Was de strafcorner in ons spelregelfragment nou gevaarlijk uitgevoerd, of niet? Dat was de belangrijkste vraag die resteerde na het bekijken van de korte hoekslag van Nieuw-Zeeland. Het leeuwendeel van de bezoekers vond dat deze corner inderdaad niet door de beugel kon.
‘Een onbesuisde snijer’, luidde een reactie. ‘Gevaarlijk spel, ook al komt de bal onder de knie’, aldus een ander. Hoofdklasse-scheidsrechter Lizelotte Wolter vertelt ons hoe het precies zit.
‘Bij deze strafcorner van Nieuw-Zeeland zie je dat de eerste uitloper van Oranje de bal hoog op zijn stick krijgt, vervolgens komt de bal via zijn stick op zijn voet’, aldus Wolter. ‘Je mag natuurlijk de bal bij een strafcorner slaan op goal, al zijn er wel een paar vereisten waaraan je je moet houden. Zo mag het eerste schot niet gevaarlijk zijn en moet het schot onder plankhoogte de doellijn passeren.’
En is dat in bij deze corner het geval? ‘In deze situatie wordt de eerste uitloper van Oranje redelijk hoog op zijn stick geraakt met een zogenaamd stijgend schot (rising shot). Ik ben ervan overtuigd dat het schot niet onder plankhoogte de lijn zou passeren. Daarnaast is degene die op doel schiet verantwoordelijk om dit niet gevaarlijk te doen.’
Kortom? ‘De juiste beslissing in dit geval is een vrije slag voor de verdediging op basis van twee argumenten: gevaarlijk spel en het gegeven dat de bal niet de onder plankhoogte de doellijn zou passeren.’
1 Reactie
bartherklots
Aannames: heb altijd geleerd dat als je je baseert op aannames dan had je aannemer moeten worden! 😉