De FIH verraste woensdag de hockeywereld door aan te kondigen dat het WK van 2026 – dat plaatsvindt in Nederland en België – toch niet op een waterloos veld wordt gehouden. KNHB-directeur Erik Gerritsen reageert op de impact van dit besluit. ‘We blijven het idee van een veld zonder water ondersteunen.’
Was jij verrast toen je de boodschap van de FIH hoorde?
‘Ja, eigenlijk wel. We hebben de afgelopen tijd vaak gevraagd of het zeker was dat het WK van 2026 op een waterloos veld zou worden gespeeld, dat door de FIH geleverd zou worden. Die koers houden we al meer dan een jaar aan. En het antwoord op die vraag is altijd ‘ja’ geweest. Tot begin deze week, toen dit besluit werd genomen door de FIH.’
Welke impact heeft dit op de organisatie van het WK?
‘Als je puur naar de organisatie kijkt, dan is dit een voordeel. Het geeft zekerheid. Er ligt straks een veld dat besproeid kan worden. Eentje die lijkt op velden waar altijd op gespeeld wordt. Dat is fijn voor de organisatie en ook voor onze eigen nationale teams en die van alle andere landen. Van de tophockeykant zijn – volkomen terecht – geregeld vragen gekomen over het veld, hoe het speelt en wanneer daarop geoefend kon worden. Op die vragen hadden we nog geen antwoord en de FIH kon ook steeds niet aangeven wanneer die antwoorden wel zouden komen. Die vraagtekens komen nu te vervallen.’
Is dit besluit dan alleen maar goed nieuws?
‘Nee, dat niet. Want we zouden in 2026 ook een enorme stap zetten op het gebied van duurzaamheid. We zijn als bond er groot voorstander van om wereldwijd het watergebruik en de waterverspilling te verminderen. Die ambitie kunnen we op ons WK nu niet de vorm geven die de FIH beoogde en die wij ondersteunden. We zijn en blijven voorstander van waterloze velden. De afgelopen jaren zijn daar echt wel stappen in gezet.’
Inmiddels liggen er een aantal van dat soort velden in ons land, zoals bij Weesp en Mierlo. Wat betekent deze beslissing voor die clubs?
‘Niet veel en dat is goed om even toe te lichten. Het veld waarop het WK wordt gespeeld wordt bepaald door de FIH en het watervrije veld dat zij voor het WK 2026 op het oog hadden komt van een andere leverancier dan de watervrije velden in ons land. Die velden zijn daardoor dus niet een-op-een te vergelijken met de mat die er lag in Oman bij het WK hockey5s afgelopen maand. Dat type lag nog niet in Nederland. De velden die bij de clubs hier zijn aangelegd kunnen natuurlijk nog steeds worden gebruikt. Daar doet dit nieuws niets aan af. Sterker nog, wij hebben de indruk dat de watervrije velden die in Nederland liggen verder zijn qua ontwikkeling dan de velden van de FIH-leverancier.’
Over het WK hockey5s gesproken. Het besluit om in 2026 niet op een waterloos veld te spelen, lijkt sterk te zijn beïnvloed door de ervaringen op dat toernooi. Heb jij ook die indruk?
‘De FIH heeft feedback gevraagd aan betrokkenen bij het WK hockey5s. Maar hoe groot die invloed is geweest, dat weet ik niet. Dat is een vraag voor de FIH. Ik verwacht dat hun besluit een combinatie is tussen de ervaringen op dat toernooi plus de ontwikkelingen bij de veldleverancier. De FIH heeft aan ons laten weten dat die ontwikkeling de goede kant op gaat, maar dat ze nog niet zo ver zijn om op dit type veld in 2026 een WK te spelen. Want als je dat veld op het toernooi wil hebben, moet je in aanloop die velden ook beschikbaar kunnen stellen voor de nationale teams van alle deelnemende landen.’
Dit betekent dus niet het einde van het waterloze veld?
‘Zeker niet. Die ontwikkeling is nog in volle gang. Waterloze velden hebben nog steeds toekomst. Alleen komt 2026 nog te vroeg voor dit idee, dat we blijven ondersteunen.’
2 Reacties
mariusmeijers
Jammer, er werd zoveel van het waterloze veld verwacht
jos-van-kimmenaede
Niet echt lekker dit, wel niet wel. Geeft onzekerheid ten aanzien van hele grote investeringen. Wat te doen?