Oud-international Poortenaar (55) overleden: ‘Een prachtmens’

Voormalig Oranje-speler Bastiaan Poortenaar is dinsdag overleden. De 96-voudig international stierf aan de gevolgen van een hartstilstand en werd slechts 55 jaar.

Poortenaar speelde tussen 1988 en 1995 in het Nederlands elftal. Met Oranje werd de Bilthovenaar in 1992 vierde op de Olympische Spelen van Barcelona. Twee jaar later won hij zilver met Nederland op het WK. In 1995 werd hij eveneens tweede met de nationale ploeg tijdens het EK.

De verdediger annex middenvelder speelde lang bij SCHC en kwam later in de Hoofdklasse uit voor HGC en Klein Zwitserland. Na zijn loopbaan als tophockeyer was Poortenaar actief in een vriendenteam – Heren 3 – op Amsterdam en maakte hij enkele seizoenen deel uit van de technische staf van de mannen van Gooische.

Poortenaar (midden) met Marc Delissen en Tom van ’t Hek. Foto: KNHB

‘Altijd open knieën’

‘Bastiaan was een waanzinnig mooi persoon’, vertelt Floris-Jan Bovelander met wie Poortenaar in 1992 en 1994 zijn grootste toernooien speelde. ‘Hij heeft een beetje de pech gehad dat hij international was in een periode dat Oranje niet veel prijzen won. Hij was heel fanatiek, werkte hard, had een mooie techniek en kon het spel goed lezen. In Oranje speelde hij vaak als verdediger. Hij droeg net als ik altijd afgezakte sokken. Het was iemand waar je op kon bouwen. Hij schakelde spitsen uit, liep gaten dicht en verzaakte nooit.’

Bovelander roemt de keiharde manier van verdedigen van zijn oud-teamgenoot. ‘Hij kon bikkelen als geen ander. Bastiaan had altijd open knieën en schaafwonden op zijn handen. Het was heerlijk om hem in het team te hebben. Maar meer nog dan een uitstekende verdediger was hij een prachtmens buiten het veld. Iemand van gezelligheid en humor. Een man die hield van een drankje en een peukie na de wedstrijd, die volop genoot van het leven.’

Poortenaar (links) met Ronald Jansen en Jacques Brinkman