2024 was een bijzonder jaar voor de Nederlandse hockeysport. Aan de ene kant was er de glorieuze zomer met dubbel olympisch goud in Parijs, aan de andere kant worstelt de sport al jaren met een dalend ledenaantal. Wij spraken met Erik Gerritsen, directeur van de KNHB, over de successen, de zorgen en de toekomstplannen van de bond.
Met welk gevoel kijk je terug op 2024?
Gerritsen: ’Toch met een heel positief gevoel. Het dubbele goud voor de Oranje-teams is geweldig. Dat is nooit eerder gebeurd en de kans is niet zo groot dat dit heel vaak gebeurt. Het was van beide teams een fantastische prestatie. Bij de mannen na 24 jaar eindelijk weer een echte hoofdprijs. Het is een beloning voor alle effort die Jeroen Delmée en Eric Verboom er met de spelers in hebben gestoken. Ze hadden de echte wil om beter te worden, elke dag.’
‘Nederland vindt de gouden medaille van de dames misschien wat vanzelfsprekender, maar ik vind het onwaarschijnlijk knap’, vervolgt hij. ‘Sinds 2017 hebben ze alle grote prijzen gewonnen. Dat is uniek voor een internationaal sterke teamsport. De Nederlandse teams zaten niet bij de laatste drie genomineerden als beste team bij het NOC*NSF Sportgala 2024. Daar kun je wat van vinden, maar eigenlijk vind ik dat de dames een oeuvre-award verdienen.’
Was dit de mooiste hockeyzomer die je hebt meegemaakt?
‘Zonder twijfel. Parijs was fantastisch. Een Olympische Spelen dicht bij huis, met elke dag die oranje zee op de hockeytribunes. En dan twee keer goud. Ik vond het magisch. Ik kan doorgaans best goed relativeren, maar bij die beide finales – zeker door de shoot-outs – voelde ik de emoties door mijn lijf gaan. Ik denk dat iedereen dat herkent die in het stadion was.’
Ik vind dat de Oranje Dames een oeuvre-award verdienen voor hun unieke prestaties de afgelopen jaren'
Die successen leveren ook financieel wat op. NOC*NSF geeft jullie een miljoen euro per jaar extra voor topsport. Hoe voelt dat?
Gerritsen: ‘Dit is een beloning voor de prestaties, maar ook voor de betrouwbare partner die we voor NOC*NSF zijn. En de goede topsportorganisatie die we hebben. De gelden zijn pure noodzaak. Zonder dat geld wordt het best lastig om in de wereldtop te blijven. Enerzijds zijn de kosten van reizen en verblijven enorm toegenomen. Daarnaast heeft NOC*NSF ons de afgelopen jaren aangespoord onze begeleidingsteams – door specialistische kennis toe te voegen – professioneler te maken, Ze sporen ons aan om te investeren, maar we hadden niet de zekerheid dat ze dat ook belonen in de toekenning van geld. Gelukkig is dat nu wel het geval.’
Welke andere positieve bijdrage heeft dubbel goud op de hockeysport?
‘Dubbel goud kan leiden tot meer promotiemogelijkheden voor de sport. Ondanks dat het wetenschappelijk niet is aangetoond, geloof ik er wel in dat het op de juiste manier inzetten van topsportprestaties kan bijdragen aan hogere ledenaantallen en hogere sportparticipatie.’
‘Aan ons de opdracht om de komende jaren met die gouden medailles de nationale teams populairder te maken, ze meer over de bühne te brengen en meer te koppelen aan werving en behoud van hockeyers. Het feit dat de NOS in de Pro League stapt en ook het WK 2026 uitzendt, is mede geholpen door de twee gouden medailles. Dat heeft hun interesse verder aangewakkerd.’
Je spreekt over werving en behoud van leden. Dat is niet voor niets, want het ledenaantal loopt al enkele jaren terug. Hoe kijk je daar tegenaan?
‘We hebben zeker zorgen,’ geeft Gerritsen toe. ‘In bepaalde leeftijdsgroepen zijn er meer mensen die de sport de rug hebben toegekeerd. Maar er is ook een mooie basis van 326 verenigingen met gemiddeld meer dan 750 leden. De sport staat er niet slecht voor. We hebben sterke verenigingen met veel innovatief vermogen en denkkracht. Zij hebben de bereidheid om zich aan te passen, te veranderen en te vernieuwen. Bij ons hockeyers zit vernieuwing in de genen.’
Vind je niet dat het lang duurt voor de hockeywereld in actie komt? Een jaar of vijf geleden waarschuwde je al voor de terugloop van leden. Pas nu ligt er een jaarplan met als titel: Samen in de aanval. Dat klinkt toch een beetje alsof je in de rust met 3-0 achter staat en dan pas tot de conclusie komt dat er wat moet gebeuren?
‘Vijf jaar geleden hadden we nog geen plan, tactiek en opstelling, dus konden we de wedstrijd nog niet aangaan. Het klopt dat het vervolgens even duurde voordat we op gang zijn gekomen. Misschien dat we na veel jaren van automatisch stijgende ledenaantallen bij clubs, ook even minder hongerig waren geworden. Er toch iets heerste van: het zit even tegen, maar komt wel goed. Dat heeft mijn ongeduld wel eens op de proef gesteld.’
Misschien dat we na veel jaren van automatisch stijgende ledenaantallen bij clubs, ook even minder hongerig waren geworden.'
Inmiddels is Gerritsen optimistisch: We zijn nu klaar om de wedstrijd te spelen. Weten op welke doelgroepen we ons gaan richten en hoe we dat gaan doen. Zowel intern bij collega’s en medewerkers als naar verenigingen toe. Je ziet nu dat verenigingen actief aan werving en behoud doen. Daar plannen voor maken en acties op inzetten. Daar heb ik veel vertrouwen in.’
‘Wij proberen de clubs op alle mogelijke manieren te helpen. We betrekken ze bij de plannen die wij maken en proberen ze met data uit onderzoeken inzichten te geven. Bijvoorbeeld door uit te zoeken wat de beweegredenen zijn dat mensen stoppen. Bij de werving ondersteunen wij de clubs met campagnes en promotiemateriaal. Ook zijn we de verbindende schakel tussen de clubs, door bijvoorbeeld succesvolle acties en initiatieven te delen.’
Hockey5’s neemt in de aanvalsplannen een belangrijke rol in. Toch is er ook weerstand. Hoe kijk jij daar tegenaan?
‘Ik zie hockey 5’s als een middel om mensen terug te winnen, die het reguliere 11-tegen-11 en het zaalhockey hebben verlaten. Als club zou ik hockey5’s inzetten om de 16- tot 24-jarigen te behouden en terug te winnen. Met entertainment eromheen en voor de 18- tot 24-jarigen met een biertje erbij. Niet zozeer voor de topjeugd, die toch al veel hockeyt, maar voor die groep eronder.’
‘Volgens mij neemt het dubbele gevoel in de hockeywereld af. Er zijn 170 verenigingen die hebben aangegeven met hockey 5’s aan de slag te willen gaan. Het is duidelijk dat het leeft. Voor mij is dit een voorbeeld dat iedereen in onze sport doorheeft dat we aan de bak moeten. Ik ben er heilig van overtuigd dat we daarmee tienduizenden mensen kunnen houden en terugwinnen.’
De groep 35-45 jaar is ook aangemerkt als doelgroep voor behoud. Hier is flexibiliteit (in vormen en lidmaatschappen) het toverwoord. Maar juist op dat punt is er vanuit clubs en hockeyers kritiek. Velen vinden dat de bond te rigide omgaat met regels en daardoor innovatie en verandering in de weg staat. Herken je dat?
‘Ik herken de kritiek. Ik denk dat we ons die ook aantrekken en dat we daar ook mee aan de slag zijn. Ik weet wel waar het vandaan komt. Wij organiseren als bond de competitie en een competitie is gebaseerd op een eerlijk verloop. Dat is vanuit de historie de leidraad in onze reglementen en ons handelen.’
Wij moeten voor de breedtesport absoluut minder rigide en flexibeler worden. Erik Gerritsen
Hij ziet echter de noodzaak tot verandering: ‘We komen in een tijd dat het gaat om zoveel mogelijk hockeyers betrekken bij de hockeysport. Dat vraagt om flexibiliteit, om het minder rigide toepassen van regels of om minder regels. Dus daar moeten we een nieuwe weg in vinden, waarin wij absoluut voor de breedtesport minder rigide en flexibeler moeten worden. Maar waarin we tegelijk bij de prestatiesport misschien wel meer vanuit een eerlijk competitieverloop en uniforme regels moeten managen. Dus zullen we explicieter naar verschillende sets aan regels toe moeten.’
Tot slot, het WK 2026 in Amsterdam en Brussel komt eraan. Hoe verlopen de voorbereidingen?
‘Goed. We gaan nu de daadwerkelijke operatie beginnen. 8 januari zitten we in Brussel om samen met de Belgen een slag te slaan. En drie, vier weken daarna met België samen met de FIH. Dus we gaan de voorbereiding in. Na de benoeming van Raoul Ehren als bondscoach bij onze vrouwen, stonden de verhoudingen even op scherp. Maar gelukkig is er na een paar goede gesprekken meer wederzijds begrip, waarbij ik in elk geval de teleurstelling en boosheid van de Belgen beter begrijp. Vanaf nu werken we naar ik hoop en verwacht weer net zo prettig samen als daarvoor.’
Over de voorgenomen verbouwing van het Wagener Stadion voor het WK, is Gerritsen minder optimistisch: ‘Het wordt moeilijk om een totaal vernieuwd stadion gerealiseerd te krijgen, omdat daar financiering vanuit de Rijksoverheid, gemeenten en provincies voor nodig is. Door de lange periode van een demissionair kabinet is die financiering vanuit het Rijk er nog niet gekomen. We zijn dat, nu het kabinet weer vol is opgestart, samen met Amsterdam, Amstelveen en Noord-Holland weer aan het oppakken. Maar dat betekent wel dat we waarschijnlijk het WK 2026 niet gaan halen om een totaal vernieuwd stadion te hebben. Voor de capaciteit bij de wedstrijden maakt dat geen verschil – we bouwen tribunes bij – maar we hadden graag iedereen in een fonkelnieuw stadion ontvangen.’
Wat moet het WK 2026 de hockeysport brengen?
‘Het moet fantastische promotie voor de sport en mooie topsport brengen. Maar het is ook een middel om onze strategie en plannen voor de breedtesport een extra boost te geven. Alles waar we het eigenlijk het afgelopen uur over gehad hebben, moet een extra podium krijgen op dat WK. De basis wordt twee weken volle stadions, maar we willen daar een aantal vernieuwende elementen aan toevoegen. Zodat 2026 ook echt past in het succesvolle rijtje van de WK’s in 1998 en 2014.
Wij kijken er erg naar uit en we merken dat het – mede door het dubbel goud – onder de hockeyfans al leeft. Gezien de massale belangstelling in Parijs heb ik tot slot nog wel een tip: houd september 2025 onze kanalen in de gaten, want dan start de eerste fase van de kaartverkoop.’
4 Reacties
JacquesBrinkman
Samen in de aanval! Hockeyclub 's-Hertogenbosch is er klaar voor. We bezoeken basisscholen, gaan de (aandachts)wijken in, organiseren schoolhockeytoernooien en misschien wel het allerbelangrijkste: we betrekken ouders!! Daarnaast zetten we samen met onze partners (oa Rabobank) boegbeelden in zoals onze gouden olympiërs. En bij alles wat we doen zetten we kwalitatief goede trainers in met de nadruk op het spelen van partijtjes ipv ellenlange, vaak saaie oefeningen. Padel is een mooie metafoor voor hockey, namelijk spelvormen ipv oefeningen.
daanbeuermann@gmail.com
En geen woord over zaalhockey....
rob-tettero
Deel graag de mening van Jacques. Het ijs goed zo sociaal actief te zijn, door ouders veel meer te betrekken en het onderwijs brengt kansen door jeugd te stimuleren. De vormen die daarbij gebruikt worden lijken voorlopig minder belangrijk. Wat een grote rol speelt is de lange competitie periode veel oudere jeugd en jonge senioren haken af het seizoen duurt te lang. Daarbij komt nog dat de indeling van de competities vaak niet leuk is. In westen speelt de Amsterdamse Regio een te heersende rol voorbeeld de reserve hoofdklasse heren 3 teams Amsterdam 1 Hurley 1 Pinoke 5 teams van de 11 uit het bos. Het bos heeft de clubs uit de wijde omgeving leeg gezogen. Hetzelfde geldt voor de Rotterdamse regio 3 teams van Leonidas in een competitie. Kan dat niet anders en beter worden ingedeeld. Maak kleinere poules met veel meer klasse onderscheid , zodat het spannend er wordt. Kijk of de promotie degradatie een andere opzet krijgt. De kans dat door verandering en aanpassing de jongere jeugd wel zal blijven. De huidige opzet is aan vernieuwing toe dat bewijzen de leden aantallen bij de clubs.
robdux
Sterker nog. Kinderen op hele jonge leeftijd werden / worden door Pinoke en Hurley benaderd. Daar zitten andere Amsterdamse clubs dan mooi mee.