Speelde Daan Dekker, in het fragment nog uitkomend voor Almere, de bal nou wel of niet in het blok? Dat was de hoofdlijn van de (leuke!) reacties die we ontvingen naar aanleiding van de Spelregelvraag van deze week. Een lastige vraag, die een lang antwoord verdient. We schakelden met bondsscheidsrechter Merijn Goezinne.
‘Deze situatie gaat waarschijnlijk nog heel vaak voorkomen’, zegt Goezinne. ‘Zoals je ook ziet in de reacties zit niet iedereen op een lijn en dat is ook goed. Het is geen zwart-wit-situatie. Het simpele antwoord op je vraag hierboven is ‘ja’. De aanvaller speelt de bal in het blok. Maar…er hoort wel een uitleg bij.’
‘Je ziet dat de aanvaller een nette en correcte turn inzet en de bal bij de verdediger op de voet wil spelen om een strafcorner te versieren. Dat is allemaal prima. Echter beschermt de verdediger hier zijn voeten met zijn stick door mee te draaien met de aanvaller. Vervolgens wordt de bal in de stick van de verdediger gespeeld. En daar is de overtreding.’
Goezinne analyseert: ‘De verdediger zit namelijk laag, met zijn stick voor zijn voeten en de bal wordt op korte afstand tegen zijn stick aan gespeeld. Dat is in het blok spelen. Ook als, in dit geval, de verdediger meebeweegt met de aanvaller en zo zijn voeten beschermt.’
Creëert de aanvaller hier een gevaarlijke situatie? ‘Nee. Deze actie van de aanvaller is heel gecontroleerd en zonder gevaar. Daarom is het ook alleen een vrije bal voor de verdediger en absoluut geen kaart voor de aanvaller.’
Om deze situatie goed en eerlijk te beoordelen, zijn er een hoop vragen te spelen: ‘Van welke afstand wordt de bal gespeeld? Is de actie (potentieel) gevaarlijk? Wordt de bal hard gespeeld? Zit de tegenstander al laag? Beweegt de tegenstander naar de bal? Door dit rijtje iedere keer weer in je hoofd op te sommen neem je uiteindelijk de juiste beslissing. Het is niet altijd zwart-wit, hoe graag we het ook willen. Dit maakt fluiten in de zaal ook zo enorm uitdagend.’
Tot slot, wanneer is zo’n situatie dan wel een kaart waard? ‘Wanneer een speler op korte afstand de bal hard in de stick of op de hand van de verdediger speelt die al laag zit. Dan creëert de speler gevaarlijk spel en dat moet dan worden bestraft met een spel- en persoonlijke straf.’
We hebben zo’n vermoeden dat een voorbeeld van een dergelijke situatie nog wel voorbijkomt in deze rubriek.
4 Reacties
eefgorter
De uitleg over wel/geen kaart is onnavolgbaar. Hoe bepaal je hard/gevaarlijk? Met een laser apparaat? Als de bal 5cm naar rechts gaat komt ie hard op de hand van de verdediger. En iedere zaalhockeyer weet dat deze bal dan behoorlijk auw doet. Dus: beoordelen we nou de uitkomst (wel/niet auw) of de actie zelf? Dit is toch niet de “rollende bal” die in de briefing staat? Hou het nou simpel en voorspelbaar zeg: in het blok is overtreding + kaart. Dan doet de regel waar ie er voor is: voorkomen dat mensen in het blok spelen. Desnoods geef je hier groen en een andere (hardere/gevaarlijkere) keer geel.
lenny-baker
@Eef, Het is simpel en voorspelbaar door te checken op onbeheerst rammen. Dat onbeheerst rammen is niet moeilijk te herkennen. Zelfs voor iemand die niet of amper gehockeyd heeft. Deze bal doet geen pijn aan de hand van de verdediger, ook zonder handschoen. Kaarten geven is echt het laatste wat je moet doen als scheidsrechter.
eefgorter
Je bewijst precies mijn punt. Deze bal op de hand van deze verdediger zonder handschoen is grote kans op gebroken vinger. Met handschoen ook. Te vaak meegemaakt in de zaal. Maarrrr bij de ene scheids is het geen overtreding, de andere scheids zegt wel overtreding, de volgende zegt: overtreding met kaart. Complete willekeur en geen team dat het nog snapt. Tegenstander zal vragen om kaart, zeker in de zaal waar 1, 2 of 5 minuten overtal nogal relevant is.
Reinier Verhoeven
Mooi, duidelijk en uitgebalanceerd antwoord.