Hij is wellicht de oudste hockeycoach van Nederland. En sowieso een van de trouwste. Peter Claassen werd vorige week negentig jaar en is al zestig jaar actief bij het Haagse HDS. Nog altijd is hij minimaal twee keer per week op zijn club te vinden. Is het niet langs de lijn als supporter bij Heren 1 of ‘zijn’ Veteranen LA, dan wel tijdens de wekelijkse klusochtend.
Claassen was eigenlijk helemaal geen hockeyer. Voetbal, handbal, korfbal, een hardloopgroepje: tal van sporten deed de rijwielhandelaar in ruste totdat hij op een dag het hockeyveld opstapte. ‘Toen ik een jaar of dertig was, kwam ik min of meer tegenover HDS te wonen. In de herfst en winter, als er geen bladeren meer aan de tussenliggende bomen zaten, kon ik zo het veld opkijken.’
Het maakte Claassen nieuwsgierig. ‘Ik ging het gewoon maar proberen, in een seniorenteam. In eerste instantie als veldspeler, maar na twee wedstrijden was er een keeper nodig. Ik heb die handschoenen opgepakt en nooit meer uitgedaan. De bescherming was voor keepers in die tijd nog maar heel beperkt. Een klein maskertje, een toque en leren handschoentjes die zeiknat werden als het regende. Dat was het.’
Ondanks zijn relatief late start bleef Claassen jarenlang onder de lat staan. Maar voor hem was hockey veel meer dan sporten. Het sociale aspect was van begin af aan minstens zo belangrijk. ‘Mijn team is altijd zoveel mogelijk bij elkaar gebleven. HDS was vroeger de Indische hockeyclub. Er speelden relatief veel jongens die haar hun wortels hadden, zo ook een stuk of vijf in mijn team. Dat bracht met zich dat we vooral fantastisch lekker aten. Met elkaar besloten we op een dag om op Indische kookles te gaan. Vanaf dat moment kookten we ook regelmatig voor Dames 1 en Heren 1.’
‘Kom op, slappe zaadschieters’
Toen Claassen na 25 jaar stopte met zelf hockeyen, bleef hij nauw betrokken bij zijn club. Heren 1 – dit seizoen uitkomend in de Eerste Klasse – kan bij iedere thuiswedstrijd op Claassens support rekenen. Daarnaast is hij een van de twee coaches van HDS Veteranen LA, een team van vijftigplussers waarbij hij vooral de praktische taken voor zijn rekening neemt. ‘Ik controleer of de ballen en de EHBO-kist in orde zijn, reik flesjes water aan en geef nu en dan een aanwijzing. Ieder jaar volg ik een reanimatiecursus, voor het geval dat. Gelukkig is het nooit nodig geweest om die vaardigheid in te zetten.’
Hoewel de andere coach de tactische kant voor zijn rekening neemt, is Claassen volgens aanvoerder Eric van der Meer ook van waarde met zijn tips. ‘Kom op, slappe zaadschieters, roept hij als hij vindt dat het tempo wel wat omhoog mag. Met zijn achtergrond als docent en examinator bij de KNHB heeft hij echt wel kijk op het spelletje. We zijn hem iedere week weer dankbaar voor zijn aanwezigheid en hulp. Hij is een kanjer om erbij te hebben.’
En bij zijn rol als coach van Veteranen LA blijf het niet. Van der Meer: ‘Zijn er toernooien op de club, dan is hij de eerste die zich bij de organisatie voegt. Hij nummert de velden, regelt scheidsrechters en versnaperingen, ruimt de rommelt op en corrigeert wangedrag bij de jeugd als dat nodig is.’
Alle klussen, behalve bardiensten
Daarnaast is Claassen sinds een jaar of acht (‘het kunnen er ook meer zijn’) iedere maandag op Sportpark Madestein te vinden. Claassen: ‘Om half elf komen we aan met een groepje van zeven. Dan maken we het hele complex schoon en netjes. We checken de netten en hoekvlaggen en verrichten allerlei hand- en spandiensten.’
Het enige waar Claassen niet voor de porren is, is een bardienst. ‘Dat heb ik nooit gedaan en ga ik nooit doen. Dat schuiven met drankjes over de bar is niets voor mij. Laat mij maar aan de andere kant staan. Een biertje op zondag hoort er altijd bij. Maar het leukste op HDS vind ik de feestjes. Het Oktoberfest en het kerstdiner met daarna een feestje voor de jongelui bijvoorbeeld. Dan blijf ik altijd zo lang mogelijk hangen.’
Nog altijd woont Claassen op steenworp afstand van zijn HDS. ‘Een bruggetje over en ik ben er. Doordat er veel bomen zijn geplant, kan ik het veld inmiddels niet meer zien. Maar zo lang als ik kan, ga ik er zo veel mogelijk naartoe.’
3 Reacties
reneclumpkens
(Bijna) een heel leven hockey. Schitterend.
erik-beenen
Dit soort mensen zijn goud waard voor iedere vereniging. Waarom zie je dit bij voetbal nu veel meer dan bij hockey?
peter-de-ruiter
Prachtig verhaal.