miljoen euro is tot en met de zomer. Ook de KNHB heeft cijfers aangedragen. Hoe groot schatten jullie de schade voor de hockeysport?
‘Dat gaat om tientallen miljoenen euro’s. Echt serieus veel geld. Wij hebben de schatting beraamd op basis van vier sectoren: de verenigingen, de KNHB, trainers/coaches bij verenigingen en in de opleidingssector plus de hockeykampen en kleine events. De verenigingen vormen de grootste pot. Wij hebben het bedrag dat daarmee is gemoeid behoorlijk nauwkeurig kunnen berekenen door de Verenigingsmonitor die clubs sinds enkele jaren invullen. Wij weten vrij precies hoeveel procent van hun begroting ze bijvoorbeeld halen uit horeca en wat ze aan trainers uitgeven.
Het is van groot belang dat wij in Nederland met z’n allen de verenigingen overeind houden. We hebben de mooiste sportinfrastructuur ter wereld met onze verenigingen. Die mogen we door het coronavirus niet kapot laten maken. Ik snap ook wel dat sport nu niet het belangrijkste is, maar in de sociale sector vervult de sport wel een cruciale rol. Nu we niet kunnen hockeyen, niet kunnen sporten, merken we pas hoe leuk het is en hoe we het missen.’

Ik heb de hoop zeker niet opgegeven dat we met z'n allen in juni een mooie maand hockey creëren.' Erik Gerritsen, directeur KNHB

Als het noodfonds er komt, hoe gaan jullie dat geld dan verdelen?
‘Daar moeten we nog plannen voor maken. Maar ik hoop dat we geld krijgen voor alle vier die geschetste sectoren van de hockeysport. Maar zelfs als dat lukt, doe ik een beroep op de solidariteit in de hockeysport. Het is belangrijk dat we elkaar allemaal blijven steunen. Ook nu we niet kunnen spelen en trainen, hebben de clubs de leden en hun steun hard nodig. Clubs hebben in deze moeilijke tijd ook elke euro hard nodig. We moeten rustig blijven en het samen doen.’

Over niet spelen gesproken. Veel hockeyers vragen zich ondanks alle ellende met het coronavirus toch af: wanneer gaan we weer hockeyen en gaan we überhaupt nog hockeyen dit seizoen?
‘Dat weten we niet. Of we de competities nog uitspelen, is natuurlijk een groot vraagteken. Wat ik zeker niet heb opgegeven, is de hoop dat wij met z’n allen in juni een mooie maand hockey creëren. Waarin we het clubleven nieuw leven kunnen inblazen. We bijvoorbeeld op creatieve manieren in de volle breedte alternatieve competities opzetten of op een bepaalde manier de competities in de volle breedte kunnen afronden. We weer kunnen ervaren hoe mooi het is om bij de club met z’n allen te genieten van de hockeysport. Maar voorlopig wachten we de ontwikkelingen af.’

Erik Gerritsen met Oranje-speelster Marloes Keetels Archieffoto: Willem Vernes

Tot slot: zie jij de Nederlandse teams deze zomer in Tokio op de Spelen hockeyen?
‘Daar ga ik niet over, ik zit ook niet aan tafel om daarover mee te praten. Dus daar kan ik geen uitspraak over doen. Wat ik wel denk, is dat we het clubleven in de volle breedte eerder op de rit hebben dan tophockey en de nationale teams. Die laatste twee zijn voor ons belangrijk en krijgen onze volle aandacht, maar het verenigingsleven is de basis van onze sport en heeft nu prioriteit voor ons.’