Vijf voorbereidingstips van conditietrainer: ‘Beginnen met wedstrijden slecht idee’

Het startschot werd woensdag 1 juli gegeven: er mag weer vol gehockeyd worden. Tientallen oefenwedstrijden werden nog diezelfde avond gespeeld. Een slecht idee, vindt Marc Jansen, kracht- en conditietrainer bij de KNHB en fysiotherapeut bij de mannen van Bloemendaal: ‘Ik raad het iedereen af om nu al met 11 tegen 11 te beginnen.’

Jansen vreest een blessuregolf, problemen aan spieren en pezen, als direct wordt begonnen met het spelen van oefenwedstrijden. Precies wat je ook in de beginfase bij de herstart van het voetbal in de Bundesliga zag gebeuren. De cijfers bij onze oosterburen liegen er niet om: voordat de competitie werd stilgelegd waren er gemiddeld 0.27 blessures per wedstrijd. In het eerste weekeinde ná corona was het meteen bingo: een blessureratio van 0.88. Een stijging van liefst 225 procent.

‘Je moet de versoepeling van de regels absoluut niet zien als een startschot voor wedstrijden. Er is enkel groen licht gegeven om duels te spelen’, legt Jansen uit. ‘Denken dat je weer volle bak kan hockeyen zonder specifieke voorbereiding, is echt een inschattingsfout. Het is dan een slecht idee om direct te beginnen met wedstrijden.’

Ook op de hockeyvelden zijn de eerste blessures aan pezen en spieren namelijk al gemeld. ‘Mensen hebben het gevoel dat ze tijd moeten inhalen. Zo werkt het lichaam niet. Je moet weer rustig en gecontroleerd gaan opbouwen.’

Denken dat je weer volle bak kan hockeyen, is echt een inschattingsfout. Het is een slecht idee om direct te beginnen met wedstrijden. Marc Jansen

Jansen heeft wat tips: ‘De doelstelling moet zijn: blessurevrij door deze periode komen. Met een compleet team in september aan de eerste wedstrijd starten. Bouw daarom de trainingen rustig op. Zelfs in september kan nog niet iedereen honderd procent fit zijn. Die vier maanden zonder hockey, hakken er hard in.’

De tips van Jansen lees je onder de foto

Were Di en Helmond speelden direct woensdagavond al een oefenwedstrijd. De ploegen hadden het duidelijk zwaar. Foto: Bart Scheulderman

Tip 1: Train op een klein veld

‘Kies niet voor grote veldafmetingen, maar houd het klein. Je lichaam is lange sprintafstanden niet meer gewend en er dus ook niet klaar voor. Daarnaast ontstaan door vermoeidheid de meeste blessures. Natuurlijk heb je kunnen trainen op je sprint, maar de intensiteit en complexiteit bij een wedstrijd ligt veel hoger dan bij een training.’

Tip 2: Wen aan duels

‘Het spelen van een duel is een skill op zichzelf. Bouw dat dus gecontroleerd op tijdens de trainingen. Een wedstrijd zit vol met duels. Als je al zo ver bent met opbouwen dat je aan oefenwedstrijden begint, zorg er dan voor dat je heel regelmatig wisselt.’

Tip 3: Bouw je trainingen op

‘Om toch duels te spelen en het wedstrijdelement toe te voegen aan je training, raad ik aan om te beginnen met en vier tegen vier, op een klein veld. Dat kan je later uitbouwen naar acht tegen acht, op een weer wat groter veld. Pas daarna raad ik aan om te beginnen met wedstrijden. Elf tegen elf.’

Tip 4: Bekijk alles ook per individu

‘De een heeft de afgelopen vier maanden niks gedaan, de ander is blijven sporten. Je kan niet verwachten dat iedereen even fit is als vier maanden geleden. Dat zal per teamgenoot verschillen. Zorg dat je niet iedereen gelijke trainingen geeft, maar kijkt wat een individu nodigt heeft.’

Tip 5: Pas je voorbereidingsschema aan

Tot slot: ‘Stop nu een week eerder met je seizoensafsluiting of voorbereiding, maak een specifiek loopschema en blessure preventie programma voor in de zomerstop en begin in augustus weer een week eerder dan gepland met de echte voorbereiding. Bouw het dan weer op.’