Als Carolina Mori in 2024 een hockeyclub zoekt voor één van haar twee zoontjes, die het syndroom van Down heeft, loopt ze tegen een muur van barrières aan. Hij kan alleen terecht in teams met uitsluitend spelers zonder beperking óf in teams met uitsluitend spelers mét beperking. Een club die beide combineert, bestaat niet. Ze besluit de handen uit de mouwen te steken. ‘Aparte teams voor kinderen met een beperking vergroten de kloof met hun leeftijdsgenootjes zonder beperking.’
Het is een klassiek geval van hokjesdenken: wie een beperking heeft, wordt meestal ingedeeld in een team met alleen spelers die ook een beperking hebben. Want dan spelen ze met gelijkgestemden. Maar is dat model wel zo vanzelfsprekend? Lang niet altijd, vindt Carolina Mori.
Haar negenjarige zoontje, met het Syndroom van Down, voetbalde vorig seizoen in een elftal met uitsluitend spelers zónder beperking. Dat pakte, zo constateerde ze, niet bepaald goed uit. ‘Hij voelde zich er niet comfortabel. Hij vond het zelfs een beetje eng. Omdat hij de enige was met een beperking, besefte hij meteen dat hij anders was. Er was een enorme kloof tussen hem en de andere kinderen. Dat maakte hem onzeker. Daardoor vond hij het moeilijk om contact te leggen met zijn leeftijdsgenootjes.’
Het alternatief — spelen in een team met uitsluitend spelers die ook een beperking hebben — leek haar ook niet ideaal. ‘Door hem alleen met kinderen met een beperking te laten spelen, wordt hij automatisch in een hokje geplaatst. Aparte teams voor kinderen met een beperking vergroten de kloof tussen hen en de rest. Ze krijgen minder kans om echt mee te draaien en te integreren in de samenleving. Daarom vind ik het belangrijk dat ze niet van de rest worden gescheiden, maar dat ze juist in verbinding met elkaar staan.’
Mori ging op zoek naar een alternatief: een team met een mix van spelers mét en zonder beperking. Tot haar eigen verbazing bleek zo’n team helemaal niet te bestaan. Zowel niet bij voetbal- als bij hockeyclubs. Welke hockeyclub ze ook belde, overal stuitte ze op dezelfde problemen. Of er was helemaal geen plek voor haar zoon. Of hij kon alleen kiezen tussen teams met spelers zónder beperking of teams met spelers mét beperking. ‘Ik ontdekte dat ik niet de enige was. Een enquête die ik op Facebook deed, toonde aan dat ouders uit heel Nederland moeite hadden om gemengde teams te vinden. Terwijl ze dit wel graag zouden willen.’
Stichting Equal Play maakt het mogelijk dat kinderen mét en zonder beperking samen op één veld staan.
‘Mijn zoon is niet langer een uitzondering; hij hoort er echt bij’
Uiteindelijk besluit ze de handen zelf maar uit de mouwen te steken. Ze krijgt HC Ypenburg in Den Haag mee in haar plannen. Afgelopen november markeert de geboorte van het eerste mixteam van de club. In een half jaar tijd groeit het uit tot een team van vijftien spelers. Ongeveer de helft van hen heeft een beperking, zoals ADHD, autisme, hersenverlamming, of het syndroom van Down. De andere helft niet. Het team traint regelmatig samen, maar speelt nog geen wedstrijden.
‘Hij is nu helemaal op zijn plek. Hij kent al zijn teamgenoten en voelt zich meteen thuis zodra hij op de club komt. Hij is echt onderdeel van het team. De manier waarop de kinderen met elkaar omgaan, geeft hem zelfvertrouwen. Hij is niet langer een uitzondering; hij hoort er echt bij. En hij wordt steeds beter: hoe hij zijn stick vasthoudt, hoe hij de bal stopt, daar zit zoveel vooruitgang in. Dat geeft hem zoveel plezier.’
Niet alleen voor de spelers zelf, maar ook voor de ouders, trainers en vrijwilligers is het een positieve ervaring, stelt Mori. ‘Bij de laatste training van het seizoen speelden de ouders mee. Voor hen is het belangrijk om met eigen ogen te zien wat nodig is om begrip en acceptatie van handicaps te bevorderen. Zo worden ze actief betrokken bij de integratie en leren ze hoe ze met kinderen met een handicap om moeten gaan. Je ziet duidelijk progressie: het wordt voor hen al steeds normaler.’
Stichting Equal Play maakt het mogelijk dat kinderen mét en zonder beperking samen op één veld staan.
Het initiatief bevestigt voor haar dat er behoefte is aan deze aanpak. Het wakkert het vuur in haar alleen maar verder aan, waardoor ze besluit de volgende stap te zetten: ze richt Stichting Equal Play op. Een organisatie die, zo omschrijft ze het zelf, het mogelijk maakt dat kinderen mét en zonder beperking samen op één veld staan.
Naast Ypenburg heeft ze het initiatief – met de naam Playing as One – inmiddels ook bij meerdere andere clubs uitgerold. Volgend seizoen sluiten ook hockeyclubs Zoetermeer en Wateringse Veld aan. Daarnaast doen inmiddels ook meerdere voetbalverenigingen mee.
Ypenburg houdt kamp voor kinderen met en zonder beperking
Op 24 en 25 juli organiseert Stichting Equal Play bovendien op Ypenburg het zogenoemde Camp One, volgens haar het eerste ‘inclusieve zomersportkamp in de regio Haaglanden’. Alle plekken zijn al vergeven: 65 kinderen – uit Den Haag, Delft, Rijswijk, Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp – hebben zich ingeschreven, van wie 40 procent een beperking heeft. Op het programma staan voetbal- en hockeyclinics, creatieve activiteiten, teamspelen en waterspellen. Alles natuurlijk geheel in lijn met de gedachte van de stichting: volledig gemengde teams.
Mori: ‘We merken dat hockeyclubs hier steeds meer voor openstaan. De bereidheid groeit. We willen dit stap voor stap aanpakken. Zodra we meer teams hebben, kunnen we ook wedstrijden gaan spelen. Uiteindelijk willen we dit initiatief landelijk uitrollen. Zodat kinderen met én zonder beperking in heel Nederland samen kunnen hockeyen.’
De KNHB ondersteunt dit initiatief van harte. Op de website van de bond zijn meer inclusieve projecten en initiatieven te vinden die de KNHB actief ondersteunt.
1 Reactie
sander-bout
Respect!!!!! Mooi verhaal over het doorbreken van muren en “ondenken”