Topsportfysioloog: hockeyers niet te vergelijken met voetballers

Iedereen werd er bijzonder enthousiast van, het artikel over het feit dat hockeyers fitter zijn dan voetballers en rugbyers. Het onderzoek waar het artikel op gebaseerd is heeft echter zijn mankementen, stelt topsportfysioloog Jos Geijsel. Het goede nieuws: er zit wel een kern van waarheid in. Hockeyers zíjn fitter, maar op basis van andere gronden.

De fitheid van hockeyers ten opzichte van voetballers en rugbyers werd door de Longborough Universiteit onderzocht door middel van de afstanden die per wedstrijd werden afgelegd, op welke snelheid werd gerend en de intensiteit waarop werd gespeeld. ‘Maar bij hockey kun je meer doorwisselen dan bij voetbal en het wordt op kunstgras gespeeld. Logisch dat hockeyers dus hogere snelheden halen’, relativeert topsportfysioloog Jos Geijsel.

Zijn hockeyers fitter?

Hij werkt onder andere met de nationale hockeyteams en hekelt het onderzoek. ‘Het is in opdracht van de FIH gedaan en duidelijk gericht op gewenste uitkomsten. Op basis van wat er is onderzocht kun je niet zeggen dat hockeyers fitter zijn’. Dat komt simpelweg doordat de sporten zoveel van elkaar verschillen: het is appels met peren vergelijken.

Duelkracht

‘In het voetbal, en in het rugby natuurlijk helemaal, gaat het voor een groot deel om duelkracht: fysiek contact waarbij je blauwe plekken oploopt door de botsingen. Daar moet je langer van herstellen en daardoor kunnen voetballers en rugbyers minder wedstrijden in een week spelen. Hockeyers hebben minder duelkracht nodig, herstellen daardoor sneller en kunnen dus meer, in toernooien wel 3 tot 4, wedstrijden per week spelen. Voetballers spelen er in een toernooi amper 2 per week. En ja, als je meer wedstrijden speelt wordt je fitter. Dat is een feit. Daar hoef je geen onderzoek naar te doen, dat is gezond verstand.’

En inderdaad, hockey is ook een hele zware sport. ‘Dat kun je stellen omdat hockeyers veel krom of gebogen lopen. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit 20 tot 30 procent meer energie kost dan rechtop lopen. Dat maakt hockey dus zwaarder.’

Écht vergelijkend onderzoek

Maar, waarschuwt Geijsel, wil je echt vergelijkend onderzoek doen, dan zul je sporters (hockeyers, voetballers, rugbyers) hetzelfde moeten laten doen. ‘Een shuttle-test op kunstgras bijvoorbeeld. En dan ook de hartslag meten, de zuurstofopname, verzuring, enzovoort. Het zou de universiteit van Longborough sieren als ze dit soort onderzoek deden, in plaats van reclame-onderzoek voor de FIH.’

Geijsel heeft wel ideeën voor een kloppend onderzoek. ‘Ik kom zelf regelmatig bij Kampong. FC Utrecht ligt daar recht tegenover. Die clubs staan ongeveer op eenzelfde plaats in de Hoofdklasse en Eredivisie en hebben allebei kunstgras. Het zou leuk zijn om daar eens onderling vergelijkend onderzoek te doen. Tussen die 2 teams, die dan dezelfde dingen moeten doen.’