Nummer 13: ‘Ik wil laten zien dat het geen ongeluksgetal is’

Spelen met het ongeluksgetal op je rug. Je moet het maar durven. In deze nieuwe serie maken we kennis met de hockeyende nummer 13 van Nederland. In aflevering 2 Curd Claassen, verdediger van MHC De Dommel.

Curd, wat betekent nummer 13 voor jou?
‘Nummer 13 is voor veel mensen een ongeluksgetal. Ik vind dat onzin. Ik heb twintig jaar met mijn ouders op nummer 13 gewoond en zij wonen er nog steeds. Mijn zoon is op vrijdag de dertiende geboren. Ik wil laten zien dat 13 geen ongeluksgetal is.’

Ben je een geboren pechvogel?
‘Nee, dat niet. Ik ben wel wat blessuregevoeliger sinds we een jaar of vijf geleden met rugnummers zijn gaan spelen en trainingspakken hebben met een nummer erop. Ik heb mijn pols gebroken toen ik mezelf opving na een val. En ik heb mijn enkelband gescheurd toen ik in een duel te snel wilde draaien en daarbij mijn eigen voet dwars zette. Dus ik begin nu wel te twijfelen haha. Maar nee, het gebeurt en ik link de blessures niet aan mijn nummer.’

Hoe werd je de trotse eigenaar van nummer 13?
‘Toen we met rugnummers gingen spelen, mocht iedereen kiezen. Als verdediger kies je normaal gesproken een laag nummer, maar ik wilde graag met 13 spelen. En nee, ik hoefde er niet om te vechten.’

Foto: Curd Claassen

Wat is jouw mooiste hockeymoment?
‘Poeh. Even nadenken. Dat zijn verschillende momenten geweest. Voor de winterstop speelden we tegen Zwart-Wit. Zij hebben in die wedstrijd geen kans gehad en ook geen schot op doel gelost. Daar word ik als verdediger heel vrolijk van. Ik houd niet van catenaccio zoals bij het voetbal, maar verdedigen is een vak. En ik houd van dat vak. Als scheidsrechter was ik ooit betrokken bij het kampioenschap van Heren 1. Zij moesten winnen. Bij de stand 2-2 gaf ik in de slotfase bij een situatie voordeel waarna Heren 1 scoorde en daardoor kampioen werd.
Ook ben ik een keer op SBS6 te zien geweest tijdens de kortste hockeywedstrijd. Er moest een strafbal worden overgenomen bij een duel tussen Heren 1 en DDHC. DDHC had in de wedstrijd een strafbal gekregen, maar de bal werd al genomen voordat mijn collega had gefloten. Hij keurde de strafbal af en gaf een vrije slag voor De Dommel. Na de wedstrijd ging DDHC met succes in beroep en mocht ik me als scheidsrechter dus ook voor die paar seconden melden.’

Waarom kan jij niet zonder hockey?
‘Omdat anders mijn vrouw mij het huis uit zou schoppen, hahaha. Het is het familiegevoel. De Dommel is een kleine club. We zetten allemaal onze schouders eronder zodat de club kan draaien. Ik ben het enige lid van de Scheidsrechterscommissie, heb jaren in de Technische Commissie gezeten en ook in de Jongste Jeugd Commissie. En ik doe veel voor het team van mijn zoon.’

Foto: Curd Claassen

Wat is jouw hockeydroom?
‘Dat ik op mijn zeventigste nog kan hockeyen. Ik ben het gelukkigst als ik op zondag lekker kan spelen daarna gezellig een potje bier kan drinken. Ik heb nooit de ambitie gehad om hoog te spelen. Het spel in de Veteranen Eerste Klasse kan ik net aan. Ik vind het leuk om naar het Wagener Stadion te gaan om te kijken naar spelers die het echt goed kunnen. Daar kan ik enorm van genieten.’

Zie jij jezelf ooit met een ander nummer spelen?
‘Alleen als ik weer zou gaan keepen dan lijkt nummer 1 mij wel mooi.’


Wat vind jij? Praat mee...